De grote belastingenquête: nee, de Belg wil het geld niet bij de rijken halen

© belga
Ewald Pironet

Hoe rechtvaardig vinden we ons belastingsysteem? Liggen onze tarieven te hoog? Zijn fiscale ontwijking en ontduiking aanvaardbaar? De VUB en Knack peilden naar de fiscale moraal van de Belg, en belastingexpert Michel Maus komt tot opmerkelijke conclusies: ‘De Belgen kijken meer uit naar rechtvaardigere dan naar lagere belastingen.’

‘Op deze wereld is niets zeker, behalve de dood en de belastingen’, zou de Amerikaanse staatsman en fysicus Benjamin Franklin in de achttiende eeuw hebben gezegd. Zoveel jaren later is het niet anders, en het is weer die tijd van het jaar: onze belastingaangifte moet worden ingediend. Op papier moet ze ten laatste binnen zijn op 28 juni, als u werkt via Tax-on-Web hebt u tijd tot 11 juli 2019. Vergeet het niet, want als u te laat bent, kunt u een boete of een belastingverhoging krijgen.

Terwijl iedereen zich over zijn paperassen buigt, proberen politici regionale en federale regeringen op poten te krijgen. Daarbij is het altijd uitkijken wat er met de belastingen zal gebeuren. Komen er nieuwe bij, wat wordt extra belast, waarop zullen belastingverminderingen worden toegekend? En komt er nu éíndelijk een vereenvoudiging van de inkomstenbelasting?

10% van de Belgen vindt ons belastingsysteem rechtvaardig.

De Vrije Universiteit Brussel (VUB) en Knack vonden het daarom het uitgelezen moment om een enquête af te nemen over ‘de fiscale moraal van de Belg’. Vindt u het belastingsysteem rechtvaardig? Wat bijvoorbeeld met de btw-tarieven, successie- en registratierechten? En hoe kijkt u aan tegen belastingontwijking en -ontduiking? Een overzicht van de opmerkelijkste resultaten aan de hand van drie grote vragen.

1. Is ons belastingsysteem rechtvaardig?

‘Hoe rechtvaardig ervaart u het geheel van de belastingen in België?’ luidde de openingsvraag. Bijna twee op de drie Belgen vinden ons belastingsysteem onrechtvaardig. ‘Dat is érg veel, ‘ zegt fiscaal expert Michel Maus (VUB), ‘dat had ik niet verwacht.’ Een kwart van de Belgen vindt het systeem zelfs ‘zeer onrechtvaardig’. Het valt op dat vooral Franstaligen, 55-plussers en mensen die tot de lagere middenklasse behoren deze mening zijn toegedaan.

Slechts iets meer dan één op de tien van de ondervraagden bestempelt het belastingsysteem als rechtvaardig, 2 procent noemt het ‘zeer rechtvaardig’. Hier vinden we opvallend meer jongeren van 21 tot 34 jaar terug – ze zijn vaker hoger opgeleid, zelfstandige of werken in de publieke sector. Maus: ‘Vooral het verschil tussen ouderen en jongeren valt op: de mensen die hun hele leven al belastingen betalen vinden het een onrechtvaardig systeem, de jongeren die nog maar net hun belastingaangifte moeten indienen kunnen er blijkbaar makkelijker mee leven.’

80% wil meer goederen en diensten tegen een verlaagd btw-tarief van 12 of 6 procent.

De vraag die dan gesteld moet worden, is: ‘ Wat moet de overheid in de eerste plaats doen om ons belastingsysteem (nog) rechtvaardiger te maken?‘ Ook dat leverde opmerkelijke antwoorden op. De helft van de Belgen vindt niet zozeer dat de globale belastingdruk moet verlagen, wél dat de belastingdruk eerlijker moet worden verdeeld. ‘Redelijk veel mensen willen belasting betalen’, concludeert Maus. ‘Als we onze verzorgingsstaat op het huidige niveau willen behouden, zal dat ook nodig zijn.’

