Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘De vrije meningsuiting wordt ingeperkt om de maatschappelijke vrede te bewaren’

In deze bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be sluit Jean-Marie Dedecker zich aan bij de uitspraken van Bart De Wever dat racisme relatief is, al houdt hij hem ook mee verantwoordelijk voor de situatie vandaag. ‘Wie oplossingen wil, moet zichzelf een spiegel durven voorhouden.’

Racisme is gedevalueerd tot een containerbegrip. Elk woord dat je er over uitspreekt ligt op een bananenschil. De kans dat je uitglijdt is dan ook groot. De politiek correcte media schrapten al het woord allochtoon uit hun woordenboek. En die tendens gaat steeds verder. Voor de Zweedse Ornithologische Vereniging moeten de soortnamen van de vogels zelfs op de schop. De negervink wordt negrita, de zigeunervogel wordt hoatsin en de kafferzeeman wordt vitgumpsseglare.

Straks mogen wie niet meer zeggen dat de merel zwart is, net zoals Pipi Langkous haar oom de Negerkoning nu de koning van de Stille Zuidzee moet noemen. Elke keer dat een woord wordt verboden, wordt er een steen uit ons democratisch fundament geslagen.

De doorgeschoten antidiscriminatie-ijver is besmettelijk en universeel. Inwoners van de Canadese stad Winnipeg haalden zopas nog “Kuifje in Amerika” uit de rekken. Native Americans werden in 1932 nog Roodhuiden genoemd, en dat is vandaag een kleur te ver.

De Grote Roerganger Bart De Wever heeft geluk dat hij aan de oevers van de Schelde woont en niet aan die van ’t Kattegat. In Zweden is sedert januari 2015 de wet van Andrew Morlén van kracht. Deze stelt mensen strafbaar die kritiek hebben op het migratiebeleid. Voor uitdrukkingen “zo zat als een Zwitser” en “roken als een Turk” krijg je straks nog een enkelband! Wie bruuskeert, polariseert is het motto. Nochtans heb ik nog nooit een Zwitser gehoord die zich beledigd voelt omdat in zijn Alpenland een roedel jodelaars aan de teut zit.

In Europa werd het immigratieprobleem langzaamaan het rassenprobleem. Daardoor werd de notie dat immigratie een succes en een verrijking is, de enige aanvaardbare opinie die je er nog op na mocht houden.

‘Elkaar racist of homofoob noemen, is een interessant gezelschapsspel geworden om het eigen imago op te poetsen’

Als je staande houdt dat het immigratiebeleid mislukt is, laat je je kennen als een racist. Uiting geven aan twijfels over immigratie staat dan gelijk aan racistische neigingen. Het strooien met kwalificaties als racisme en homofobie is een interessant gezelschapsspel geworden om het eigen imago als strijder voor de vertrapten en verdrukten van deze wereld op te poetsen. Omwille van de maatschappelijke vrede wordt de vrije meningsuiting ingeperkt. Er wordt stilzwijgend een multiculturele etiquette geïnstalleerd, bewaakt door een cordon van gesubsidieerde antidiscriminatieinstellingen en een legale gedachtepolitie, gesteund door politici die zout strooien op elke discriminatieslak.

De wever heeft gelijk, maar is mee verantwoordelijk

Bart De Wever heeft gelijk als hij stelt dat racisme ook een reactie is op de manke integratie. Niet dat ik De Wever zo graag gelijk geef, voor hem zijn LDD’ers afgewezen asielzoekers van zijn eigen partij. Zijn eigen N-VA zit ook al 11 jaar in de Vlaamse regering en is mede- verantwoordelijk voor het integratiebeleid. De pot verwijt dus de ketel.

