De pitbull in Anderlecht-coach Hein Vanhaezebrouck: ‘Ik heb al een speler laten schaduwen, ja’

Hein Vanhaezebrouck: 'Of ik ooit de Rode Duivels wil leiden? Misschien. Ik ben nog maar 53, ik heb nog tijd.' © Belga Image
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Ondanks het verlies tegen Genk, afgelopen zondag, lijkt het Anderlecht van Hein Vanhaezebrouck in niets nog op de twijfelende ploeg onder René Weiler. Zo snel, zo drastisch, hoe kan dat? ‘Mijn succes mag je afmeten aan hoe bang anderen zijn om naar het Astridpark te komen.’

Ons eerste interview met Hein Vanhaezebrouck vond in 2008 plaats, op de Grote Markt van Kortrijk. Vanhaezebrouck bestelde een Westmalle Tripel, de interviewer volgde gedwee. Negen jaar later drinken we spuitwater in Neerpede, het chique trainingscentrum van Sporting Anderlecht. ‘Laat spelers in zichzelf geloven en ze zullen dingen doen die je nooit voor mogelijk had gehouden’, zei Vanhaezebrouck destijds over zijn KV Kortrijk, dat seizoen de sensatie in eerste klasse. Het slaat evengoed op de vlotte manier waarop Vanhaezebrouck Anderlecht naar zijn hand zet. Eén dag voor ons gesprek gingen de Brusselaars dapper de strijd aan met het PSG van superster Neymar. Anderlecht miste zijn kansen en verloor uiteindelijk met 0-4, maar de uitslag doet het verhaal van de match oneer aan. ‘Een coach moet zijn ploeg laten dromen. Niks, ik herhaal, niks is belangrijker dan dat’, zegt Vanhaezebrouck terwijl hij uitkijkt over de groene weides van Neerpede. ‘Doe spelers geloven dat ze de wereld aankunnen. Als ik één ding meepak uit de Champions League-campagne met AA Gent, dan is het wel dat er altijd mogelijkheden zijn. Zelfs tegen Paris Saint-Germain.’

René Weiler redeneerde à la José Mourinho: domineren hoeft niet.

Op 3 oktober nam Vanhaezebrouck het roer over bij Anderlecht, luttele dagen na zijn ontslag bij AA Gent. Vragen over zijn vorige club gaat hij niet uit de weg, zolang ze met mate worden gesteld. ‘Wat we daar hebben neergezet, was uniek’, zegt hij. ‘AA Gent zal nog successen boeken, maar dit was zo onverwacht en het gebeurde met zo veel bravoure. Over vijftig jaar spreken ze er nog over.’

In het nieuwe Anderlecht zie je de contouren van het Gent van de grote dagen – of hoe het uitzicht van een ploeg in twee weken kan veranderen.

Hein Vanhaezebrouck: Dat verrast mij eerlijk gezegd ook, en ik zal niet beweren dat het mijn verdienste is. Voorlopig nog niet. De spelers verdienen de lof. Om zo snel de klik te voelen, heb je voetbalintelligentie nodig. Uiteraard zijn we er niet: ik zie zaken die nog veel beter kunnen, maar die meer tijd zullen kosten.

Zoals?

Vanhaezebrouck: Sorry, die primeur is voor mijn spelers.

Was Anderlecht zijn durf kwijt?

Vanhaezebrouck: Misschien wel, maar de vorige trainer wilde het ook zo. René Weiler redeneerde à la José Mourinho: domineren hoeft niet – hoe efficiënter je de punten pakt, hoe beter. De spelers pasten zich aan die filosofie aan. Ze hebben er ook succes mee behaald, maar ik denk dat deze groep liever wedstrijden domineert dan ze te ondergaan. Het maakt de transitie naar mijn voetbal makkelijker.

Wat ook helpt, is dat het publiek meegaat in wat we willen bereiken. Alsof het op dit soort voetbal zat te wachten.

Deze groep is samengesteld met een ander voetbal voor ogen. Moet u bijsturen in januari? Komen er nieuwe spelers?

Vanhaezebrouck: Het is te vroeg om die vraag te beantwoorden. Ik ken de groep nog niet van binnen en van buiten, en ik wil spelers de kans geven om mijn vooroordelen te overstijgen. Pieter Gerkens is een goed voorbeeld: met AA Gent hebben we hem willen binnenhalen en ik dacht dat ik die jongen kende, maar op training heeft hij mij overdonderd.

In de paar dagen dat u zonder werk zat, voetbalde Anderlecht tegen Celtic: zelden speelde een Belgische ploeg zo’n slappe Europese match. Deed dat u niet twijfelen?