Eén vijfde van de Belgen wil wél een globale verlaging van de belastingdruk. Daar vinden we duidelijk meer jongeren tussen de 21 en de 34 jaar terug, en zelfstandigen. Een kwart van de ondervraagden wil dat én de globale belastingdruk verminderd wordt én dat hij eerlijker wordt verdeeld. Maus: ‘Het is een opvallende vaststelling: men kijkt meer uit naar rechtvaardigere belastingen dan naar lagere belastingen.’

Dat wil ook weer niet zeggen dat de Belgen vinden dat de belastingtarieven de pan mogen uitrijzen. Dat blijkt uit de antwoorden op de vraag ‘Hoeveel procent belasting mag de overheid volgens u maximaal heffen op uw jaarlijkse inkomen uit arbeid, pensioen of uitkering?’ Slechts 7 procent vindt een belastingvoet op inkomen van 50 procent of meer gerechtvaardigd. ‘Het mag duidelijk zijn: de helft afgeven aan de fiscus vinden we te veel’, zegt Maus.

De grote belastingenquête: nee, de Belg wil het geld niet bij de rijken halen

Eén op de vier Belgen acht een belastingvoet tussen de 30 en de 49 procent gerechtvaardigd, één op de drie denkt aan iets tussen de 15 en de 29 procent, en ook één op de drie vindt een belastingvoet lager dan 15 procent gerechtvaardigd. Maus: ‘Twee op de drie Belgen vinden een belastingvoet lager dan 30 procent gerechtvaardigd. Dat is wel erg laag in vergelijking met wat we vandaag kennen.’

In België hebben we een progressief systeem voor de personenbelasting: de belastingpercentages stijgen per inkomensschijf. Voor de belastingaangifte die we dezer dagen moeten invullen, ziet dat er als volgt uit: op de inkomsten tussen 0 en 13.250 euro betaal je 25 procent belastingen, tussen 13.250,01 en 23.390 euro 40 procent, tussen 23.390,01 en 40.480 45 procent, en op alles boven de 40.480,01 inkomsten per jaar geef je de helft af aan de fiscus. Om heel duidelijk te zijn: de belastingen worden berekend per schijf. Als je bijvoorbeeld 25.000 euro inkomen hebt, betaal je 25 procent belastingen op het bedrag in de eerste schijf, 40 procent op het bedrag in de tweede schijf en 45 procent op het resterende bedrag in de derde schijf.

Maus: ‘Onze enquête leert dat de Belgen een gemiddelde belastingvoet van 22 procent gerechtvaardigd vinden. Uit een studie van de OESO, de club van rijke industrielanden, blijkt dat een alleenstaande zonder kinderen in België 40 procent betaalt aan personenbelasting plus werknemersbijdragen op zijn brutoloon. Voor een werknemer met 2 kinderen is dat 20 procent. Tussen haakjes, het gemiddelde in de OESO-landen voor beide gevallen is respectievelijk 25,5 en 14 procent. Je kunt dus zeggen dat onze belastingtarieven vrij goed aansluiten bij wat de mensen in de enquête als gerechtvaardigd bestempelen, maar dat het Belgische percentage wel merkelijk hoger ligt dan het OESO-gemiddelde.’

Slechts 10% van de Belgen vindt dat er nieuwe ecologische belastingen moeten komen, zoals een CO2-heffing.

De werkgevers betalen ook nog een socialezekerheidsbijdrage. Als we die bij de personenbelasting en de werknemersbijdragen optellen, ligt de totale belastingdruk op het arbeidsinkomen een stuk hoger. Volgens de OESO is de totale belastingdruk voor een alleenstaande 53 procent, met ander woorden: van de 100 euro die je in ons land verdient als werknemer hou je na het betalen van de bijdragen en belastingen als single nog 47 euro over. Voor een gezin met twee kinderen en één inkomen bedraagt de belastingdruk 38 procent. In alle categorieën behoren we tot de kampioenen als het gaat over de belastingdruk.

Er wordt al jaren gezegd dat de belastingdruk op arbeid moet worden verlaagd. De taxshift van de regering-Michel deed daar ook iets aan: de werkgeversbijdragen werden sterk verminderd. Bedoeling was dat dit een budgetneutrale operatie zou worden, de verlaging van de belastingdruk mocht geen gat in de begroting slaan. Daarom werden hogere belastingen op vervuiling, consumptie en vermogen ingevoerd, maar die konden de minder inkomsten als gevolg van de taxshift toch niet volledig compenseren, zo bleek achteraf.

