Daklozen in Brussel: ‘Corona, wat is dat eigenlijk?’

Jacqueline, in hartje Brussel. © Franky Verdickt

Nu de dagopvang overal de deuren sluit, kunnen dak- en thuislozen niet anders dan op straat blijven. Ook de nachtopvang voor transitmigranten wordt problematisch. Op sommige plaatsen liggen 100 mensen op één zaal.

Dinsdagmiddag, de Grote Markt in Brussel.

Was het in Molenbeek vandaag nog bijzonder druk op straat, zodra je het Kanaal oversteekt en het centrum van Brussel nadert, kom je in een andere wereld. In het midden van de totaal uitgestorven Grote Markt maakt een koppeltje selfies. Ze zijn de enige aanwezigen. De lucht is sinds jaren niet meer zo fris geweest in de Brusselse binnenstad. Geen uitlaatgassen, geen verkeerslawaai. Op de hoek bij de Grote Markt zit een oude vrouw in een rolstoel met haar ogen dicht. Haar hond naast haar onder de deken. Jacqueline is 86 en leeft op straat. Daarstraks zat ze nog bij de andere daklozen aan het centraal station. Maar die zijn zo agressief, klinkt het. Nu zoekt ze de rust op rond de Grote Markt. ‘Normaal haal ik dagelijks dertig tot veertig euro op’, zegt ze. ‘Nu is het halfeen ’s middags en heb ik nog maar één euro.’ Ze kijkt om zich heen. ‘Ik denk niet dat het vandaag beter wordt’, concludeert ze.

Nu er steeds minder mensen op straat komen door het coronavirus en er sinds woensdag ook een samenscholingsverbod geldt, worden het ook zware tijden voor daklozen, asielzoekers en transmigranten. In Brussel zouden er volgens de laatste telling meer dan 4000 daklozen verblijven. De nachtopvang van Samusocial is nog altijd open, de dagopvang is inmiddels gesloten.

Het aantal transmigranten in Brussel wordt op 800 geschat. De opvang voor hen is nog open, maar met zalen waar 100 mensen slapen is dat allesbehalve een ideale oplossing. Ook het Klein Kasteeltje heeft de deuren gesloten. Dagelijks kloppen daar 100 tot 150 mensen aan die asiel willen vragen en nu nergens meer terecht kunnen. Ook zij komen op straat terecht.

Op de Kunstberg lijkt het alsof er niemand ooit van corona heeft gehoord. Groepen jongeren hangen rond, op het pleintje skaten ze met tientallen kriskras door elkaar en op de bankjes zitten ze met zijn vieren dicht op elkaar samen jointjes te roken. Het is duidelijk dat de boodschap om binnen te blijven hier compleet wordt genegeerd. Op andere plekken in het centrum is het dan weer doodstil. Een eenzame Romamuzikant zit moederziel alleen op het Koningsplein op zijn accordeon te tokkelen in de hoop nog wat euro’s bijeen te spelen. Verderop, vlak bij het Sint-Jansplein, ligt een man moederziel alleen onder een deken aan de kant van de weg.

Hij heet Freddy De Vetter en is 45 jaar, zegt hij. ‘Ik lig liever alleen dan dat ik tussen de anderen zit’, klinkt het. ‘De daklozen bij het centraal station zitten dicht op elkaar, dat is niet veilig nu.’

Hij kan zichzelf en zijn kleren niet meer wassen nu de dagopvang gesloten is, zegt hij. ‘We kunnen nog wel een maaltijd krijgen bij sommige centra, maar als er straks geen vrijwilligers meer willen komen, houdt ook dat op.’ De man haalt zijn schouders op. ‘Ik blijf kalm, wat kan ik anders doen? Maar we zijn allemaal bang dat we aan ons lot worden overgelaten. De maatschappij heeft het al moeilijk genoeg met de problemen voor de doorsneeburger. De daklozen zijn de laatsten naar wie wordt omgekeken.’

