De opkomst van de Vlaamse drone-industrie: ‘We mogen gerust de ambitie tonen om bij de Europese top te horen’

Identificatie van zeemijnen door een Seascan drone van Exail Robotics Belgium. © Emmanuel Donfut / Balao
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De oorlog van de toekomst wordt niet door soldaten, maar door drones en andere robots uitgevochten. Ook ons land moet in drones investeren, zegt innovatieofficier Koen Ceulemans. Vlaamse bedrijven kunnen een vooraanstaande rol spelen in Europa.

‘Als we niet in drones investeren, wordt de Belgische defensie irrelevant’, zegt Koen Ceulemans, innovatieofficier bij de landmacht. ‘We zullen in de toekomst drones nodig hebben bij elk gevecht, zowel in de landmacht, luchtmacht en marine als in de medische dienst.’ De komende jaren kan Defensie over meer dan 2000 drones beschikken, maar in geval van een conflict zijn meer dan 100.000 stuks per jaar nodig.

‘De oorlog van de toekomst zal vooral door robotsoldaten en drones worden gevoerd’, zegt ook Roland Duchâtelet. Een van de technologiebedrijven waarin hij participeert is Fremach, ‘dat jaarlijks ongeveer 60 miljoen onderdelen voor Europese auto’s produceert. Eenmaal de drones ontwikkeld zijn en klaar zijn voor productie, kan Fremach binnen het jaar 100.000 drones leveren’, klinkt het.

Duchâtelet vertelt dat hij uit een militaire familie komt en daarom bijzonder geïnteresseerd is in wat er op dat vlak gebeurt: ‘In Sint-Truiden, waar ik woon, is er een belangrijke school voor onderofficieren. Tijdens een opendeurdag werd daar een drone gepresenteerd die onder water mijnen neutraliseert. Een heel mooi product en ik was blij te zien dat ook de militairen zich bewust zijn van wat vandaag allemaal mogelijk is.’

Die onderwaterdrone was afkomstig van Exail Robotics Belgium uit Oostende. ‘Bij drones denkt iedereen aan vliegende toestellen, maar er zijn ook drones die onder water worden ingezet’, zegt algemeen directeur Steven Luys.

‘De Belgische marine is wereldwijd nummer één in mijnenjagen. We leveren drones om de mijnen te detecteren, identificeren en indien nodig te vernietigen. Dankzij drones kan dat op een afstand gebeuren waardoor schepen het mijnenveld niet meer hoeven in te varen.’

Project 2025 voor Europa: kan de EU zichzelf wel verdedigen zonder noemenswaardige defensie-industrie?

Nachtkijkers en radars

Er is geld voor defensie. De Europese Commissie wil met het plan ReArm Europe meer dan 800 miljard euro vrijmaken voor militaire uitgaven. De Belgische regering wil haar defensie-uitgaven structureel optrekken naar de NAVO-norm van 2 procent van het bbp, goed voor meer dan 12 miljard euro per jaar. Tegen 2029 moet dat 2,5 procent worden. Minstens. Dat betekent nog meer geld voor militaire investeringen, die ‘prioritair in België’ zullen gebeuren, zo staat in het regeerakkoord. 

Wat kan er concreet in ons land worden aangekocht? Wat stelt de defensie-industrie in België nog voor? Volgens technologiefederatie Agoria zijn er in België zo’n 80 bedrijven die rechtstreeks militaire goederen en diensten leveren aan strijdkrachten, samen goed voor 2 miljard euro omzet en 5000 directe jobs. Als je de toeleveranciers meerekent, kom je aan 511 bedrijven, goed voor 4 miljard euro omzet en 13.000 jobs.

80 bedrijven leveren in België rechtstreeks militaire goederen en diensten aan strijdkrachten.

De klassieke wapenbedrijven in ons land zijn traditioneel in Wallonië gevestigd en zullen zeker profiteren van de miljardeninvesteringen in defensie. Het gaat dan om FN Browning, het vroegere FN Herstal, met een dochterbedrijf in Zutendaal dat munitie levert.  De industriële groep John Cockerill wil op een leegstaande site als Audi Vorst of Caterpillar Charleroi pantserwagens maken. De Nijvelse artillerieproducent Mecar levert al decennia vuurwapens, pantservoertuigen en granaten. 

