De lobbycampagne van de eeuw: de vervanging van onze F-16’s

F-35 Lightning II, Lockheed Martin. Maximumsnelheid: 1960 km/h. Lengte: 15,70 meter. Spanwijdte: 10,70 meter. © .
Ewald Pironet

Voor en achter de schermen zijn er grote manoeuvres aan de gang om de Belgische keuze voor de vervanging van de F-16 gevechtsvliegtuigen te beïnvloeden. De Belgische beslissing over ‘het contract van de eeuw’ heeft niet alleen communautaire, maar ook geopolitieke angels: ‘Het gaat om veel meer dan het aankopen van enkele legerjets.’

‘Als men zich houdt aan de vastgelegde puntenverdeling is de koers gelopen’, zegt gepensioneerd kolonel Pierre Therie. ‘Het bestek voor de vervanging van onze F-16’s is zo opgesteld dat alleen maar de F-35 er als overwinnaar kan uitkomen. De evaluatie van de gevechtsvliegtuigen die nog in de running zijn, is een theaterstuk dat thuishoort in Fantasialand.’ Toch is de vervanging van de F-16 gevechtsvliegtuigen een van de meest explosieve dossiers die nog op de tafel van de regering-Michel liggen.

Vorig week, op Valentijnsdag, dienden de kandidaten voor het vervangen van onze F-16’s hun ‘ best and final offers’ in. Het was al langer duidelijk dat er officieel nog maar twee kanshebbers overbleven: de F-35 van het Amerikaanse Lockheed Martin en de Eurofighter Typhoon, een Brits-Duits-Spaans-Italiaans project. Maar er is nog een derde speler die zich probeert op te dringen, het Franse Dassault met zijn Rafale.

De levering van 34 nieuwe gevechtsvliegtuigen draait om een contract van 3,6 miljard euro, de kosten van training, onderhoud en noodzakelijke upgrades niet meegerekend. Over een looptijd van twintig jaar zou met de koop in totaal zelfs 20 miljard gemoeid zijn. Een hele smak geld. De drie constructeurs doen er dan ook alles aan om het contract binnen te halen. Maar omdat het om militaire spitstechnologie gaat, zijn ook hun nationale regeringen betrokken partij. Ook zij verhogen de politieke en economische druk op België. De spanningen binnen de regering-Michel lopen daardoor hard op.

We zijn met onze luchtmacht echt state of the art. Maar als we langer dan andere landen met de F-16 blijven vliegen, behoren we niet meer bij de top

Defensie-expert Alexander Mattelaer

Toen België in 1977 de F-16’s kocht, werd dat omschreven als ‘het contract van de eeuw’. In zijn memoires beschreef toenmalig premier Leo Tindemans (CD&V) hoe het er toeging: ‘De concurrentie was hard en deed een koortsachtige handelsdiplomatie ontstaan die het niet altijd zo nauw nam met de verantwoordelijkheidszin.’ En dan volgde deze bekentenis: ‘Meer dan eens heb ik in de regeringen waarvan ik deel uitmaakte vastgesteld, dat bij aankoop van legermateriaal de vraag wat vanuit militair oogpunt het beste is, niet doorslaggevend is. Tot mijn grote ergernis.’ Zou dat veertig jaar later anders zijn?

De discussie over de aankoop van nieuwe legerjets duurt al jaren. Sommigen vragen zich nog steeds af of België wel gevechtsvliegtuigen nodig heeft. Defensiespecialisten als Sven Biscop (UGent) en Alexander Mattelaer (Egmont Instituut) zijn het erover eens: ‘Ja, we moeten nieuwe toestellen kopen. Een land als België moet in elke legercomponent gevechtscapaciteit behouden. Anders worden we irrelevant. Het waken over het territorium is een kernopdracht van de overheid. Dat doen we het best zelf.’