De nachtopvang moet worden aangepakt. De mensen liggen daar dicht opeen, er moet dus meer ruimte komen.

Alexis Andries (Dokters van de Wereld)

Freddy De Vetter, hartje Brussel.
Freddy De Vetter, hartje Brussel.© Franky Verdickt

De dagopvang wordt ten dele bemand door vrijwilligers en dat zijn veelal oudere mensen. Die dagen nu niet meer op, waardoor veel plekken sluiten. En betaalde krachten zijn schaars in deze sector.

Intussen zijn er in Brussel wel 30 opvangplaatsen voorzien voor daklozen die (mogelijk) besmet zijn met het coronavirus: 15 plaatsen van Samusocial en 15 van het Rode Kruis. Mensen kunnen er ook in quarantaine worden geplaatst. ‘Dat is in elk geval iets maar het is absoluut niet voldoende’, zegt Alexis Andries, coördinator Belgische Projecten van Dokters van de Wereld. ‘Als het om ernstige gevallen gaat, kunnen de mensen worden gehospitaliseerd. Maar voor de vermoedelijke gevallen is er een probleem. Er moet dringend werk worden gemaakt om die capaciteit te vergroten. Ook de nachtopvang moet worden aangepakt. De mensen liggen daar dicht opeen, er moet dus meer ruimte komen. Het is nu of nooit.’

Het is halfzes. Normaal gesproken een spitsuur in het Noordstation. Nu lopen er, op enkele reizigers na, alleen transmigranten rond. Niet iedereen is goed op de hoogte van de situatie, zo blijkt. Ismaël uit Soedan rolt zijn slaapzak op. Hij ligt samen met 9 anderen dicht opeengepakt bij de ingang van het Noordstation aan de Pachecolaan. De 27-jarige Soedanees kijkt ons verdwaasd aan als we hem vragen of hij zich zorgen maakt om het virus. ‘Corona, wat is dat eigenlijk?’ vraagt hij.

Bij het Maximiliaanpark is het even druk als anders. Om zes uur ’s avonds deelt een groepje vrijwilligers nog altijd voedsel uit. Mahmoud Khalifa uit Syrië vertelt dat de afstand tussen de bedden in de opvang verschoven is van een halve meter naar twee meter. Intussen liggen ze met 100 man op een zaal. Ook hier is de ernst van de situatie nog niet doorgedrongen. ‘Corona is niet gevaarlijk, man. Het is geen ebola’, zeggen twee jonge Eritreeërs.

Een deel van de oplossing kan misschien ook bij de hotels worden gezocht.

Freek Spinnewijn (Feantsa)

Hartje Brussel
Hartje Brussel© Franky Verdickt

Mehdi Kassou van het Burgerplatform van Steun aan Vluchtelingen pleit er samen met de vzw Vriendschap Zonder Grenzen voor om dak- en thuislozen in hotels onder te brengen die anders toch maar leegstaan. Ook Freek Spinnewijn van Feantsa, een Europese koepelorganisatie van opvangsectoren die hulp bieden aan daklozen, ziet daar wel iets in. ‘Alle landen en steden in Europa zijn momenteel bezig met plannen voor de daklozen. Zo heeft de Brusselse regering een stop gezet op de huisuitzettingen zodat er niet méér mensen op straat bij komen. Maar een deel van de oplossing kan misschien ook bij de hotels worden gezocht. Ik heb op Twitter een oproep gedaan aan de Europese Federatie van Hotels om hun leden aan te moedigen zich beschikbaar te stellen voor de opvang van daklozen. Tot nu toe heb ik geen reactie gehad, maar het is zeker iets waar mogelijkheden in zitten. Er is ook heel wat leegstand waar mensen kunnen ondergebracht worden. Het is zaak dat er zo veel mogelijk dak- en thuislozen een private ruimte hebben de komende weken.’

Partner Content