Miranda Van Eetvelde (N-VA)

‘Bij alle politieke keuzes moeten we kinderen en jongeren in het achterhoofd houden’

Miranda Van Eetvelde (N-VA) Vlaams parlementslid voor N-VA en voormalig arbeidsbemiddelaar bij de VDAB

Vandaag, 12 augustus, is de Internationale Dag van de Jeugd. Vlaams parlementslid voor N-VA Miranda Van Eetvelde maakt hiervan gebruik om ons duidelijk te maken dat we de impact van politieke keuzes op jongeren nooit mogen vergeten.

Vandaag wordt wereldwijd de Internationale Dag van de Jeugd gevierd. Traditioneel vragen de Verenigde Naties op die dag meer aandacht voor kinderen en jongeren. Dit jaar staat de dag in het teken van ‘veilige plaatsen voor de jeugd’. Daarmee worden plekken bedoeld waar jongeren ongestoord kunnen samenkomen, waar ze hun mening kunnen uiten en waar ze deel kunnen nemen aan het beleid.

Bij alle politieke keuzes moeten we kinderen en jongeren in het achterhoofd houden.

Die veilige plekken voor jongeren zijn de komende maanden ook in Vlaanderen van groot belang. Met de lokale verkiezingen van 14 oktober 2018 in zicht is het cruciaal om het beleid ook te richten op kinderen en jongeren.

Bij lokaal jeugdbeleid wordt er al te vaak gedacht in een context van vrije tijd. Maar een echt beleid voor kinderen en jongeren moet veelzijdiger zijn. We moeten rekening houden met de gevolgen van alle beleidsbeslissingen op jongeren. Het creëren van een veilige fietsomgeving is bijvoorbeeld een maatregel die direct effect heeft op kinderen en jongeren. Maar daarnaast hebben veel andere beslissingen ook een indirecte invloed, die niet meteen zichtbaar is. Het ondersteunen van een degelijk welzijnsbeleid of het voorzien van voldoende culturele activiteiten heeft bijvoorbeeld ook invloed op kinderen en jongeren. Het is dus voor politici belangrijk om bij al die keuzes ook kinderen en jongeren in het achterhoofd te houden. Een bewust beleid dat rekening houdt met onze jongste burgers, zal daarvan in de toekomst de vruchten plukken.

Doen politici dit de dag van vandaag voldoende? Er gebeuren in ieder geval wel inspanningen.

De Vlaamse Regering probeert bijvoorbeeld via het label ‘kindvriendelijke gemeenten en steden’ voor een degelijk, coherent lokaal beleid voor kinderen en jongeren te zorgen. Gemeenten die dit label willen behalen, moeten aantonen dat ze het verdienen door inspanningen te leveren op verschillende beleidsdomeinen. Er bestaat geen vaste set criteria, maar een jury bepaalt autonoom of de gemeente of stad in kwestie voldoende investeert in haar jongste burgers. Het is geen evidentie om dit label te behalen. De gemeenten die zich houder van het label mogen noemen, zetten terecht stevig in op kinderen en jongeren. Het zorgt voor een positieve twist richting onze jongste burgers.

Jongeren komen immers al te vaak negatief in het daglicht. Denk maar aan de heisa rond enkele kleine incidenten op de jeugdkampen vorige zomer. De ene jeugdbeweging werd bestolen, anderen moesten hun zomerkamp stopzetten wegens ziekte. Nog andere groepen kwamen in de media door groepsspellen die uit de hand liepen. Telkens werd er weer met een beschuldigende vinger naar jongeren gewezen en kwamen ze op een negatieve wijze in beeld. Het is tijd voor wat positieve beeldvorming rond onze jongeren.

Dat dit wel degelijk kan, tonen zaken zoals de Buitenspeeldag aan. Dit soort initiatieven zorgt voor een grotere bewustwording, maar tezelfdertijd ook voor een meer positieve blik op kinderen en jongeren.

Naast de Buitenspeeldag zijn er nog andere initiatieven om onze jeugd te helpen. Denk maar aan het kampvervoer van De Lijn, uitgewerkt door de minister van mobiliteit, Ben Weyts (N-VA) en de minister van Jeugd, Sven Gatz (Open VLD). Hierdoor kunnen jeugdbewegingen op een goedkope manier naar hun kampplaats reizen. Dit is niet onbelangrijk in tijden van treinstakingen.

Een ander laagdrempelig initiatief wordt opgezet in de jeugdhuizen. Via brugprojecten worden deze gerenoveerd door scholieren uit het deeltijds secundair onderwijs. Een concreet voorbeeld van een win-win situatie: Vlaamse jeugdhuizen krijgen een betere infrastructuur terwijl scholieren de nodige ervaring opdoen.

Dat deze initiatieven nodig zijn, bleek uit de zogenaamde ‘nul- en eenmeting’. Dit onderzoek moest het veranderende, lokale jeugdbeleid in kaart brengen. In het begin van deze legislatuur werd immers beslist om middelen voor het jeugdbeleid te integreren in het gemeentefonds. Dat betekende dat er minder sturing kwam vanuit Vlaanderen. Op die manier wou de Vlaamse Regering meer vrijheid schenken aan gemeenten om autonoom hun beleidsbeslissingen te nemen. Ze kiezen zelf hoe ze hun jeugdbeleid invullen en aan welke prioriteiten ze vasthouden. Hoewel de resultaten van de eenmeting enkele positieve punten naar voor brachten, waren er ook enkele verontrustende signalen. Zo bleek het strategisch meerjarenplan van kracht minder zichtbaar, concreet en onderbouwd dan haar voorganger. Daarnaast was het opvallend om vast te stellen dat de lokale jeugdraad aan belang inboet.

Voldoende aandacht voor het lokale jeugdbeleid is dus absoluut niet overbodig. Wij staan achter de keuze om gemeenten meer vrijheid te schenken. Op die manier wordt de planlast beperkter. Maar dat wil niet zeggen dat we geen aandacht hebben voor het jeugdbeleid. Het doembeeld dat sommigen optrekken dat gemeenten niet langer investeren in jongeren, willen wij uit de wereld helpen.

Een moderne gemeente kan het eenvoudigweg niet maken om niet te investeren in haar jongste burgers.

Een moderne gemeente kan het eenvoudigweg niet maken om niet te investeren in haar jongste burgers. Daarom deze oproep, met de lokale verkiezingen in het zicht, naar alle huidige en toekomstige gemeentebesturen: investeer in onze jongeren. Betrek hen bij het beleid, zorg dat hun stem gehoord wordt. Verzilver hun sociaal engagement, hun vaardigheden en zorg zo mee voor een positief beeld van onze jongeren.

Lokale besturen moeten na de verkiezingen van 14 oktober 2018 blijven bewijzen dat ze alle kansen geven aan kinderen en jongeren. De nieuwe lokale schepenen van Jeugd moeten hier volop op inzetten. Jongeren betrekken en lokaal laten participeren zorgt ervoor dat beleid ook op hun maat wordt afgestemd. We vragen ook aan jongeren om die kansen te grijpen. Om zich lokaal te engageren voor hun buurt, voor hun vereniging, voor hun gemeente. Stap in de jeugdraad van de gemeente, zeg wat er beter kan, waar je wil dat de gemeente werk van maakt. Ga de dialoog aan. Dat kan iedereen alleen maar ten goede komen. Onze kinderen en jongeren vormen immers het gelaat van onze maatschappij en van de toekomst.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content