Jan Nolf

De roep om DNA van baby’s is de ultieme vorm van preventie en repressie

Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

‘Participatiesamenleving’ werd in Nederland verkozen tot Woord van het Jaar. Als we procureur-generaal Yves Liégeois volgen, wordt dat bij ons ‘registratiesamenleving’.

Voor de derde keer in geen anderhalf jaar tijd wordt het lugubere idee om DNA van boorlingen af te nemen gepromoot, en niet door de minsten.

In juni 2012 beet advocaat-generaal Jean-Luc Cottyn – toen nog voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie – de spits af door die proefballon op te laten in de Senaatscommissie Justitie – weliswaar “enkel ten persoonlijken titel”. De timing was mediatiek goed gemikt in de marge van de HRJ-onderzoek over het werk van justitie in de zaak van de moord op Annick Van Uytsel. Toch waarschuwde net dat HRJ-rapport dat DNA-afname op grote schaal “niet noodzakelijk tot een eerdere aanhouding van Ronald Janssen geleid zou hebben”.

Vijf maanden later werd de piste naar de DNA van boorlingen opnieuw gevolgd door procureur Herman Dams (voor het Fortis-arrest, ooit kabinetschef van minister van Justitie Jo Vandeurzen). Die werd vervolgens gesteund door de Antwerpse strafpleiter Walter Damen. Geen jaar later zet Yves Liégeois er nu zijn hoge schouders onder: het lijkt dus wel weer een Antwerps onderonsje.

De procureur-generaal uit de GAS-hoofdstad van Vlaanderen waar witte camionettes verdacht zijn, plezierde echter in zijn interview in De Standaard meteen ook de camera-hoofdstad van Vlaanderen: ook de roep van Bart Somers naar nog méér camera’s en nummerplaatherkenning (ANPR) kreeg zijn fervente steun.

In alle gevallen zal ook de industrie dit weekend op champagne getoast hebben. Op het kruispunt van juridische en medische sectoren is DNA-onderzoek een goudmijn (tot voor kort 300 euro per onderzoek in België, een drievoud van Groot-Brittannië). Annemie Turtelboom had alle moeite om wat prijsdemping in te bekomen. Evenzeer zijn camerabewaking en ANPR de snelst groeiende sector in een vage vermenging van verkeersveiligheid en controle alom: booming business.

De echte vraag ligt natuurlijk elders.

Toen in november 2012 het wetsvoorstel voor de oprichting van een DNA-gegevensbank ‘Vermiste personen’ in één adem besproken werd met dat voor ‘Inverdenkgestelden en verdachten’ vroeg senator Rik Torfs zich luidop af hoe het staat met de bescherming van privacy “in een tijd waarin men steeds verder kan gaan”.

Ook de notie van privacy bestaat nu eenmaal tijdsgebonden zodat met de evolutie van de techniek “privacy een elastisch gegeven wordt”. Torfs koppelde dat aan zijn vaststelling dat de samenleving steeds repressiever georganiseerd wordt – wat in die hoorzitting bevestigd werd door Wim Debeuckelaere, voorzitter van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (CBPL).

De eerste twee parlementaire denkpistes over DNA zijn nog niet afgewerkt en nu hebben we met de afname van DNA voor boorlingen de extreemste limiet al bereikt: van veroordeelden naar verdachten en van verdachten naar boorlingen. Bravo voor de sprint naar Brave New World: de verfijnde versie van hoe Herodes zich beveiligde.

Meestal is de eerste vraag daarover nu naar “function creep”: wat vandaag één doel dient, zal morgen elders ‘nuttig’ ingezet worden. Dat blijkt al voor nummerplaatherkenning, in de Verenigde Staten gebruikt door privébedrijven.

Bij DNA wordt dat nog boeiender. Misschien wordt een boorling ooit uitgeschakeld omwille van een DNA die we hier niet meer willen: te veel risico voor de maatschappelijke risicogrens die onze politici dan zullen stellen. De lat zal dan hoger liggen dan blond haar. De roep om boorlingen-DNA is de ultieme vorm van “prepressie”: die combinatie van preventie en repressie waarbij altijd maar vroeger ingrepen wordt om de nachtrust van de steeds bangere burger te sussen.

De echte vraag is dus de ethische vraag en meteen ook die naar proportionaliteit tussen elementaire mensenrechten en normale verwachtingen van veiligheid.

Wat hebben we over voor die veiligheid: zoals door Liégeois gesteld lijkt het wel de vraag van Jahweh aan Abraham: offer dat intiemste, unieke gegeven van je pas geborene op aan een blinde autoriteit. DNA is niet zomaar een inwisselbare code voor je bankkaart of laptop: het gaat in wezen om wie je kind is, met alle gaven en gebreken. Overigens erfelijk: dus voor een stuk ook die van jezelf.

De onderliggende boodschap is niet mis te verstaan en spreekt het buikgevoelen aan: geef mij je geheimste privacy en je krijgt juridische veiligheid in ruil. In tijden waarin het onveiligheidsgevoel woekert en gevoed wordt is dat voor velen verleidelijk, bijna onweerstaanbaar, een Abrahameske chantage.

Hoever we willen en mogen gaan met dagelijks nieuwe technische mogelijkheden raakt steeds dieper ondergesneeuwd. Door controlefreak Liégeois wordt die vraag gewoon weggewuifd met ‘wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen’. Dat betekent ook dat wie hier niet mee wil verdacht is. Dat van een topmagistraat te horen is niet verbazend, maar ontstellend.

Ontstellend: zo begreep het alvast Stéphane Verschueren, ondervoorzitter van de CBPL die in het RTBF avondjournaal sprak van “une proposition de nature fasciste” (letterlijk vertaald: een voorstel van fascistische aard).

Het minste wat je kunt zeggen is dat Liégeois – die in De Standaard met zijn politiek discours ook hengelde naar een nieuwe topfunctie na 1 april 2014 – de DNA van boorlingen verwart met nummerplaten of chassisnummers. Kwestie van even makkelijke identificatie als met ANPR. Dit is een bizarre, kille visie op het unieke van het menselijk leven.

Tot slot: in de boodschap van Liégeois zit ook iets heel eigengereids.

Het pleidooi van de procureur-generaal voor DNA-afname bij boorlingen is geen offensief tegen criminelen. Het is zijn defensieve strategie van justitie: jullie volgen me niet en daarom loopt het mis. Met ander woorden vanuit het perspectief Liégeois: mijn schuld niet maar jullie schuld omwille van jullie roep om ouderwetse privacy.

Vooral topmagistraten zien zichzelf nog steeds als halfgoden en orakels. Daardoor kunnen ze moeilijk omgaan met het eigen menselijk falen: dàt is hun eigen risico-aversie waardoor liever op veilige dossiers gescoord wordt en waarom de schuld voor wat misgaat elders wordt gezocht. Justitie is dus nooit verantwoordelijk, laat staan schuldig.

Het Antwerpse parket en parket-generaal werkten zich roemloos in de kijker met Diamantgate en records in toepassing van de ontluisterende Afkoopwet. Dàt soort witteboordcriminaliteit zal alvast zelden met ADN opgelost geraken, zelfs als het over bloeddiamanten uit Angola gaat: dié zullen zelden DNA prijs geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content