90% wil de volledige of gedeeltelijke afschaffing van de successierechten.

Daarom stelden we ook de volgende vraag: ‘Als de belastingdruk op arbeid wordt verlaagd, hoe moet de regering die lagere inkomsten dan budgettair compenseren?’ Twee op de drie Belgen zeggen dat de fiscale fraude dan een prioriteit is. Het valt op dat vooral 55-plussers dat vinden. De helft van de Belgen pleit voor meer besparingen op de overheidsuitgaven of voor hogere belastingen op de vennootschappen. Ook hier zijn het vooral de 55-plussers die daarop willen inzetten. Een kleine bedenking bij de vraag naar hogere belastingen op de bedrijfswinsten: de regering-Michel verlaagde de vennootschapsbelasting van 34 procent naar 25 procent (vanaf 2020) om ze meer in lijn te brengen met de rest van Europa.

Zeer opmerkelijk is dat ‘slechts’ één op de drie van de ondervraagden spreekt van hogere belastingen op vermogen, zoals kapitaal en onroerend goed. Blijkbaar willen de Belgen niet echt weten van de slogan ‘Haal het geld bij de rijken’. En slechts één op de tien vindt dat er nieuwe ecologische belastingen moeten komen, zoals een CO2-heffing. De Belgen lopen blijkbaar ook niet echt warm voor het groene verhaal met meer milieubelastingen.

2. Wat met de belastingtarieven?

Nog een optie is dat de btw-tarieven zouden worden opgetrokken, dus een hogere belasting op consumptie. Slechts 3 procent van de Belgen is daarvoor gewonnen. Het algemeen btw-tarief bedraagt in ons land 21 procent, maar voor bepaalde goederen en diensten is het verlaagd tot 12 procent, bijvoorbeeld op sociale huisvesting, of tot 6 procent, voor een aantal levensnoodzakelijke producten zoals voeding en geneesmiddelen en op personenvervoer. Om de zoveel tijd wordt er gediscussieerd over een aanpassing van de btw-tarieven, want die vorm van belastingen is makkelijk te innen. Bovendien is het een bijna geruisloze belasting: de consument beseft vaak niet hoeveel btw hij betaalt. De vakbonden willen niet van een btw-verhoging horen, omdat ze de koopkracht aantast.

De grote belastingenquête: nee, de Belg wil het geld niet bij de rijken halen

Daarom de vraag: watmoet er met het algemene btw-tarief van 21 procent gebeuren? Driekwart van de ondervraagden vindt dat het algemene btw-tarief naar beneden moet. Vooral vrouwen en zij die instaan voor het huishouden pleiten daarvoor, wellicht omdat zij de kosten van de dagelijkse aankopen het vaakst zien. Acht op de tien Belgen wensen meer goederen en diensten tegen een verlaagd btw-tarief van 12 of 6 procent. ‘Hier zie je de hele discussie over de btw-tarieven op elektriciteit en andere basisbehoeften terugkomen’, zegt Maus. ‘De mensen vinden dat ze daarop geen 21 procent btw zouden moeten betalen.’

In de meeste landen van de Europese Unie ligt het algemene btw-tarief rond de 21 procent, zoals in België en Nederland. In Frankrijk is het 20 procent, in Duitsland 19 procent en in Luxemburg is het met 17 procent het laagste van de hele EU. Wij kennen in België heel wat vrijstellingen en verlaagde tarieven in vergelijking met andere Europese landen. Daarbij is het niet altijd duidelijk waarom. Waarom wordt bijvoorbeeld boter belast tegen 6 procent en margarine tegen 12 procent? Een paar jaar geleden verklaarde Bert Brys, belastingexpert bij de OESO, tijdens een hoorzitting in de Kamer: ‘In België wordt maar 48 procent van de consumptie belast, dus meer dan de helft ontsnapt op een of andere manier. Je zou kunnen zeggen dat het effectieve btw-tarief niet 21 maar 10 procent is door de vele vrijstellingen en verlaagde tarieven.’

