Ewald Pironet

‘De verkiezingsbeloftes kunnen bij het grof vuil’

De nieuwe federale regering moet de belastingen optrekken en snoeien in de sociale zekerheid, zeggen de informateurs Didier Reynders en Johan Vande Lanotte.

‘Nee, mam, dat van die kamer opruimen was een verkiezingsbelofte.’ Een oneliner van Loesje, het fictieve meisje achter wie een Nederlandse collectief schuilgaat dat kritische en geestige affiches verspreidt. Herinnert u zich nog de verkiezingsbeloftes in de aanloop naar de stembusgang van 26 mei? We zouden minder belastingen gaan betalen. De pensioenen zouden worden opgetrokken. We konden minder gaan werken voor hetzelfde loon. Een doktersbezoek werd gratis, net als het openbaar vervoer. Nauwelijks drie maanden later heeft de realiteit die beloftes ingehaald.

‘Het bereiken van een begrotingsevenwicht zonder impact op zowel de fiscaliteit als de sociale zekerheid lijkt dus zeer moeilijk.’ Dat zinnetje komt uit de nota van de informateurs Didier Reynders (MR) en Johan Vande Lanotte (SP.A), waarin ze de budgettaire uitdaging voor de volgende federale regering beschrijven: de belastingen moeten omhoog én er zal gesnoeid moeten worden in de sociale zekerheid. Dat zeggen dus de liberale (belastingen omhoog!) en socialistische (besparen in sociale zekerheid!) informateurs, die daarmee lijnrecht ingaan tegen het belangrijkste programmapunt van hun respectievelijke partij.

De verkiezingsbeloftes kunnen bij het grof vuil.

De regering-Michel liet de overheidsfinanciën achter in bedenkelijke staat. De schuldgraad ligt nog steeds boven 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Om die af te bouwen moeten we naar een structureel begrotingsevenwicht, zegt de Nationale Bank. België heeft aan de Europese Commissie nog maar eens beloofd om die doelstelling te halen, dit keer tegen 2021. Bij ongewijzigd beleid groeit het tekort tot 2,3 procent van het bbp, wat betekent dat de overheid 11 miljard moet besparen, aldus de Nationale Bank. Opmerkelijk is dat de informateurs een begrotingsevenwicht pas in 2024 willen bereiken en de noodzakelijke besparing dus over 4 jaar spreiden. Uitstelgedrag is en blijft een kenmerk van onze politici.

Met de internationale conjunctuur gaat het ondertussen niet goed. ‘De economische vooruitzichten worden slechter en slechter, vooral in de industrie’, verklaarde voorzitter Mario Draghi van de Europese Centrale Bank eind juli. Hij krijgt gelijk, ook in België. Het bericht was wat weggestopt in de krant: ‘Belgische industrie in recessie.’ Uit cijfers van de Nationale Bank blijkt dat de toegevoegde waarde van de industrie tijdens het tweede kwartaal dit jaar verminderde met 0,5 procent, nadat het in het eerste kwartaal al was gedaald met 0,7 procent. Dat is te wijten aan de wereldwijde groeivertraging en de handelsoorlog tussen de VS en China. En dan moet de brexit nog toeslaan, die vooral de Vlaamse industrie hard zal treffen. En een economie die slabakt, weegt op de overheidsfinanciën. De inspanningen om een begrotingsevenwicht te bereiken, kunnen dus alleen maar zwaarder worden.

Uitstelgedrag is en blijft een kenmerk van onze politici.

Tijdens de verkiezingscampagne zijn de politici er herhaaldelijk op gewezen dat er aan hun mooie beloften geen prijskaartje hing en dat ze een debat over onze precaire overheidsfinanciën uit de weg gingen. Want we weten het al langer: de vergrijzingskosten lopen de volgende jaren verder op. Tussen 2014 en 2018 namen de jaarlijkse overheidsuitgaven voor pensioenen en zorg toe met 0,4 procent van het bbp. De volgende vijf jaar versnelt die stijging tot 1,4 procent. Waarschijnlijk zal dat wat gecompenseerd worden door lagere uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen, maar de totale jaarlijkse sociale overheidsuitgaven zullen in 2024 1,2 procent van het bbp hoger liggen dan vandaag, stelt econoom Bart Van Craeynest. Dat komt overeen met 5,6 miljard euro. En dat zijn extra uitgaven om de huidige voorzieningen van pensioen en zorg te financieren. Als de beloftes van hogere pensioenen en bijkomend geld voor de zorg worden nagekomen, loopt die factuur nog hoger op. Dát hebben onze moedige staatsmannen tijdens de campagne hun kiezers niet verteld.

Of het nu paars-geel of paars-groen wordt, eventueel aangevuld met CD&V, de federale regering staat voor een karwei waarbij ze de handen vuil zal moeten maken. Of komen er nieuwe verkiezingen? Loesje nog eens: ‘Hoezo nieuwe verkiezingen? Zijn de beloftes van de vorige al ingelost dan?’ Met een verkiezingscampagne die zich afspeelde in Fabeltjesland hebben de politieke partijen onrealistische verwachtingen gewekt en zich flink in de nesten gewerkt. De verkiezingsbeloftes kunnen bij het grof vuil. Verbaast het u dat steeds meer kiezers de politici daar ook bij willen zetten?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content