Mark Van de Voorde

‘De vredesbeweging zou wapenleveringen aan Oekraïne moeten steunen’

Mark Van de Voorde Onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van Herman Van Rompuy, Yves Leterme en Steven Vanackere.

De vredesbeweging, schrijft Mark Van de Voorde, staat voor een moeilijk vraagstuk nu Oekraïne onder de voet gelopen wordt door Rusland. ‘Riskeert de vredesbeweging een houding van schuldig verzuim?’

De vredesbeweging staat voor een moeilijk vraagstuk: kan opkomen voor vrede nog enkel een zaak blijven van ijveren voor ontwapening en geweldloosheid, of mogen volgens de vredesbeweging een volk dat onder de voet wordt gelopen, en een land dat in puin wordt geschoten door een agressor die oorlogsmisdaden pleegt en burgers viseert, ook rekenen op onze wapenleveringen?

Ik ben vele jaren lid geweest van de Raad van Bestuur van Pax Christi en nog steeds lid van de Algemene Vergadering van deze christelijke Vlaamse vredesbeweging. Geweldloze weerbaarheid is dus mijn principieel standpunt. Ik heb trouwens hierover een paar jaar geleden een Pax Christi-boekje geschreven. Toch zit ik met mijn principiële houding in gewetensnood. Ik worstel met een gewetensconflict tussen mijn principiële geweldloosheid en mijn morele verantwoordelijkheid. Of zoals Weber het noemde, tussen mijn Gesinnungsethik, mijn principes, en mijn Verantwortungsethiek, mijn verantwoordelijkheidsgevoel.

Het is al te simpel – ik nam bijna het woord crimineel in de mond, maar slik het terug in – om op je principes van ontwapening te blijven staan en daardoor, pleitend voor vrede en onderhandelingen, uiteindelijk enkel toe te moeten zien op een steeds gruwelijker wordende oorlog, ontketend door een dictator die niet eens bang is om met nucleair ingrijpen te dreigen en zich nu al bezondigt aan oorlogsmisdaden. Alsof we ook ooit Hitler op die wijze tot inkeer hadden kunnen brengen en Europa bevrijden!

Dus ja, ook de vredesbeweging zou wapenleveringen aan Oekraïne moeten steunen. Als ze dit niet doet en liever vanuit een naïeve geweldloosheid toekijkt tot het land is vernield, de staat bezet, de bevolking uitgemoord en de vrijheid afgenomen, dan is de vredesbeweging voor mij in zekere zin medeplichtig aan schuldig verzuim!

In mijn besluit laat ik mij inspireren door de Duitse (lutherse) theoloog Dietrich Bonhoeffer die door de nazi’s werd terechtgesteld wegens zijn eerst pacifistisch verzet en uiteindelijk zijn deelname aan het complot tegen Hitler.

De vredesbeweging zou wapenleveringen aan Oekraïne moeten steunen

Mark Van de Voorde

Aan de grondslag van Bonhoeffers theologie lagen een reflectie en een verinnerlijking van de Bergrede die hij op z’n 26ste ervaren had. Door de machtsgreep van de nazi’s werd die ervaring dodelijke realiteit: de verplichting tot gerechtigheid werd het grondmotief van zijn leven en zijn ethiek – hij schreef een moeilijk maar origineel werk over ‘Ethik’ die niet als leidraad heeft de zuiverheid van het onbevlekte persoonlijke geweten, maar de concrete verantwoordelijkheid voor het leven van andere mensen. Die verantwoordelijkheid die ook plaatsvervangend optreden veronderstelt, is zelfs bereid om kwaad op zich te nemen om het goede te bereiken.

In zijn ouderlijk huis – de Bonhoeffers waren een vooraanstaande Berlijnse familie en vader Karl was als psychiater en hoogleraar verbonden aan het universitaire ziekenhuis Charité – kwamen tegenstanders van het regime bij elkaar en overwogen er een aanslag op Hitler. Na veel nadenken sloot Dietrich zich bij hen aan. Mag een christen zich verzetten tegen het gebod ‘Gij zult niet doden’ om de mensheid, de menselijke waardigheid en de menselijkheid te redden? Na bidden en bezinnen besloot Bonhoeffer: ‘In gehoorzaamheid aan Christus moet een christen het wagen om zonden op zich te nemen: ja, dat hij in een situatie kan geraken dat hij ter wille van de liefde en de waarheid alle geboden moet overtreden, zelfs moorden.’

Door zondigheid in de verantwoordelijkheid te incalculeren levert Bonhoeffer alvast geen goedkoop argument om de tirannenmoord of bewapeing van een onderdrukt volk goed te keuren. Hij argumenteert vanuit de consequentie van de trouw, de trouw aan de gefolterde mens en aan de medelijdende God, omdat – ik citeer Bonhoeffer – ‘dadenloos wachten en stom toekijken geen christelijke houdingen zijn’. ‘De christen wordt niet eerst door de pijn aan zijn eigen lichaam tot actie en medeleven opgeroepen maar door de pijn aan het lichaam van de broeders voor wie Christus heeft geleden. Ik geloof dat God ook uit het kwaad goed kan laten ontstaan en dat ook zal… Ik geloof dat ook onze fouten en vergissingen niet nodeloos zijn en dat het voor God niet moeilijker is om ermee klaar te geraken dan met onze vermeende goede daden. God is immers geen tijdloos fatum, maar Hij wacht en antwoordt op onze oprechte gebeden en verantwoordelijke daden.’

Ik weet dat velen mij dit kwalijk zullen nemen, ook en misschien vooral binnen de vredesbeweging, maar ik meen dat ter wille van de vrede en het respect voor de menselijke waardigheid ook de vredesbeweging, mea culpa kloppend, moet durven zijn handen vuil te maken. Tegelijk moet de vredesbeweging bemiddelen voor onderhandelingen en vredesgesprekken, en daarna, als de wapens zwijgen, de eerste zijn om te werken aan verzoening.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content