Luchtmachtgeneraal Claude Van de Voorde beweert dat we met 34 gevechtstoestellen niet in staat zullen zijn om ons luchtruim te beschermen en aan onze buitenlandse opdrachten te voldoen. Volgens Van de Voorde heb je daarvoor minimaal 60 legerjets nodig. Het valt daarom niet uit te sluiten dat er nog een tweede aankoopronde komt. Dat zou trouwens niet de eerste keer zijn. Nadat onder premier Tindemans in 1977 116 F-16’s werden aangekocht, volgden in 1983 nog eens 44 stuks onder premier Wilfried Martens (CD&V).

8000 vlieguren

Ondertussen is niet iedereen ervan overtuigd dat onze F-16’s al aan vervanging toe zijn. Officieel kunnen ze 8000 vlieguren mee, wat betekent dat ze vanaf 2023 moeten worden vervangen. Er zijn specialisten die beweren dat die 8000 vlieguren kunnen worden opgerekt naar 12.000 uren. Maar de meeste experts en ook minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) hebben daarover hun twijfels. Zij zeggen dat dit misschien wel zo kan zijn voor recentere F-16’s, maar niet voor de types waarover België beschikt.

Er zijn nog andere redenen waarom velen vinden dat er het best nu een beslissing valt over de vervanging van de F-16’s. Vandaag delen we de kosten van opleiding en onderhoud met Nederland, Noorwegen en Denemarken. Zij hebben al besloten om hun F-16’s te vervangen. Als wij onze beslissing uitstellen, blijven we alleen over en zal ons dat – letterlijk – duur te staan komen.

Nog een ander scenario is dat we recentere F-16’s van andere landen overkopen of leasen. Van Griekenland bijvoorbeeld, zoals Europarlementslid Ivo Belet (CD&V) vorige week nog opperde in een opiniestuk. Daarmee zouden we enkele jaren kunnen winnen, maar ook dan moet er nog één horde worden genomen: in elk aankoopcontract staat dat de VS toestemming daarvoor moeten verlenen en het is hoogst twijfelachtig of ze dat zullen doen.

Het gaat om veel meer dan het aankopen van enkele legerjets, het gaat ook over welk land de volgende decennia de belangrijkste wapenleverancier van België wordt

Defensie-expert Alexander Mattelaer

Defensiespecialisten vinden het in elk geval geen goed idee om de F-16’s voorlopig helemaal niet te vervangen of om nieuwere F-16’s in te schakelen. ‘Zo verzeilen we technologisch in de achterste gelederen’, zegt Biscop. ‘In het verleden speelden onze F-16’s een belangrijke rol in Kosovo, Afghanistan, Libië, Syrië, Irak. Als we dat in de toekomst nog willen doen, moeten we nieuwe toestellen aanschaffen.’

Zijn collega Mattelaer is het daarmee eens: ‘Als we langer dan andere landen met de F-16 blijven vliegen, behoren we niet meer bij de top. We zijn met onze luchtmacht echt state of the art. Vergeet niet dat België een van de weinige landen was die luchtsteun mochten leveren aan Amerikaanse grondtroepen. Het is een politieke beslissing, maar als we die vooraanstaande rol willen behouden, mag er niet langer worden getreuzeld. Want vooraleer die nieuwe gevechtsvliegtuigen volledig operationeel zijn, staan we tien jaar verder.’

In elk geval is de aankoop van nieuwe legerjets gebudgetteerd, bevestigt begrotingsexpert Herman Matthijs (UGent en VUB), die ook defensie en de NAVO nauwlettend volgt: ‘De wet van 23 mei 2017 heeft de programmering voor de militaire investeringen 2016-2030 vastgelegd en daar staat 9,2 miljard euro ingeschreven. Die 9,2 miljard is uitgedrukt in geld van 2015, dus daar moet je de inflatie nog bij rekenen. Er is dus zeker geld voorzien voor de aankoop van de 34 gevechtsvliegtuigen.’