Vlaanderen heeft maar een handvol pure defensiebedrijven en produceert geen wapens. Er zijn wel een dertigtal ondernemingen die als toeleverancier gelinkt zijn aan defensie. De grootste is ScioTeq, die voortkomt uit de Kortrijkse technologiegroep Barco. ScioTeq levert beeldschermen voor onder meer helikopters en tanks. Een andere bekende naam is OIP Sensor Systems uit Oudenaarde, een bedrijf dat nachtkijkers en wapenvizieren vervaardigt. En Advionics in Oostkamp zorgt voor radar- en communicatietechnologie. 

Natuurlijk zijn er ook in Vlaanderen bedrijven die een rol willen spelen in de defensie-industrie, zeker nu de regering-Diependaele met een ‘defensieplan’ de eigen industrie wil versterken. De focus van de Vlaamse regering zou liggen op participaties in hoogtechnologische ondernemingen die ook potentieel hebben voor civiel gebruik, zoals luchtvaart, cybersecurity en drones.

Meer geld voor defensie, maar wat is het plan?

Luchtballonnen

Vlaanderen telt enkele bedrijven die drones vervaardigen. Het inzetten van drones in een oorlog is vrij recent. De eerste bekende toepassing van onbemande vliegende toestellen voor militaire doeleinden dateert uit 1849, toen het Oostenrijkse leger Venetië belegerde. De Oostenrijkers stuurden toen 200 met explosieven gevulde luchtballonnen om Venetië aan te vallen. Door de stevige wind misten de meeste ballonnen hun doel en een aantal keerde zelfs terug naar de Oostenrijkse linie. 

Nadat Israël in 1982 onbemande toestellen had ingezet om de Syrische luchtmacht met succes uit te schakelen, was het belang van unmanned aerial vehicles voor iedereen duidelijk.

Daarna werd er nog wel geëxperimenteerd met onbemande vliegende toestellen, maar in de Eerste Wereldoorlog werden ze op het slagveld niet ingezet. In het interbellum werd er verder aan gewerkt en in de jaren dertig was er bijvoorbeeld het Britse DH.82B Queen Bee, een radiografisch vliegtuigje. De naam ‘Queen Bee’ leidde tot de associatie met een ‘drone’, een mannelijke bij, en de term bleef hangen. Maar ook in de Tweede Wereldoorlog werden ze niet echt ingezet.

Pas tijdens de Koude Oorlog raakte de ontwikkeling van drones in een stroomversnelling, toen Amerika en Rusland ze op grote schaal gebruikten om te spioneren. En nadat Israël in 1982 onbemande toestellen had ingezet om de Syrische luchtmacht met succes uit te schakelen, was het belang van unmanned aerial vehicles (UAVs) voor iedereen duidelijk.

Chinese drones

De oorlog in Oekraïne illustreert dat drones tegenwoordig een voorname rol spelen op het slagveld. Duchâtelet: ‘Oekraïne heeft knowhow opgebouwd over drones in oorlogstijd die niemand anders heeft. De regering-De Wever trekt geld uit om Oekraïne te steunen. Ik hoop dat Oekraïne zijn ervaringen met ons kan delen, zodat wij daar gebruik van kunnen maken bij het verder ontwikkelen van drones.’

‘De dronemarkt wordt vandaag gedomineerd door Chinese bedrijven’, zegt Bart Jorissen van Agoria. ‘Dat zijn goede en goedkope toestellen, maar de vraag is natuurlijk of je Chinese drones wil inzetten voor bijvoorbeeld de monitoring van kritische infrastructuur. Het is begrijpelijk dat Defensie dan liever Amerikaanse systemen aanschaft, maar die zijn veel duurder. Daarom is er een rol weggelegd voor drones van eigen makelij.’

‘Voor onze strategische autonomie is het cruciaal om zelf drones te produceren.’