Al jaren gaan er stemmen op om het btw-stelsel in ons land efficiënter te maken, bijvoorbeeld door te wieden in de talloze uitzonderingen, door de verlaagde tarieven van 6 en 12 procent samen te voegen of door zelfs alles tot één btw-tarief te herleiden, zoals dat in Nieuw-Zeeland is gebeurd. Tijdens de vorming van de regering-Michel is dat ter sprake gekomen, maar uiteindelijk kwam er niets van in huis. Het is afwachten of de nieuwe regering er wel werk van zal maken.

50% vindt dat de registratierechten op de aankoop van de eigen woning moeten worden afgeschaft.

Opmerkelijk is dat uit de enquête blijkt dat de helft van de Belgen gewonnen is voor een hoger btw-tarief op luxeproducten. Vooral Franstaligen en 65-plussers vinden dat een goed idee, Vlamingen en 35- tot 54- jarigen zijn er minder voor te vinden. Zo’n verhoogd tarief voor luxeproducten bestaat vandaag in Europa niet meer. In de jaren 1980 bestond het wel nog – in ons land was er toen een zogenaamde ‘weeldetaks’ van ’25 procent plus 8 procent’ (dus 33 procent) op dure wagens, juwelen en andere luxeproducten. Die werd met de btw-hervorming in 1992 afgeschaft. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat de vermindering van de hogere btw op dure auto’s gecompenseerd werd door de invoering in datzelfde jaar 1992 van de belasting op de inverkeerstelling (BIV), een belasting die je betaalt bij de aanschaf van een wagen. Je ziet het wel vaker in ons land: de ene belastingvermindering wordt gecompenseerd door een andere belastingverhoging.

En wat moet er gebeuren met de successierechten? Als we erven, moeten we daarop successierechten of erfbelastingen betalen. Het principe daarbij is eenvoudig: hoe hoger het bedrag van de goederen die je erft, hoe meer successierechten je moet neertellen. En hoe dichter je verwantschap met de overleden persoon, hoe minder successierechten je hoeft te betalen. Maar dan wordt het ingewikkelder, want de successierechten variëren in ons land van gewest tot gewest. En of de Vlaamse, Brusselse of Waalse wetgeving van toepassing is, hangt af van de fiscale woonplaats van de overledene op het ogenblik van overlijden.

Voor erfenissen in rechte lijn (ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen) en tussen partners zijn de Vlaamse tarieven: 3 procent successierechten op de schijf tot 50.000 euro, tussen 50.000 en 250.000 euro wordt dat 9 procent, op alles boven 250.000 euro betaal je 27 procent aan de fiscus. Bij erfenissen van broers en zussen of ooms, tantes, neven en nichten lopen die tarieven op tot 55 procent.

In 10 van de 28 EU-landen zijn de successierechten afgeschaft. De Belgische behoren tot de hoogste van Europa.

Uit de enquête blijkt dat 90 procent van de Belgen de gehele of gedeeltelijke afschaffing wil van de successierechten. Vijf op de tien willen de successierechten in rechte lijn schrappen, vier op de tien willen dat álle successierechten verdwijnen. Maus: ‘Vroeger werden de successierechten bekeken als een van de meest herverdelende belastingen, nu als een van de meest onrechtvaardige. Je kunt er ook makkelijk aan ontsnappen, bijvoorbeeld door een schenking als die meer dan drie jaar voor het overlijden gebeurt.’

Maus wijst er ook op dat in 10 van de 28 EU-landen (Cyprus, Estland, Litouwen, Malta, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden) de successierechten afgeschaft zijn. ‘En andere landen kennen vaak grote vrijstellingen voor echtgenotes en kinderen’, zegt Maus. ‘In Duitsland, bijvoorbeeld, geniet de echtgenoot een vrijstelling van 500.000 euro en de kinderen van 400.000 euro, in Nederland is dat respectievelijk 636.180 euro en 20.148 euro, in Frankrijk wordt de partner volledig vrijgesteld en de kinderen voor 100.000 euro. In België krijgt de partner een vrijstelling van 50.000 euro, voor de kinderen is er geen vrijstelling. Onze successierechten behoren dan ook tot de top van Europa.’ Zal een volgende Vlaamse regering daar iets aan doen?