Tijdens de regering-Di Rupo groeide er onder regeringspartijen al een consensus om de F-16’s te vervangen. De eerste stappen daartoe werden gezet in 2012. Toenmalig minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) bereidde de aankoop voor en stak niet onder stoelen of banken dat hij voorstander was van de Amerikaanse F-35. Toen hij in de regering-Michel staatssecretaris voor Buitenlandse Handel werd, noemde hij het ‘een belangrijk handelsdossier’ en bleef hij de F-35 naar voren schuiven als ‘een gevechtsvliegtuig van een recentere, meer hoogtechnologische generatie dan de concurrentie’.

Vanaf het begin toonden vijf fabrikanten interesse voor de vervanging van onze F-16’s. Naast Lockheed Martin (F-35), BAE Systems (Eurofighter) en Dassault (Rafale) waren dat ook nog het Zweedse Saab met de Gripen en het Amerikaanse Boeing met de F-18 Hornet. In maart vorig jaar besliste de regering-Michel om de procedure op te starten. Er werd een bestek van 247 bladzijden overhandigd aan de mededingers. Minister Vandeput zette ‘in naam van de transparantie’ het bestek ook op zijn website. Saab en Boeing haakten al snel af. De vliegtuigbouwer uit Seattle hekelde daarbij dat het bestek op maat van Lockheed Martin en zijn F-35 was geschreven. Hoe dan ook: toen waren ze nog met z’n drieën.

De lobbycampagne van de eeuw: de vervanging van onze F-16's

Begin september 2017 verraste Dassault door geen beginofferte in te dienen, zoals de procedure voorschreef, terwijl Lockheed Martin en BAE Systems dat wel deden. Zo bleven er officieel slechts twee kandidaten over. Maar de Fransen gooiden het over een andere boeg en begonnen een offensief buiten de officiële procedure om. De Franse minister van Defensie, Florence Parly, stuurde een brief waarin zij ons land niet alleen de Rafale aanbood, maar ook een verregaand partnerschap: ‘Waarom het land (België) een samenwerkingsverband ontzeggen dat het toekomstige draagvlak vormt voor een Europese defensie, waar onze twee landen sterk vragende partij voor zijn?’

Frankrijk presenteerde meteen ook een dossier waarmee het de concurrentie hoopte weg te blazen: België kon tijdens de hele levenscyclus van 20 jaar van de Rafale-toestellen rekenen op economische compensaties ter waarde van zo’n 20 miljard euro en meer dan 5000 jobs van hoogtechnologische waarde. Minister Vandeput bestempelde dit voorstel als ’te mooi om waar te zijn’, premier Charles Michel (MR) had er wel oren naar.

‘Eigenlijk beslissen we niet alleen over wie de F-16 mag vervangen’, zegt Mattelaer. ‘Het gaat om veel meer dan het aankopen van enkele legerjets, het gaat ook over welk land de volgende decennia de belangrijkste wapenleverancier van België wordt.’ Goed om te weten daarbij is dat de Amerikaanse F-35 al besteld is door de VS, Groot-Brittannië, Turkije, Italië en de huidige F-16-partners van België: Nederland, Denemarken en Noorwegen. De Eurofighter, dat door een consortium geleid door Groot-Brittannië wordt voorgesteld, wordt vooral gebruikt door Groot-Brittannië en Duitsland, maar ook in Italië en Spanje. De Franse Rafale is natuurlijk aangekocht door Frankrijk en wordt ook geleverd aan Egypte en India.

Kolonisator

Vorige week dienden Lockheed Martin en BAE Systems hun best and final offers in. Die worden nu door dertig militairen en drie experts van de FOD Economie onderzocht. De evaluatiecommissie is opgedeeld in zeven teams, die elk een bepaald onderdeel van de offerte moeten beoordelen. Daarbij is ook vastgelegd hoe belangrijk elk onderdeel is: de capaciteit van het vliegtuig weegt met 57 procent het zwaarst, de prijs is goed voor 33 procent en de economische compensaties vertegenwoordigen 10 procent. De resultaten van elk team zullen worden opgeteld en dan wordt de eindscore samen met een algemene motivatie aan de regering overhandigd. Dat zou tegen einde mei moeten gebeuren. Vervolgens is het de regering die de knoop doorhakt.

