Ewald Pironet

‘De regering-Jambon heeft haar laatste kans laten liggen om noodzakelijke beslissingen te nemen’

Bij de opmaak van de begroting 2022 houdt de Vlaamse regering op een merkwaardige manier rekening met de rapporten die ze bestelde bij experts: ze doet precies het tegenovergestelde.

De Vlaamse regering onder leiding van Jan Jambon (N-VA) vroeg tijdens de coronacrisis aan ‘vooraanstaande deskundigen in hun werkdomein’ om maatregelen uit te werken voor ‘een snel en krachtig economisch herstel’. Er kwamen een Economisch Relancecomité en een Maatschappelijk Relancecomité, die rapporten afleverden van respectievelijk 59 en 123 bladzijden. Daarnaast bestelde minister van Werk Hilde Crevits (CD&V) nog een advies over de aanpak op de arbeidsmarkt, dat 116 bladzijden opleverde. En wat doet de Vlaamse regering bij de eerste gelegenheid dat ze die adviezen in de praktijk kan brengen? Ze houdt er geen rekening mee.

De Vlaamse regering is de eerste regering in ons land die werk heeft gemaakt van een begroting. Bij de andere deelregeringen lijkt het nauwelijks een thema en de federale regering-De Croo moet er nog aan beginnen, ook al kampen net die regeringen al van vóór de coronacrisis met grote begrotingstekorten en oplopende schulden. Als gevolg van de pandemie is dat nu ook in Vlaanderen het geval: er wordt rekening gehouden met een tekort van 1,8 miljard euro als er geen maatregelen worden genomen. Dat bedrag wil de regering tegen 2024 halveren. Opmerkelijk is welke maatregelen ze daarvoor neemt en vooral welke ze níét neemt.

De regering-Jambon heeft haar laatste kans laten liggen om noodzakelijke beslissingen te nemen.

De Vlaamse regering raakt niet aan de dienstencheques, ook al was dat een duidelijk advies van de expertengroep: het subsidieniveau afbouwen en de eigen bijdrage van consumenten optrekken. Daarnaast zeggen deskundigen al een hele tijd dat de jobbonus niet doet wat hij moet doen, namelijk meer mensen aan het werk helpen. In de adviezen pleitten ze om de middelen ’te kanaliseren naar het doel dat men prioritair beoogt, het slimmer prikkelen tot werken’. Bijvoorbeeld meer geld uittrekken voor opleidingen of kinderopvang. En als men met de jobbonus de armoede wil aanpakken, kan men beter ‘de middelen kanaliseren naar de sociale toeslagen in het Groeipakket’, nog steeds beter bekend als de kinderbijslag.

Wat blijkt? De jobbonus blijft behouden voor startende ondernemers. De middelen die daarvoor worden aangewend, gaan dus niet naar bijvoorbeeld opleiding. Er gaat wel 58 miljoen euro naar kinderopvang, maar die som vindt men bij de kinderbijslag. Want daar doet de regering-Jambon zelfs net het tegenovergestelde van wat de experts adviseren. Elk kind heeft recht op een basisbedrag van 167 euro, voor gezinnen die het financieel zeer moeilijk hebben is er een sociale toeslag van 52 euro. De bedragen werden tot nu toe jaarlijks met 2 procent verhoogd, om de stijgende kosten van levensonderhoud te volgen. Nu is beslist om de sociale toeslag jaarlijks te blijven verhogen met 2 procent, maar te halveren voor het basisbedrag. Aangezien de kinderbijslag vooral voor arme gezinnen een groot verschil maakt, worden zij het meest door deze maatregel getroffen.

Er is ook helemaal geen sprake van de verhoging van de sociale toeslagen, zoals de experts aanbevolen. Nochtans verklaren achtereenvolgende Vlaamse regeringen al decennia dat ze de kinderarmoede in Vlaanderen willen verminderen. In het regeerakkoord van de regering-Jambon staat zelfs dat de kinderbijslag ‘een belangrijk instrument in de strijd tegen kinderarmoede vormt’. Dat blijkt niet uit de genomen beslissingen.

Het is de combinatie van de verschillende maatregelen die de Vlaamse regering neemt en vooral de beslissingen die ze níét neemt die deze begroting zo bedroevend maakt. Zo wordt er niet alleen niets gedaan aan de inefficiënte jobbonus of aan de overgesubsidieerde dienstencheques, ook de weelderige subsidies allerhande blijven buiten schot. Deze begrotingsopmaak was zowat de laatste kans voor de regering-Jambon om moeilijke maar noodzakelijke beslissingen te nemen. Dat heeft ze nagelaten. Hoe dichter de verkiezingen van 2024 naderen, hoe minder men daartoe geneigd zal zijn. Dit is een gemiste kans voor de Vlaamse regering, die weinig doortastend was tijdens de coronacrisis, om zich te herpakken en zich als daadkrachtig te profileren. Voor de minister-president is het een gemiste kans om als ‘sterke Jan’ te beginnen aan het tweede deel van zijn regeerperiode.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content