Ewald Pironet

‘De machtsstrijd tussen de MR en de PS is ingebakken in de regering-De Croo’

‘Paars eindigt bont en blauw’, zei een socialistische oud-strijder ooit. Voor de regering-De Croo gaat dat niet op: die begínt al bont en blauw.

Het was een fijne opmerking van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez aan het adres van SP.A-voorzitter Conner Rousseau: ‘De MR is onontbeerlijk in de regering, de SP.A niet.’ Dat venijnige zinnetje van de 34-jarige voorzitter van voetbalclub Royal Francs Borains kwam er nadat de 29-jarige organisator van Joetz-zomerkampen in Nieuwpoort hardop had gezegd waar iedereen in de Wetstraat het volmondig over eens is: ‘We wisten op voorhand dat we daar veel miserie mee gingen hebben’ – hij doelde op Bouchez, die voortdurend op iedereen afgeeft en vooral op de socialistische ministers.

De machtsstrijd tussen de MR en de PS is ingebakken in de regering-De Croo.

Het gaat hier om meer dan het gedrag van twee jonge haantjes. Het is de uiting van de fundamentele tegenstelling in de regering-De Croo. Een tegenstelling die alleen maar meer naar boven zal komen.

In dit geval heeft Bouchez wel gelijk. Ook zonder de 9 zetels van de SP.A heeft de regering-De Croo nog een meerderheid van 77 op de 150 zetels. Naast Groen (9 zetels) is de SP.A de enige partij in de Vivaldi-coalitie die mathematisch gemist kan worden. Alleen zullen de Waalse socialisten van Paul Magnette hun Vlaamse kameraden nooit laten vallen – en het omgekeerde zal al helemaal niet gebeuren. De PS is met 19 zetels veruit de grootste Vivaldi-partij. Met 28 zetels vormt de socialistische familie het grootste blok.

Aan de andere kant staat het liberale bondgenootschap, samen goed voor 26 zetels. De MR (14 zetels) zit alleen maar in de regering omdat Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert niet zonder zijn Franstalige tegenhanger in een coalitie wilde stappen. Geen enkele andere voorzitter had het zo begrepen op Bouchez, die zich tijdens de lange onderhandelingen ’totaal onbetrouwbaar’ had getoond. Zelfs in het Open VLD-hoofdkwartier M34 werd hij ‘de zot’ genoemd. En toch smeedde Lachaert een coalitie die haaks stond op het programma waarmee hij net tot voorzitter was verkozen.

Anderhalf jaar geleden stelde Bouchez nog niets voor in de Wetstraat. In mei 2019 raakte hij zelfs niet verkozen in de Kamer. In november van dat jaar werd hij partijvoorzitter, en bij de vorming van de regering-De Croo kwam de MR er bekaaid af, met Sophie Wilmès op Buitenlandse Zaken, David Clarnival op Middenstand en de onbeholpen Mathieu Michel – broer van – als staatssecretaris voor Digitalisering. Bij de Open VLD waren ze vooral blij dat Alexander De Croo van Paul Magnette premier mocht worden.

Vandaag ontbreekt een gemeenschappelijke vijand.

De socialisten haalden de verantwoordelijkheden binnen die er vandaag en morgen toe doen. Frank Vandenbroucke (SP.A) werd minister van Volksgezondheid en ontpopt zich tijdens de coronacrisis tot de werkelijke premier. En de PS bezet drie cruciale posten met Pierre-Yves Dermagne op Werk, Thomas Dermine op Relance en Karine Lalieux op Pensioenen. Zij zullen bepalend zijn voor de opstanding van onze economie en onze samenleving.

In Franstalig België woedt al langer een bitse machtsstrijd tussen de MR en de PS. Dat gevecht is ingebakken in de regering-De Croo. Het helpt niet dat de voorzitters van de MR en de SP.A geen blad voor de mond nemen – Georges-Louis Bouchez in het Frans en Conner Rousseau in het Nederlands, want de andere landstaal hebben ze niet echt onder de knie.

Twintig jaar geleden konden de socialisten en liberalen zich in de paarse regering-Verhofstadt nog samen vinden in het afwerpen van het christendemocratische juk en in ethische dossiers zoals euthanasie en het homohuwelijk. Vandaag ontbreekt een gemeenschappelijke vijand. De verschrompelde CD&V heeft geen Franstalige partner. De N-VA staat buitenspel en vindt ook geen medestander aan de ander kant van de taalgrens. Groen en Ecolo zitten aan hun plafond. Daarnaast draait het nu om het aantrekken van de groei, de rol van de overheid, de loonnorm, fiscale druk, de pensioenhervorming, de vormgeving van ons land. Op al die vlakken staan de liberalen en socialisten diametraal tegenover elkaar, is het hard tegen onzacht.

In 1997 schreef Louis Tobback als voorzitter van de Vlaamse socialisten in het politieke maandblad SamPol: ‘Als je een huwelijk aangaat met een partij die je tot nog toe ideologisch tot je laatste snik hebt bestreden, moet dat voor één van de twee slecht aflopen. Dat bedoelde ik met “Je eindigt bont en blauw”. Uiteindelijk loopt dat uit op een vorm van kiezersbedrog.’ Dat kiezersbedrog, bij de Vlaamse liberalen, ligt aan de oorsprong van de regering-De Croo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content