De VS vinden dat België veel te weinig bijdraagt aan de NAVO. Maar als België voor de F-35 kiest, zouden ze een oogje kunnen dichtknijpen

Begrotingsexpert Herman Matthijs

Die politieke beslissing kan nog alle kanten uit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de overgebleven constructeurs en hun regeringen tot op het laatste moment lobbyen. Soms is dat vrij onschuldig. Vorige week meldde De Standaard bijvoorbeeld dat de Britse ambassade ‘met een geblindeerd busje’ van redactie naar redactie was gereden om hun project toe te lichten. De Amerikanen organiseerden een paar weken eerder een event op de ambassade met tal van sprekers onder de vlag: ‘ The F-35 as a pillar in the U.S.-European air defense partnership’. De Fransen organiseerden dan weer een bijeenkomst in De Warande, dé Vlaamse zakenclub in Brussel. Allemaal hadden ze dezelfde boodschap: ‘Koop ons vliegtuig.’

Belangrijker is het gelobby met economische compensaties. Officieel mogen die van de EU niet worden toegekend, tenzij het gaat om ‘essentiële veiligheidsbelangen’, een rekbaar begrip. Dus zijn er toch economische compensaties. In de beoordeling van de dossiers door de militaire en economische experts, tellen ze maar voor 10 procent mee, politiek wegen ze zonder twijfel veel zwaarder. Het gaat immers over investeringen en jobs.

Zo belooft het Britse Eurofighter-consortium economische compensaties die over een periode van 25 jaar kunnen oplopen tot 19 miljard euro en goed zijn voor pakweg 7000 banen. Bovendien zouden de Britten een cybercentrum bouwen in ons land, een investering van 1,6 miljard euro. Het Amerikaanse Lockheed Martin schermt dan weer met principeakkoorden, waarbij Sabena Aerospace en het Waalse Sonaca belangrijke partners worden voor de logistiek, het onderhoud en de vorming van F-35-piloten en technici.

Maar er wordt ook op het allerhoogste politieke niveau druk uitgeoefend op België. Zoals bekend besteedt ons land te weinig geld aan defensie. ‘België is een van de slechtste leerlingen van de NAVO-klas’, zegt Matthijs. ‘In 2014 werd tijdens de NAVO-top in Wales overeengekomen dat de lidstaten hun defensiebudgetten tegen 2024 moeten optrekken tot 2 procent van hun bbp. Volgens de huidige NAVO-planning zullen in 2024 slechts 15 van de 29 lidstaten voldoen aan de norm. België zou dan ergens rond de 1,3 procent van het bbp uitkomen. Het is bekend dat de Amerikaanse president Donald Trump zich ergert aan het feit dat Europa, en zeker België, veel te weinig bijdragen aan de NAVO. Maar als België kiest voor de F-35 zouden de Amerikanen en de NAVO een oogje kunnen dichtknijpen.’

Frankrijk gedraagt zich niet als een bevriende natie, maar als een kolonisator

Geert Noels (Econopolis)

Dat is in elk geval ook waar de Amerikaanse minister van Defensie, James Mattis, vorig maand op wees in een brief aan zijn Belgische collega Vandeput: ‘Terwijl uw visie inhoudt dat de defensie-uitgaven worden opgetrokken, blijven die nog altijd onder de afgesproken 2 procent van het bbp. Kiezen voor de F-35 moet worden gezien als een investering in de toekomst van België en een herbevestiging van zijn engagement.’