Vanhaezebrouck: In Europa supporter ik fanatiek voor de Belgen. Speelt Zulte Waregem tegen Vitesse, dan word ik de grootste fan van Francky Dury: ‘Laat ze maar eens zien hoe goed wij in België zijn, Francky!’ Anderlecht-Celtic deed inderdaad pijn aan de ogen. De ploeg kreeg het pak slaag dat ze verdiende. Zonde, want je voelde dat deze voetballers zo veel meer konden brengen. Maar dit is een groep met veel zelfkritiek, heb ik ervaren. Ze leren van hun fouten en zoeken geen excuses.

Zullen we eens een paar spelers overlopen die veel over de tongen gaan? Waarom scoort Lukasz Teodorczyk niet meer zo vlot als vorig seizoen?

Vanhaezebrouck: Toen zat alles mee. Teo scoorde 25 goals in een halfjaar, maar daar hoeft hij dit seizoen niet op te mikken. Sterker nog: ik vond Anderlecht toen veel te afhankelijk van hem. Bij evenwichtige teams komt het gevaar van alle kanten. Neem PSG: leg je Neymar aan banden, dan maken Kylian Mbappé, Edinson Cavani of Ángel di María de goals wel.

Teodorczyk zal ik niet evalueren aan de hand van zijn doelpunten. Ik kijk naar zijn werkkracht, zijn betrokkenheid en hoe hij toelaat dat het team naar voren trekt. Wat dat betreft, is hij geweldig bezig. Je zult trouwens zien: hoe minder Teo vastgepind wordt op zijn goals, hoe meer hij er zal maken.

Klopt het dat u de fans hebt gevraagd om Sofiane Hanni niet meer zo hard aan te pakken?

Vanhaezebrouck: Ik heb de delegaties van de supportersverenigingen ontmoet en heb van de gelegenheid gebruikgemaakt om een aantal dingen aan te stippen, ja. Niets is pijnlijker dan wanneer fans een speler viseren. Dat is hard voor die jongen zelf, en het trekt de rest van de ploeg naar beneden. Zijn maats zullen Hanni dan ontlasten of net extra veel in het spel betrekken. Of ze zullen denken: ‘Misschien krijg ík morgen wel de volle laag.’ Wanneer spelers zich slecht voelen, kun je nooit goede resultaten behalen. Dat heb ik dus even onderstreept. En ik weet niet of het daardoor komt, maar op KV Mechelen hebben onze fans Hanni toegejuicht.

De pitbull in Anderlecht-coach Hein Vanhaezebrouck: 'Ik heb al een speler laten schaduwen, ja'
© BelgaImage

Leander Dendoncker was vorig seizoen de uitblinker van de kampioenenploeg. Dit seizoen haalt hij dat niveau niet.

Vanhaezebrouck: Ik zie vier oorzaken. Eén: het team was minder sterk. Twee: Youri Tielemans, op en naast het veld Leanders goede maat, is vertrokken. Drie: zoals nog enkele anderen op Anderlecht bleek hij na de titel niet klaar om weer van nul af aan te beginnen – er werd te veel geteerd op prestaties uit het verleden. En de vierde en belangrijkste oorzaak: de transferperiode. Je kunt het een kerel van zijn leeftijd (Dendoncker is 22 jaar oud, nvdr.) niet kwalijk nemen dat hij zijn focus verliest wanneer er zo aan hem getrokken wordt: ‘Blijven? Vertrekken? Waarheen? En hoeveel ga ik dan verdienen?’ Dat is nu achter de rug. Geen paniek: het komt weer goed met Dendoncker. Op training is hij een van de voortrekkers.

Vanochtend heb ik met Ivan De Witte gebeld. De voorzitter van AA Gent zei dat hij ernaar uitkeek om u uit te nodigen voor een etentje ‘zodra het stof is gaan liggen. Om uit te praten hoe het nu allemaal gelopen is.’

Vanhaezebrouck: Graag, maar wel pas wanneer Anderlecht weer vertrokken is en Gent opnieuw in een positieve flow zit. Ik heb bewust geen contact gehouden bij het afhandelen van mijn overstap. Zoiets moet bekoelen. De Witte zegt het juist: laat eerst het stof gaan liggen. Daarna zal ik met plezier uitdrukken hoezeer ik de mensen bij AA Gent apprecieer.

Komt het dit seizoen nog goed met Gent?

Vanhaezebrouck: Ze zitten niet in een ideale positie, maar de competitie duurt nog lang. We hadden bij Gent meer punten verdiend dan we kregen. Veel meer. Ik blijf overtuigd dat het team grote mogelijkheden heeft. Laat het een sterke reeks neerzetten, en Gent komt in beeld voor play-off I.

