Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘De moraliserende klaagindustrie draait op volle toeren’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

Stop nu toch eens met moraliseren en klagen wanneer het over de islam gaat, stellen Veerle Wouters en Hendrik Vuye.

‘Een mens kan niet neutraal zijn, of hij is geen mens meer’, schrijft filosoof Ignaas Devisch (DS 30 augustus 2017). Hij heeft het over de begripsverwarring tussen neutraliteit en eigenheid. ‘Daardoor monden seculiere pleidooien voor het afleggen van opzichtige religieuze symbolen steeds meer uit in een verkapt “eigen cultuur eerst”-betoog’. De overheid moet deze ‘angst voor andersheid’ doorbreken ‘door aan te tonen dat het dragen van religieuze tekenen onpartijdigheid niet in de weg hoeft te staan – zoals inderdaad met een affiche van een vrouw met een hoofddoek’. Tot daar Ignaas Devisch.

De moraliserende klaagindustrie draait op volle toeren.

Kan een mens niet neutraal zijn? Vanzelfsprekend zijn we allen uniek. Het is een open deur intrappen te stellen dat mensen anders zijn, verschillende visies en overtuigingen hebben. Net daarom moet de overheid en haar dienstverlening neutraal zijn. De overheid moet net, als een neutrale organisator, het samenleven van al die diverse overtuigingen en religies mogelijk maken. Juristen zijn daar reeds heel lang mee bezig. De rechter moet onpartijdig zijn. Daar zijn duidelijke regels over die samengevat worden in het gekende adagium ‘justice must not only be done, it must also be seen to be done‘. Hier geldt een dubbele toets. Ten eerste een subjectieve toets, wat maakt dat een rechter die bevooroordeeld is, niet mag zetelen. Alleen is het in sommige gevallen bijzonder moeilijk om te weten of iemand bevooroordeeld is. Wij hebben namelijk geen toegang tot wat iemand denkt, gelukkig maar. Net daarom bestaat er een tweede, objectieve toets. Hier wordt gekeken vanuit het standpunt van een externe waarnemer of er gegronde redenen kunnen zijn om te twijfelen aan iemands onpartijdigheid. En net daarom mogen rechters bijvoorbeeld geen religieuze symbolen dragen.

Dergelijke neutraliteit verwachten we ook van de andere overheidsapparaten. En dit zal zeker het geval zijn wanneer het gaat over taken waar de overheid gebruik maakt van haar staatsmacht, zoals het leger en de politie.

De column van Devisch is om vele redenen interessant. De toon van het stuk is sterk moraliserend: wie voor neutraliteit gaat, is een angsthaas met een ‘eigen cultuur eerst’-betoog. Subtiel zet Devisch hier iedereen die voor neutraliteit pleit in het kamp van Filip Dewinter. Opgeruimd staat netjes. Want zo is ieder verder debat onmogelijk. Dit is trouwens de paradox van Filip Dewinter. Hij maakt zelf, door zijn vaak snoeiharde uitspraken, een debat over de plaats van de religie in de maatschappij welhaast onmogelijk. En nochtans moet dit debat gevoerd worden.

Filip Dewinter maakt zelf, door zijn vaak snoeiharde uitspraken, een debat over de plaats van de religie in de maatschappij welhaast onmogelijk. En nochtans moet dit debat gevoerd worden.

Net als vele anderen herleidt Devisch diversiteit tot islam. In zijn pleidooi voor andersheid, geeft hij één voorbeeld: een dame met een hoofddoek in een campagne van de Vlaamse overheid. Zijdelings komt een tweede voorbeeld aan bod, de anti-boerka affiche van Alternative für Deutschland (AFD). Boerka en hoofddoek, daartoe wordt eigenheid beperkt. Eigenheid is nochtans zoveel meer dan religie en zeker veel meer dan islam. Maar door voortdurend diversiteit te verengen tot islam en het dragen van een hoofddoek, is er intussen al een sterke klaagindustrie opgebouwd. Vaak gaat dit ten koste van andere minderheidsgroepen of maatschappelijk kwetsbare groepen, die veel minder aan bod komen in het maatschappelijk debat.

Het resultaat van deze klaagindustrie lees je in het pas verschenen jaarverslag van Unia. Het aantal dossiers in 2016 over vermoedelijke discriminatie op basis van geloof of levensbeschouwing in het domein werk is met 91 procent toegenomen tegenover 2015. De klaagindustrie draait op volle toeren.

Het valt op hoe snel men spreekt van discriminatie wanneer het gaat over religieuze symbolen, zeker over een hoofddoek. De vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld wordt anders bekeken. Niemand zal spreken van discriminatie wanneer een werkgever zijn werknemers verbiedt te komen werken met een T-shirt van een politieke partij. Wie in punk of gothic kleding gaat solliciteren of zijn gezicht vol tatoeages zet, weet ook dat dit niet de beste manier is om te worden aangeworven. Het klassieke argument ‘het is mijn lichaam, ik bepaal wat ik bedek’ van Aya Sabi in De Morgen doet niet terzake. Iedereen kan en mag zijn religie vrij beleven, maar je mag toch echt niet verwachten dat elke werkgever, en zeker de overheid, zomaar moet aanvaarden dat je deze religie even mee naar het werk neemt? Misschien moeten burgers ook eens de consequenties van hun eigen vrije keuze aanvaarden en niet al te snel het woord discriminatie in de mond nemen?

Iedereen kan en mag zijn religie vrij beleven, maar je mag toch echt niet verwachten dat elke werkgever, en zeker de overheid, zomaar moet aanvaarden dat je deze religie even mee naar het werk neemt?

Maar er zijn ook al nieuwe argumenten in de maak. Volgens Rachida Lamrabet, onder meer op op Knack.be, draagt een hoofddoek geen ideologische boodschap uit. Het gaat slechts om ‘een geloofsartikel, een noodzakelijke kledingwijze om het geloof te beleven’. En dan? Niet alleen een ideologie, maar ook een religie is een boodschap. En deze boodschap is nu eenmaal niet aan iedereen besteed in een democratie. Iedereen heeft het recht om die religieuze boodschap af te wijzen, ze te negeren, zelfs er niets mee te maken willen hebben. We leven nu eenmaal niet in een theocratie. En net om iedereen die vrijheid te geven, blijft een overheid best zover mogelijk weg van het ideologische en het religieuze.

In de reeks ‘Allah in Europa‘ van Jan Leyers legt de voormalige grootmoefti van Bosnië de vinger op de wonde. Hij stelt: ‘Martin Luther King zei: ik heb een droom, iedereen luisterde naar hem. Als hij had gezegd, ik heb een klacht, had niemand geluisterd. Willen we bij de mensen zijn die altijd maar klagen, dit is wat moslims vaak doen’. En hij voegt er zelfs aan toe dat men in Europa een baan vindt, een woning, een school voor de kinderen en dat dit respect verdient. Helaas blijft de moraliserende klaagindustrie bij ons wel op volle toeren draaien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content