Ondertussen zijn de Fransen ook niet stil blijven zitten. Ze lieten al weten dat ze het onbegrijpelijk zouden vinden als België niet voor hun ‘Europese’ project met de Rafale zou kiezen, maar wel voor de Britse Eurofighter en dat net na de brexit, waarmee Groot-Brittannië Europa in de steek liet. Of voor de Amerikaanse F-35, net nu Donald Trump er zijn ‘America First’-politiek uitrolt.

Om te onderstrepen dat ze het ernstig menen met de 20 miljard aan economische compensaties, presenteerden de Fransen recent ook al 13 samenwerkingsakkoorden met Belgische bedrijven, waaronder Sabca en Ascot. En ze wezen erop dat de drie grote ondernemingen achter het Rafale-consortium – Dassault, Safran en Thales – vestigingen hebben in ons land, die op uitbreiding mogen reken als België voor de Franse oplossing kiest. Sterker nog, Dassault-topman Eric Trappier dreigde ermee die activiteiten in ons land terug te schroeven, als we níét voor de Rafale zouden kiezen.

Het dreigement van de Dassault-topman sluit aan bij de zware druk die Franse politici uitoefenen op België. Zo verwees Parijs al subtiel naar het Dexia-dossier, waarin beide landen betrokken zijn. ‘Onze zuiderbuur stuurt aan op het beëindigen van de banklicentie van de gevallen bank Dexia’, aldus econoom Geert Noels (Econopolis). ‘Dat lijkt een technische aangelegenheid, maar daardoor zou de financiering van de bank duurder worden en zou België 15 procent schuld moeten bijtellen bij de overheidsschuld van meer dan 100 procent van het bbp. Dat dreigement is voor België een potentiële bom, die gevolgen kan hebben voor onze kredietwaardigheid, rentelasten en economische en financiële stabiliteit.’ Noels concludeert: ‘Frankrijk gedraagt zich niet als een bevriende natie, maar als een kolonisator.’

De lobbycampagne van de eeuw: de vervanging van onze F-16's

Steekpenningen

Bij de Franstalige regeringspartij MR zijn ze niet ongevoelig voor de druk van Parijs. Als de Rafale niet wordt gekozen, zal dat vooral in het zuiden van het land economische consequenties hebben. Zo heeft Safran een vestiging in Luik, Thales in Charleroi en is Dassault aandeelhouder van Sabca, dat ook veel activiteiten in Wallonië heeft. Als daar jobs sneuvelen, brengt dat de partij van de premier in moeilijkheden. En dat kort voor de verkiezingen.

Bovendien profileert Charles Michel zich graag als vriend van de Franse president Emmanuel Macron. Hij zal de steun van de Franse president in internationale dossiers ook nog nodig hebben, bijvoorbeeld als zijn partijgenoot en huidige minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders na de verkiezingen aan een topjob als Europees commissaris moet worden geholpen. Het zijn allemaal zaken die de kansen van de Rafale kracht bij zetten, ook al hebben ze niets met het legerjet-dossier zelf te maken.

Dat voelen de landen en fabrikanten achter de F-35 en de Eurofighter ook zo aan. Ze laten dan ook geen kans voorbijgaan om te onderstrepen dat Frankrijk zichzelf buiten spel zette toen het de officiële procedure niet meer volgde. ‘De procedure die de Belgische regering heeft uitgeschreven voor de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen is duidelijk en transparant. Ze moet worden gevolgd’, verklaarde Chris Boardman, topman van BAE Systems. ‘Het is de beste manier om de verschillende biedingen te vergelijken.’ Of er een klacht zou worden ingediend als de Belgische regering zou kiezen voor het Franse aanbod, liet hij in het midden: ‘Dat moet de Britse regering dan beslissen.’

De Vlaamse regeringspartijen en minister Vandeput (N-VA) vinden dat de Rafale niet meer in aanmerking komt omdat de Fransen zich niet aan de procedures hielden. Juridische experts die om advies werden gevraagd, geven hen daarin gelijk. Maar opvallend: premier Michel heeft zelf ook nog juridisch advies besteld. Dat wekt op zijn minst de indruk dat hij de deur voor de Fransen niet wil dichtslaan.