Als een paar ballen beter waren gevallen, had u daar nog op de bank gezeten.

Vanhaezebrouck: Het is een spiraal, hè? Onverdiend verliezen, de volgende match een onterechte rode kaart, dan zelf verdedigend in de fout gaan… Zodra het tegenvalt, voelen de misnoegden zich geroepen om hun mening te geven – en heb je geen resultaten om hun verhaal mee te ontkrachten.

(denkt na) Ik ben een veeleisende coach, dat besef ik. Een moeilijk mens. Maar ik geef wel de ruimte en ik heb geduld. Tweede kansen werden derde kansen, bij Gent. Je probeert, probeert en probeert – en ze snappen het niet. Ik voelde dat mijn verhaal niet meer aansloeg. Het is tegen mijn aard, maar een ontslag was de enige uitkomst die ik nog zag. Ik zal daar niet te vaak meer op terugkomen. Gent is een afgesloten hoofdstuk.

U wordt al een aantal jaar met lof overladen. Hebt u veel leedvermaak ervaren, nu het eens minder ging?

Vanhaezebrouck: Hoge bomen vangen veel wind. Lees er de kranten van augustus en september maar op na: ze wisten Hein Vanhaezebrouck wonen. (lacht wrang) Niks was nog goed. Dat stoorde me niet, zoiets hoort erbij. Zelfs tijdens de grootste successen besefte ik dat de weerbots wel zou komen.

Ik mijd de sociale media, dat voordeel heb ik. Geen Twitter, geen Facebook, ik antwoord zelfs amper op sms’jes. Bij dezen wil ik alle mensen bedanken die mij bij mijn ontslag een berichtje hebben gestuurd. Als ik ze allemaal had moeten beantwoorden, was ik drie dagen kwijt geweest. En toen ik naar Anderlecht kwam, werd het nog erger. Hoeveel sollicitaties ik heb gekregen van kandidaat-hulptrainers! Van grote namen, je zou schrikken als je zou weten welke.

Drankmisbruik is een probleem in ons voetbal. Er zijn spelers genoeg over wie er verhalen rondgaan.

U wilde er graag Yves Vanderhaeghe bij, destijds uw hulptrainer bij KV Kortrijk en ondertussen uw opvolger bij AA Gent. Dacht u dat hij voor een assistentschap zou kiezen? Een generaal die weer luitenant wordt: vanzelfsprekend is het niet.

Vanhaezebrouck: Het was een slip of the tongue. ‘Met wie heb je vroeger graag gewerkt?’ ‘Ha ja: Yves, hè?’ Karim Belhocine (hulptrainer bij Anderlecht, overgekomen van Kortrijk, nvdr.) heeft hem buiten mijn weten om gepolst. Yves zei niet direct nee. Natuurlijk heb ik hem meteen gebeld. Hij liet verstaan dat hij binnenkort misschien weer aan de slag kon als hoofdcoach. Hij heeft erover getwijfeld, en dat vond ik een compliment. Het bewijst dat onze samenwerking iets voor hem heeft betekend.

‘Traditie wint geen wedstrijden’, zei René Weiler. Had hij gelijk?

Vanhaezebrouck: Traditie op zich niet, nee. De clou is dat je die traditie moet bestendigen. Eigenlijk is dit de eerste keer in mijn carrière dat ik het zo benader. Kortrijk was een liftploeg. Daar luidde de uitdaging: ‘Maak hier een stabiele eersteklasser van.’ Vandaar dat ik ook lang in Kortrijk ben gebleven. Gent was de kleinste van de grotere eersteklasseclubs. Dat moest een ploeg worden die mee kon strijden voor de titel, wat veel sneller is gelukt dan ik voor mogelijk had gehouden.

Nu arriveer ik in een traditieclub. (uit het hoofd) Anderlecht heeft 34 titels, 9 bekers en 3 Europacups gewonnen. Winnen zit hier in het DNA – liefst met verzorgd, aanvallend voetbal. Ik zou wel gek zijn als ik dat aura, dat toch al rond de ploeg hangt, niet zou aanwakkeren. Anderlecht was de band met zijn verleden kwijt. Met mijn vorige clubs kwamen wij hier spelen vanuit het idee dat een punt er zeker in zat. Wel, mijn succes mag je afmeten aan hoe bang anderen zijn om naar het Astridpark te komen. Het moet weer worden: ‘Oei, volgend weekend spelen we tegen Anderlecht.’

