Gezinsbond

‘De volgende Vlaamse regering moet weer een minister van Gezin hebben’

Gezinsbond Vereniging die belangen van gezinnen wil verdedigen in Vlaanderen en Brussel

‘Het was op een enkele uitzondering na, een hele zoektocht om in de partijprogramma’s de voorstellen rond gezinsbeleid terug te vinden’, schrijven Elke Valgaeren (Gezinsbond) en Tanja Nuelant en Elisabeth Adriaens (Odisee) aan de vooravond van de dag van het Gezin.

Elk jaar op 15 mei vieren we de Internationale Dag van het Gezin, dit jaar ruim een week vóór de verkiezingen. Reden genoeg voor de Gezinsbond en het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee) om de handen in elkaar te slaan en na te gaan wat belangrijke gezinsthema’s zijn voor gezinnen en of de verkiezingsprogramma’s hierop inspelen. Gezinnen hebben nood aan een betere ondersteuning van de combinatie van gezin en werk. We zien in de programma’s bij sommige partijen thema’s opduiken die ze in 2014 nog niet behandelden, zoals gezinsvriendelijk ondernemen. Over andere voorstellen groeit de politieke consensus: een langer geboorteverlof voor vaders en meemoeders moet haalbaar zijn de volgende legislatuur. Toch zijn er nog hiaten. Er komt bijvoorbeeld nauwelijks een antwoord op de vraag van gezinnen naar meer tijd rond de geboorte voor kersverse mama’s.

Gezinnen vragen aandacht voor de combinatie van werk en gezin

De Gezinsbond organiseerde een online bevraging bij zijn achterban over hun prioriteiten voor een meer gezins- en kindervriendelijke samenleving (2400 respondenten). Uit de resultaten blijkt dat veel gezinnen wakker liggen van de combinatie van werk en gezin. Een goede combinatie van de beide domeinen beïnvloedt immers sterk de levenskwaliteit in het gezin, niet alleen van de ouders, maar ook van de kinderen. Drie vierde van de respondenten vindt bijvoorbeeld dat het voor gezinnen vandaag moeilijk is om werk en gezin te combineren. Dat geldt voor gezinnen in alle levensfasen en zelfs voor grootouders, die graag hun kinderen beter willen ondersteunen, tegelijk zelf nog actief zijn op de arbeidsmarkt en soms ook nog mantelzorger zijn voor de eigen ouders. De combinatie van werk en gezin betekent hoe langer hoe meer ook een betere combinatie van werk, zorg voor de (klein)kinderen en mantelzorg.

De volgende Vlaamse regering moet weer een minister van Gezin hebben.

Uit eerder onderzoek weten we dat veel gezinnen die een baby krijgen de moederschapsrust en het geboorteverlof als veel te kort ervaren. Ook het bemachtigen van een plekje in de kinderopvang is niet in alle regio’s in Vlaanderen evident. In de bevraging kregen de respondenten de kans om zelf een voorstel te doen voor een meer kindvriendelijke samenleving. We kregen ruim 1.000 voorstellen en daarvan gaan er heel veel (bijna de helft) over het ondersteunen van gezinnen om de combinatie van werk en gezin te vergemakkelijken. Het is een thema dat duidelijk leeft bij gezinnen in Vlaanderen.

De voorstellen situeren zich grotendeels op vier vlakken en variëren naargelang de levensfase van de respondent: (1) beschikbaarheid en betaalbaarheid van kinderopvang voor baby’s en peuters (2) beschikbaarheid en betaalbaarheid van buitenschoolse opvang en van vakantieopvang voor kinderen uit de basisschool, (3) een meer flexibele en gezinsvriendelijke arbeidsorganisatie en (4) maatregelen om (tijdelijk) minder te werken en meer tijd te kunnen doorbrengen met de kinderen, bijvoorbeeld door middel van verlofstelsel of deeltijds werken.

Wat zeggen de partijprogramma’s over een betere combinatie van werk en gezin?