Koen Ceulemans, innovatieofficier bij de landmacht

‘Het is belangrijk dat er een Belgische drone-industrie wordt ontwikkeld’, zegt ook innovatieofficier Ceulemans. ‘Een goede reden is strategische autonomie. Herinner u de coronacrisis, toen iedereen mondmaskers wilde hebben en er niet aan raakte. Dat riskeer je ook als er een groot conflict uitbreekt: iedereen wil dan drones en als je geen eigen productie hebt, wordt het moeilijk om daaraan te raken. Daarom is het cruciaal om zelf drones te produceren.’

Zelfmoorddrones

Er zijn al enkele bedrijven in Vlaanderen die drones vervaardigen. Het Franse dochterbedrijf Exail Robotics Belgium speelt zoals gezegd een vooraanstaande rol met onderwaterdrones die op zoek gaan naar zeemijnen. Dit bedrijf werd in 2019 opgericht en sindsdien gaat het snel: ‘Sinds de zomer van 2023 verdubbelde het aantal werknemers tot een negentigtal’, zegt algemeen directeur Steven Luys. ‘Ik ben voortdurend op zoek naar technische arbeiders en ingenieurs.’

De NAVO gebruikt de onderwaterdrones van Exail onder meer tegen sabotage in de Baltische Zee. Het bedrijf voorziet ook de mijnenjagers van de Belgische en Nederlandse marine van onbemande onderwaterdrones, die naar mijnenvelden kunnen worden gestuurd. Luys: ‘We leveren bijvoorbeeld de K-Ster C, een zelfmoorddrone: de drone wordt naar een mijn geleid en hecht zich daaraan vast. De mijn wordt dan met een explosief onschadelijk gemaakt, waarbij ook de drone verloren gaat.’

Een onderneming die vliegende drones maakt is DroneMatrix in Hasselt. Het bedrijf is voor 30 procent in handen van de familie Vanwelkenhuyzen die het in 2015 oprichtte, de rest zit bij een Noors consortium. Frank Vanwelkenhuyzen: ‘Met onze drones bewaken we de Antwerpse haven, voor spoorbeheerder Infrabel controleren we de spoorlijnen en voor Elia inspecteren we het hoogspanningsnet. We kijken nu ook naar de militaire markt. We willen met onze drones niet alleen militaire sites bewaken, maar nog een stap verder gaan.’

‘Oekraïne wordt soms aangevallen door een massaal aantal drones’, vervolgt Vanwelkenhuyzen. ‘Wij willen onze drones uitrusten met drie jagerdrones, die de aanvallende drones kunnen uitschakelen. Die jagerdrones worden met kunstmatige intelligentie gestuurd en moeten onderling kunnen communiceren. We willen ze uitrusten met een explosief waarmee de vijandige drone wordt uitgeschakeld en daarvoor hebben we net een explosievenexpert aangeworven. De ontwikkelingen gaan tegenwoordig erg snel.’

‘De miljarden van Theo Francken: het geld voor Defensie is er al, maar waar is zijn plan?’

De Saboteur

Ook Helicus is een naam in de Vlaamse dronewereld. Dit Antwerpse bedrijf werd in 2016 opgericht en richt zich vooral op het transport van bloedmonsters, urine- en bloedstalen enzoverder tussen ziekenhuizen en laboratoria. ‘Onze drones zouden natuurlijk ook gebruikt kunnen worden voor militaire doeleinden’, zegt operationeel directeur Geert Vanhandenhove.

‘Ik denk dan niet zozeer aan bewapende drones, maar we kunnen ze bij buitenlandse inmenging inzetten als het gewoon transport niet meer mogelijk is. Ons netwerk kan in geval van oorlog onmiddellijk beschikbaar zijn voor militaire ondersteuning.’ 

Er zijn ook nog andere militaire projecten waar Helicus aan denkt, maar liever nog niet te veel over uitweidt: ‘We willen onze drones inzetten bij inspecties van en interventies bij de infrastructuur op zee, die zeer kwetsbaar is.’