Uw voorgangers hebben hun tanden stukgebeten op een zekere nonchalance die er bij Anderlecht soms insluipt: ‘Wij zijn Anderlecht. Ons kan niks overkomen.’

Vanhaezebrouck: Dat is een van de eerste dingen die ik tegen de jongens heb gezegd: ‘Verslapping tolereer ik nooit.’ Je maakt jezelf belachelijk als je de tegenstander onderschat. Hoelang is het geleden dat Anderlecht met 20 punten voorsprong kampioen is geworden? In de Belgische competitie loopt niet de allerbeste kwaliteit rond: ik ben de eerste om dat toe te geven. Maar bij de kleinere teams wordt er bijzonder goed gewerkt. Bayern München of Real Madrid winnen met 6-0 tegen ploegen uit de tweede kolom. Dat lukt Anderlecht of Club Brugge maar zelden.

Moet Anderlecht kampioen worden?

Vanhaezebrouck: Het is niet met zoveel woorden gezegd toen ik mijn contract tekende, maar natuurlijk is dat het doel. Anderlecht is de grootste club met de meeste titels. Hier kun je niet zeggen: ‘Goh, top drie zou mooi zijn.’

Club Brugge heeft wel al een kloof geslagen.

Vanhaezebrouck: Ivan Leko is fantastisch gestart. Zijn Club wint ook als het moeilijker loopt. Ze sleuren het resultaat eruit. We moeten hopen dat Brugge steken laat vallen. Dat kan ook: ploegen die sterk starten kennen vaak een terugval in de wintermaanden. Sowieso moeten wij het perfecte parcours afleggen. De onderlinge duels met Club worden belangrijk: verliezen we die, dan wordt de kloof onaangenaam groot.

Anderlecht wilde u al een hele tijd.

Vanhaezebrouck: Er is interesse geweest, maar nooit rechtstreeks contact. Ik hield de boot af, want ik ben niet iemand die snel een engagement verbreekt. Wat ik nu gedaan heb, is uitzonderlijk in mijn carrière. Ik kan beloven dat het geen gewoonte wordt.

Voetballers worden goed betaald, clubs mogen eisen dat ze zich verzorgen. Maar de polsbandjes van Racing Genk gaan mij te ver

Ook het Duitse Wolfsburg heeft u gepolst. Was u niet benieuwd of uw aanpak in het buitenland zou aanslaan?

Vanhaezebrouck: Het familiale speelt een rol. Als ik het echt had gewild, had mijn gezin zich aangepast, maar ik vond het niet het juiste moment. Hoe gaat zoiets? Je bent een vrije trainer, Anderlecht komt op de proppen. Zeg ik nee, dan komt hier iemand anders – en krijg ik waarschijnlijk nooit opnieuw die kans.

U had ook tot de zomer kunnen wachten. Na het WK vertrekt Roberto Martínez waarschijnlijk als coach van de Rode Duivels: het lijkt niet onlogisch dat de Belgische Voetbalbond in u zijn opvolger zou hebben gezien.

Vanhaezebrouck: Zover kan ik niet in de toekomst kijken. Martínez is nog in dienst. Nu speculeren wie de volgende bondscoach wordt, vind ik niet collegiaal. Of ik ooit de Rode Duivels wil leiden? Misschien. Ik ben nog maar 53, ik heb nog tijd.

Twijfelt u vaak?

Vanhaezebrouck: Bijna nooit.

Dat straalt u ook uit. En dat is dus geen pose?

Vanhaezebrouck: Ik weeg mijn keuzes zorgvuldig af, maar dat proces blijft buiten beeld. Zodra een beslissing gevallen is, kijk ik niet meer terug. Ofwel ben je zeker van je zaak, ofwel heb je niet diep genoeg nagedacht.

Eigenlijk werk ik heel visueel wanneer ik een ploeg opstel. Ik teken een schema, en als ik lang genoeg kijk, zie ik de mogelijkheden opduiken. Zoals een architect een plan tekent: plots passen de puzzelstukken in mekaar. Voor mij bestaat het vak van trainer uit twee componenten: strategie en tactiek. Met strategie bedoel ik dat ik honderd-en-een scenario’s uitteken. Wat er ook op het veld gebeurt, ik heb een antwoord klaar.

Tactiek is inspelen op onverwachte gebeurtenissen. Voor één rode kaart heb ik een plan, voor twee ook, maar niet voor drie. Dan moet je improviseren, en daar ligt mijn sterkte niet. Ik voel me beter wanneer de zaken op orde zijn. Weet je hoever dat gaat? Terwijl ik dit zeg, ben ik aan het denken dat ik dringend een strategie op papier moet zetten voor wanneer we drie keer rood zouden krijgen. Want zoiets kan gebeuren, hè?