Het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee) nam de bijna 1.000 pagina’s verkiezingsprogramma’s door, vergeleek die met de programma’s uit 2014 en maakte een analyse van alle voorstellen rond gezinsbeleid. Komen de voorstellen die gezinnen zelf doen voor een betere combinatie van werk en gezin terug in de partijprogramma’s? Deels wel, maar er zijn nog hiaten. Net zoals gezinnen zelf, hechten alle partijen veel belang aan de beschikbaarheid, betaalbaarheid én kwaliteit van kinderopvang voor baby’s en peuters. Ze zien dit als een cruciale dienstverlening voor gezinnen die werk en gezin of werk en opleiding willen combineren. Belangrijk is dat de meeste partijen vandaag ook oog hebben voor de sociale functie van kinderopvang: een goede sociale mix met extra aandacht voor kwetsbare gezinnen. Enkele partijen pleiten voor een inclusieve kinderopvang voor kinderen met een beperking.

Nieuw ten opzichte van 2014 is de expliciete aandacht voor buitenschoolse opvang en vakantieopvang en het feit dat de ontplooiingskansen van kinderen het leidende principe moeten zijn bij de invulling ervan. Opvallend is de extra aandacht van bijna alle partijen voor een meer flexibele en gezinsvriendelijke arbeidsorganisatie (met onder meer thuiswerk, schoolbelcontracten, glijdende werkuren, het recht om offline te zijn) en/of het aanbieden van gezinsondersteunende diensten door bedrijven. Maar we zien bij enkele partijen ook de vraag naar meer mogelijkheden voor nacht- en zondagsarbeid en een vrij aantal overuren. Het is een complex dilemma om dit voor alle gezinnen te laten rijmen met een betere betere combinatie van werk en gezin.

Wij pleiten voor een gezinsreflex in tegenstelling tot de reflex op één gezinsvorm. Een brede, inclusieve kijk op gezinnen strookt met de realiteit en de context waarin we vandaag leven en versterkt het solidair samenleven.

We zien opvallend veel aandacht voor de evenwichtige verdeling van zorg tussen vaders en moeders om de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt te verhogen: partijen willen duidelijk de zorgkloof aanpakken om zo de loon- en pensioenkloof te beperken. Ook grootouders krijgen aandacht terwijl zij in 2014 nog niet in beeld kwamen. Bijna alle partijen zijn voor de verlenging van het geboorteverlof voor vaders en meemoeders zodat ze vanaf de geboorte meer betrokken zijn bij de zorg voor kinderen en zo de zorgkloof aan te pakken. Voor het verlengen van de moederschapsrust is er slechts beperkt animo. Nochtans hebben gezinnen hier wel behoefte aan, en in combinatie met maatregelen die vaders en meemoeders stimuleren tot het opnemen van geboorteverlof of ouderschapsverlof, hoeft dit de gendergelijkheid niet in de weg te staan. Opmerkelijk is ook dat er geen partijvoorstellen zijn rond borstvoedingsverlof, terwijl dit vanuit gezondheidsbeleid wel werd ondersteund.

Tot slot nog dit: het was op een enkele uitzondering na, een hele zoektocht om in de partijprogramma’s de voorstellen rond gezinsbeleid terug te vinden. We hopen dat dit geen voorbode is van hoe het gezinsbeleid zal aangepakt worden in de volgende regering. De Gezinsbond en Odisee roepen alle partijen op om in de volgende Vlaamse regering terug een minister van Gezin op te nemen. Daarnaast is het even belangrijk dat alle vakministers een gezinsreflex toepassen op hun beleid en dat die verder gaat dan de kind- of alleenstaandenreflex die we bij een aantal partijen terugvinden. Wij pleiten voor een gezinsreflex in tegenstelling tot de reflex op één gezinsvorm. Een brede, inclusieve kijk op gezinnen strookt met de realiteit en de context waarin we vandaag leven en versterkt het solidair samenleven. Investeren in gezinnen, in al hun diversiteit, komt uiteindelijk de hele samenleving ten goede.

Elke Valgaeren werkt op de studiedienst van de Gezinsbond.

Tanja Nuelant en Elisabeth Adriaens zijn verbonden aan Odisee (Kenniscentrum Gezinswetenschappen).

Op 14 mei, aan de vooravond van de Internationale Dag van het Gezin, organiseert de Gezinsbond in samenwerking met het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee) een kopstukkendebat met vertegenwoordigers van verschillende Vlaamse partijen. Hoe willen zij een meer kind- en gezinsvriendelijke samenleving realiseren?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content