Een vrij nieuwe naam is de Brugse kmo Sol.One, die naast dronesoftware ook een bewapende drone ontwikkelde, de Saboteur. Dat is een drone met een spanwijdte van vier meter die 400 kilometer kan vliegen en uitgerust wordt met 70mm-raketten die in Herstal worden gemaakt door een dochterbedrijf van het Franse Thales.

Bedrijfsleider Filip Verhaeghe heeft al eens gezegd dat hij graag zou overgaan tot massaproductie van de drone, want om doeltreffend te worden ingezet moeten pakweg 100 van zo’n drones gelijktijdig worden gelanceerd. Voor zo’n massaproductie is geld nodig.

Er zijn nog veel andere bedrijfjes actief in de dronemarkt, zoals bijvoorbeeld ZSE dat opereert vanuit de ‘Droneport’ op de luchthaven van Brustem (Sint-Truiden). Het bedrijf werd opgericht door de Turkse industrieel Oktay Ercan, die in eigen land al actief is in de wapenindustrie en bij ons vooral bekend is als redder van voetbalclub Westerlo. ZSE maakt een microdrone, onder meer om andere drones uit de lucht te halen en heeft al laten weten dat ze hopen op overheidscontracten van Defensie.

Dual use

‘Natuurlijk hopen veel bedrijven die bezig zijn met drones dat ze een graantje kunnen meepikken van de verhoogde defensiebudgetten’, zegt Duchâtelet. ‘Eerlijk gezegd betwijfel ik of daar veel geld naartoe moet gaan. Het heeft geen zin om veel drones op voorhand te produceren en dan ergens te stockeren. Wanneer ze worden ingezet, zijn ze allicht al verouderd. Ik heb het daar met Theo Francken al een paar keer over gehad en ook de minister van Defensie vindt dat het dwaas zou zijn om nu veel geld in de productie van drones te investeren.’

‘We moeten nu de nadruk leggen op onderzoek en ontwikkeling van drones’, vervolgt Duchâtelet. ‘We moeten prototypes ontwikkelen, kleine reeksen maken om te testen. Als ze ooit nodig zijn, beschikken we over voldoende bedrijven die snel en massaal de beste drones van het moment kunnen produceren.’ 

‘Het heeft geen zin om veel drones op voorhand te produceren. Wanneer ze worden ingezet, zijn ze allicht al verouderd.’

Roland Duchâtelet van technologiebedrijf Fremach

Naast het al genoemde Fremach participeert Duchâtelet ook in Melexis, ‘dat microchipsensoren voor robots, auto’s en drones vervaardigt. Die chips kun je vergelijken met de zintuigen van de mens, zoals de ogen, het warmte- of koudegevoel, het gehoor, de tastzin. Melexis produceert ook microchip-actuatoren, die de bewegingen aansturen van onderdelen van auto’s, drones en robots, zoals een robotarm. We leveren van beide samen ongeveer een half miljard chips per jaar. Op het moment dat de drones nodig zijn, staan we klaar.’

Ceulemans bevestigt dat de innovatiecyclus van drones zeer kort is. ‘We zien in Oekraïne dat er al na zes tot twaalf weken aanpassingen nodig zijn. De technologische ontwikkeling gaat zeer snel. Onderzoek en ontwikkeling is daarom belangrijk. Maar om dat te kunnen financieren heb je als bedrijf voldoende schaalgrootte nodig. Daarom moet je als onderneming niet alleen kijken naar militaire toepassingen, maar ook proberen drones te leveren aan de politie, brandweer, de haven van Antwerpen, spoorwegbeheerder Infrabel enzoverder. Dual use is belangrijk: je moet produceren voor de burgerlijke én de militaire markt.’

‘Een Belgisch dronebedrijf hoeft zich ook niet alleen op eigen land te richten’, vervolgt Ceulemans. ‘We mogen gerust de ambitie tonen om bij de Europese top te horen. Dat alles vergt niet alleen investeringen, maar ook meer samenwerking tussen bedrijven. Drones vormen een technologische én een economische uitdaging.’


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content