Een andere belasting die vaak ter discussie staat, zijn de registratierechten die u betaalt op de aanschaf van een woning. Vroeger werd daarbij een onderscheid gemaakt van een ‘groot beschrijf’ (10 procent) en ‘klein beschrijf’ (5 procent) op de aankoopsom, maar sinds vorig jaar is dat in Vlaanderen verleden tijd: er is nu één registratietarief van 7 procent. Wat moet er met de registratierechten gebeuren? De helft van de Belgen vindt dat de registratierechten op de aankoop van de eigen woning moeten worden afgeschaft, één op de vier zegt dat álle registratierechten moeten verdwijnen.

Maus: ‘In Brussel heeft men een vrijstelling van registratierecht ingevoerd tot 175.000 euro van de aankoopprijs. Op het bedrag daarboven betaal je wel 12,5 procent. In Vlaanderen is er geen vrijstelling, maar krijg je wel een woonbonus, een belastingvermindering voor de aankoop van je eigen woning. In Vlaanderen moet je dus eerst belasting betalen, en dan krijg je een belastingcadeau. Dat vind ik niet zo’n goed systeem.’ Zou de volgende Vlaamse regering dat vereenvoudigen?

De grote belastingenquête: nee, de Belg wil het geld niet bij de rijken halen

3. Wat vinden we van belastingontwijking en -ontduiking?

‘In welke mate vindt u belastingontwijking, waarbij op een legale manier belastingen worden vermeden, aanvaardbaar?’ vroegen we in de enquête. Bijna één op de vijf Belgen vindt belastingontwijking aanvaardbaar. Het gaat dan vooral om Nederlandstalige landgenoten, mensen die hoger onderwijs hebben genoten en zelfstandigen. Meer dan de helft van de ondervraagden verwerpt belastingontwijking. Hier vinden we duidelijk meer Franstaligen en 55-plussers terug. Maus: ‘Als je de mogelijkheid openlaat om belastingen te ontwijken, creëer je scheeftrekkingen. Want wie kan belastingen ontwijken? Degenen die weten hoe ze dat moeten doen, en daarvoor een beroep doen op dure adviseurs die daarin gespecialiseerd zijn.’

We vroegen ook: ‘In welke mate vindt u belastingontduiking of fiscale fraude, waarbij op een illegale manier belastingen worden vermeden, aanvaardbaar?’ Een duidelijke meerderheid, 8 op de 10 van de Belgen, verwerpt fiscale fraude. Die veroordeling is erg uitgesproken bij 55-plussers en mensen uit de hoge sociale klasse. Vijf procent vindt fiscale fraude aanvaardbaar. Hier vinden we meer jongeren terug tussen de 21 en de 34 jaar, zelfstandigen en ambtenaren. ‘Tien jaar geleden zouden we andere cijfers hebben gezien’, meent Maus. ‘De tolerantie tegenover fiscale fraude neemt af. Steeds meer mensen vinden dat iedereen zijn eerlijk deel aan belastingen moet betalen, en ze vinden de strijd tegen fiscale fraude ook steeds belangrijker.’

‘Welke zaken dragen bij tot fiscale fraude?’ was de slotvraag in onze enquête. 60 procent van de Belgen geeft ‘hebzucht’ als antwoord, gevolgd door ‘lichte bestraffing’ (56 procent) en ‘lage pakkans’ (55 procent). Daarna volgen de hoge belastingdruk (51 procent), de ongelijke verdeling van de belastingdruk (46 procent), oneerlijke concurrentie (40 procent) en economische of financiële noodzaak (28 procent). Dus niet zozeer de belastingdruk of de oneerlijke fiscus is de oorzaak van fiscale fraude, wel de menselijke drang naar meer en steeds meer. De Indiase politicus Mahatma Gandhi (1869-1948) wist het al: ‘De aarde biedt voldoende om ieders behoefte te bevredigen, maar niet ieders hebzucht.’

De enquête over de fiscale moraal van de Belg werd in opdracht van de VUB in april 2019 afgenomen door het onderzoeksbureau Kantar bij 1011 Belgen, belastingplichtigen van 21 jaar of ouder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content