De Franse minister Florence Parly ziet in elk geval geen juridisch probleem. Volgens haar stelde België vanaf het begin van de procedure dat het als soevereine staat altijd kan beslissen om de procedure naast zich neer te leggen. En Richard Miller, Kamerlid en partijgenoot van de premier, ziet nog een ander gaatje: ‘Als geen van de twee (F-35 of Eurofighter) de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt, kunnen andere kandidaturen, zoals die van Dassault, worden onderzocht.’

Er doet nog een ander, ’typisch Belgisch’ scenario de ronde: de Rafale zou de helft van de nieuwe gevechtsvliegtuigen mogen leveren, de andere helft zouden dan F-35’s of Eurofighters worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat ons land twee types gevechtsvliegtuigen bezit, want in de jaren tachtig hadden we de F-16 én de Mirage 3. ‘Dat was toen al niet de beste keuze’, zegt Biscop, ‘en toen ging het om 144 F-16’s en een paar dozijn Mirages. Nu zou het in totaal maar om 34 gevechtsvliegtuigen gaan. Dan is zo’n opsplitsing economische onzin: de kosten van opleiding en onderhoud zouden veel te hoog oplopen.’

Als de regering-Michel kiest voor de F-35 of de Eurofighter, mag de premier aan zijn Franstalige achterban gaan uitleggen waarom ze zo veel jobs mislopen.

Wat ook nog altijd kan, is dat de regering-Michel beslist de hele procedure stop te zetten en helemaal opnieuw te beginnen. Het is dan aan de volgende regering om de knoop door te hakken. ‘Als ik zie hoe het dossier zich de laatste tijd ontwikkelt, kan ik me dat voorstellen’, zegt Mattelaer. ‘Maar door zo’n uitstel zouden we niet langer tot het kruim van de militaire luchtvaart behoren en wordt het prijskaartje alleen maar duurder.’ Het zou, zo kort voor de verkiezingen, ook een cadeau zijn voor de oppositie, want illustreren dat de regering-Michel niet in staat is om over zo’n belangrijk dossier te beslissen.

Het zou mooi zijn mocht premier Michel op de NAVO-top van 11 en 12 juli in Evere kunnen bekendmaken met wie België ‘het contract van de eeuw’ zal afsluiten. Tot dan woedt er in ieder geval een ‘lobbycampagne van de eeuw’, waarbij alles uit de kast wordt gehaald. Alleen is er tot nu toe geen sprake van steekpenningen of commissielonen. Dat was in het verleden courant bij zulke legeraankopen, denk maar aan de aanschaf van de Italiaanse Agusta-helikopters eind jaren tachtig, waarbij de socialisten betrokken raakten. Of recenter aan de levering van Franse Eurocopter-helikopters aan Kazachstan, waarbij oud-minister Armand Dedecker (MR) in opspraak kwam.

Als de regering-Michel kiest voor de F-35 of de Eurofighter, mag de premier aan zijn Franstalige achterban gaan uitleggen waarom ze zo veel jobs mislopen en er zelfs banen in gevaar komen. En zal hij ook de plooien moeten gladstrijken met zijn vriend, de Franse president Macron. Kiest de regering voor de Rafale, dan mag minister van Defensie Vandeput de Vlamingen gaan uitleggen waarom voor een constructeur werd gekozen die zich niet aan de uitgestippelde procedure hield. En de premier haalt zich dan de woede van de Amerikaanse president en de Britse eerste minister op de hals.

Welke beslissing de regering uiteindelijk ook neemt, één ding is nu al duidelijk: ze zal zich in haar keuze niet alleen laten leiden door ‘wat vanuit militair oogpunt het beste is’. Tindemans mag zich omdraaien in zijn graf.

Dit artikel verschijnt woensdag 21/2 in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content