Liesbeth Homans en Bart De Wever (N-VA)
Liesbeth Homans en Bart De Wever (N-VA)© Belga

Toch zou het populistisch volstaan om te verwijzen naar de misdaad-, de onderwijs- en de werkloosheidscijfers om zijn uitlatingen over de Berbers en de Aziaten te staven. Een derde van onze gevangenen is Marokkaan of heeft Marokkaanse roots. De uitkeringsdruk is er vier keer hoger dan bij de autochtonen en de onderwijsachterstand is schrijnend. Telkens je er op wijst, wordt je door hun kort lontje als racist weggezet met het alibi dat je een hele gemeenschap stigmatiseert. Zo ontstaat er een vorm van latente, onderdrukte onverdraagzaamheid bij de velen die steeds grotere toegevingen moeten doen aan groepen die hun leefwereld trachten te domineren, maar zelf in grote mate onverdraagzaam zijn.

Invloed van religie op schoolprestaties

Maar wie oplossingen wil, moet zichzelf een spiegel durven voorhouden. Op gevaar af als racist bestempeld te worden verwijs ik naar de onderwijssociologen Manon de Heus en Jaap Dronkers. Ze onderzochten de invloed van religie op schoolprestaties ( Influence of origin, destination and community – European University Institute). Hun onderzoekspopulatie bestond uit 9.414 migrantenkinderen van 15 jaar oud, met ouders uit 46 verschillende landen, waaronder 16 West-Europese landen, Nieuw-Zeeland en Australië. Kinderen van migranten uit een land zonder dominante religie, zoals China, presteren het best. Volgens Dronkers correleert de religie in het herkomstland van de ouders sterker met schoolprestaties dan het beleid dat gericht is op immigranten in het bestemmingsland. Kinderen met ouders die laaggeschoold zijn en afkomstig zijn uit een land waar de islam de dominante religie is, scoren gemiddeld dertig punten lager dan hun evenknieën uit niet-islamitische landen.

Migrantenkinderen van moslimouders met een hoge sociaal -maatschappelijke status scoren even goed, omdat het effect van een hoge ouderlijke opleiding op onderwijsprestaties sterker is dan het islameffect en omdat laagopgeleiden een andere onderdaniger variant van de islam belijden dan hoger opgeleiden. Volgens Dronkers heeft het niets met de Arabische cultuur te maken maar met de islam. Islamitische kinderen uit Pakistan doen het immers even slecht, terwijl kinderen van laaggeschoolde en sociaal- zwakke Koreanen, Filippijnen en Vietnamezen het beter doen. Godsdienst is dominant: hoe meer religie, hoe slechter de schoolprestaties.

De Wever leidt de aandacht af

Migrantenkinderen van ouders uit christelijke landen doen het ook slechter dan migrantenkinderen uit een land zonder dominante religie. Het negatieve islameffect wordt mede verklaard door het feit dat moslims zich vlugger gediscrimineerd voelen, en dat hun opvattingen over eer en over de ongelijkheid tussen man en vrouw mogelijk een belemmering zijn voor individuele ontplooiing. Komt daarbij het gastarbeiderseffect. Een normaal migratiepatroon is dat kansarmen eerst van het platteland naar eigen steden verhuizen en dan naar het buitenland. Voor gastarbeiders uit Turkije, Marokko en Algerije is dit niet het geval. Dat Dronkers zich met zijn theorie kwetsbaar opstelt, beseft hij terdege, maar hij vindt het belangrijker om de ongelijkheid in de maatschappij te verklaren dan zijn kop in het zand te steken. Pas als je een diagnose stelt, kun je tot genezing overgaan.

Met zijn oekaze leidt De Wever de aandacht af van zijn kibbelregering, en telt hij de zegeningen van zijn veiligheids- en migrantenstandpunten. Hoe meer hij politiek gestigmatiseerd wordt, hoe groter zijn portfolio aan kiezers groeit.

Net zoals de klassieke partijen geen antwoord hadden op het gratisverhaal van Steve Stunt Stevaert, hebben ze er geen op het discours van De Wever, behalve zelf in overdrive te gaan in omgekeerde richting.

De waarheid kwetst.

Partner Content