De poes als therapiedier: streel een kat en word gelukkig

© iStock

Van labradors tot miniatuurpaardjes en alpaca’s: therapiedieren zijn big business. Ook katten worden steeds populairder. ‘Het is een uitdaging om hun vertrouwen te winnen, maar het zijn perfecte bliksemafleiders op moeilijke momenten.’

Aanschuiven aan de gate, overstappen, hopen dat je bagage meereist… Het vliegtuig nemen is voor veel mensen een stresserende aangelegenheid. Daarom kiezen steeds meer Amerikaanse luchthavens voor therapiedieren: beestjes die je kunt aaien om je luxezorgen even te vergeten. Heel wat luchthavens, zoals die van Phoenix en Minneapolis, hebben honden. Cincinnati pakt uit met miniatuurpaardjes, en San Francisco met een therapiezwijn. Maar kattenvrienden moeten volgende zomer naar Denver, waar Xeli de therapiekat rondtrippelt en passagiers ‘verrast, opvrolijkt en troost’, aldus de website. Ook bij ons worden hier en daar al therapiekatten gesignaleerd. Vooralsnog niet op Brussels Airport, maar wel in Villa Samson, een soort bijhuis van het UZ Brussel waar patiënten terechtkunnen met hun vertrouwde huisdier. Maar er lopen dus ook getrainde therapiehonden en -katten rond, die bijvoorbeeld nuttig kunnen zijn voor patiënten die kampen met depressie, autisme of eetstoornissen.

De poes als therapiedier: streel een kat en word gelukkig
© Bart Schoofs

In Vlaanderen staat de praktijk van therapiedieren, en zeker katten, nog in de kinderschoenen, benadrukt Annelies Flamang. Zij is coördinator van het postgraduaat ‘Dieren in de hulpverlening’ (Vives Hogeschool Roeselare). ‘Vorig jaar zijn twaalf zorgprofessionals, vooral ortho- en ergotherapeuten, aan onze opleiding begonnen, wat gezien het nichekarakter best veel is. En dat is een goede zaak, want er is dringend behoefte aan meer professionalisering. Steeds meer woonzorgcentra, bijvoorbeeld, nemen dieren in huis om hun bewoners op te vrolijken en nieuwe klanten te lokken: katten, konijnen, kippen… Dat is op zich geen slechte zaak, maar in de praktijk weet men vaak veel te weinig over de aanpak van die dieren. Dan krijg je zorgkundigen die de verzorging van die dieren er zomaar moeten bijnemen, zonder gespecialiseerde opleiding. Nochtans kan er weleens iets fout gaan: je kunt nog zo’n getrainde kat hebben, als een bewoner haar één keer te hardhandig vastpakt, is al het vertrouwen weg. Maar we horen ook verhalen van cliënten die worden gebeten door een niet of onvoldoende opgeleide therapiehond, of cavia’s die letterlijk doodgeknuffeld worden. Als je met levende wezens werkt, zijn er altijd risico’s.’

Van nature argwanend

Tussen de honden, lama’s en konijnen is er ook voor katten zeker plaats in de therapeutische wereld, denkt Flamang. ‘De uitdaging is natuurlijk wat groter, omdat katten van nature vrij argwanende dieren zijn. Het kost dus wat meer tijd om hun vertrouwen te winnen. Maar als dat lukt, kunnen ze zeker waardevol zijn. Al zijn ze wel vooral geschikt voor residentiële programma’s. Katten zijn heel verknocht aan hun habitat, dus je kunt er moeilijk mobiele begeleiding mee doen. Maar een psychotherapeut kan bijvoorbeeld een kat in zijn praktijk houden, die dan door cliënten geaaid mag worden. Zo’n dier schept vertrouwen en kan een goede bliksemafleider zijn om moeilijke gespreksthema’s aan te snijden. Uit onderzoek blijkt bovendien dat ons lichaam meer oxytocine, dopamine en endorfines aanmaakt wanneer we een dier aaien. En we weten ook dat katten een waardevolle band met mensen kunnen aangaan: ze kunnen zeker emotionele ondersteuning bieden.’ Ook bij ergotherapeuten kunnen katten helpen. ‘Zeker bij kinderen die moeten revalideren, kan het leren zorgen voor een kat heel motiverend werken. In Duitsland zie je al veel therapiekatten in groepspraktijken voor ergotherapie.’

De poes als therapiedier: streel een kat en word gelukkig
© Bart Schoofs

Niets dan voordelen dus. Al mogen we nooit het welzijn van zo’n therapiedier uit het oog verliezen, benadrukt Flamang. ‘Of je nu therapie organiseert met een hamster, een hond, een lama of een kat, er is altijd instemming nodig van mens en dier. En ook de emotionele impact op de dieren mag niet onderschat worden. Therapiehonden moeten soms tegen zichzelf beschermd worden, omdat ze van nature mensen troosten en ondersteunen. Na een lang contact hebben ze tijd nodig om te ontspannen. Het voordeel van therapiekatten is dat zij zelf hun grenzen aangeven: als een kat zich niet goed voelt, vertrekt ze vanzelf.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content