Peter Maes laat zich inspireren door De kunst van het oorlogvoeren, een standaardwerk van de Chinese generaal Sun Tzu dat van rond 500 voor Christus dateert.

Vanhaezebrouck: Ik ben er nog niet aan begonnen. (lacht) Ik ben sowieso geen lezer. Geef mij maar National Geographic of Discovery Channel.

Wat begeestert u buiten het voetbal?

Vanhaezebrouck: Architectuur. Het nieuwe oefencomplex van AA Gent heb ik mee ontworpen: pure ontspanning. Nadenken over wat waar moet komen en waarom, daar kan ik enorm van genieten. Het is een soort puzzel, maar dan levensgroot.

Wat nog? Ik kook graag, zonder een meester-kok te zijn. De Vlaamse keuken, maar ook Italiaans of oosters. Ik vind het jammer dat het minder goed weer wordt, want ik ben een enthousiaste barbecueër. Geen worsten of hamburgers, maar barbecue grand cru: mosselen, côte à l’os of een hele vis. Mijn specialiteit is zeevruchten in papillot.

En aan de hobby die me het dierbaarst is, kom ik het minste toe: ik hou enorm van reizen. Ken je het lijstje van de zeven nieuwe wereldwonderen? Die zou ik graag allemaal willen zien. Twee ervan mag ik al wegstrepen: Chichén Itzá in Mexico en de rotswoningen van Petra in Jordanië. De rest is voor na mijn pensioen.

Nu we het over het leven naast het voetbal hebben: bij Racing Genk monitoren ze hun team de klok rond via polsbandjes. ‘Ze weten zelfs wanneer we seks hebben’, zei een anonieme speler.

Vanhaezebrouck: Ik begrijp de reflex om alles van je spelers te willen weten: voetballers worden goed betaald, clubs mogen eisen dat ze zich verzorgen. Maar dit gaat mij te ver. Iedereen heeft recht op een leven buiten de job. Ik las dat de spelers van Genk dat polsbandje vergeleken met een enkelband, en dat is het eigenlijk ook. Kun je er ook mee nagaan waar een speler zich bevindt?

Nee, maar wel of hij wakker is. Van een voetballer die ver na middernacht nog op is, kun je vermoeden dat hij op café zit.

Vanhaezebrouck: Als dat het probleem is, zijn er andere middelen om iemand op zijn verantwoordelijkheid te wijzen. Dan laat je hem schaduwen.

Hebt u dat ooit gedaan?

Vanhaezebrouck: Eén keer. Bij iemand aan wie je niks merkt, zou ik dat nooit doen, maar deze jongen was altijd moe, zijn gewicht schommelde ongelooflijk, en op sommige ochtenden verspreidde hij niet mis te verstane geuren. Zulke signalen kon ik niet negeren. Natuurlijk heb ik die speler er eerst op aangesproken, maar hij ontkende alles. De verhalen bleven komen, en je begon zelfs te horen: ‘Hoe kan het dat de club hier niet tegen optreedt?’ Dus heb ik die speler laten volgen, louter om hem met de feiten te kunnen confronteren.

Niet dat het geholpen heeft. Zodra iemand die kant opgaat, is het einde nabij. Drankmisbruik is een reëel probleem in het Belgische voetbal. Er zijn spelers genoeg over wie er verhalen rondgaan. En trainers ook, trouwens. Gelukkig hoor ik daar niet bij.

Hein Vanhaezebrouck

– 1964 geboren in Kortrijk

– 1984 debuteert bij provinciale club White Star Lauwe

– 1985 verhuist naar eersteklasser KV Kortrijk, maar breekt niet door

– 1989 stapt over naar Harelbeke. Maakt de opgang van derde naar eerste klasse mee

– 1998 verhuist naar naar Lokeren. Wordt er in 2000 hulptrainer

– 2002-2006 hoofdcoach bij Ingelmunster, Harelbeke en White Star Lauwe

– 2006 stapt over naar KV Kortrijk, waarmee hij promotie naar eerste klasse viert

– 2009 wordt ontslagen na vier maanden als coach van Racing Genk. Keert terug naar Kortrijk

– 2012 verliest de bekerfinale tegen Lokeren. Wordt verkozen tot Trainer van het Jaar

– 2014 wordt als hoofdcoach kampioen met AA Gent. Wordt opnieuw Trainer van het Jaar

– 2017 verlaat Gent en wordt hoofdcoach bij Anderlecht

Dit artikel verschijnt op woensdag 25/10 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content