Belgische piloot nog steeds verdacht voor VN in zaak Hammarskjöld

Dag Hammarskjöld ontmoet Moïse Kapenda Tshombe in Congo, 1960.

In een nieuw rapport van de Verenigde Naties dat onderzoek deed naar de vliegtuigcrash van VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld in 1961, wordt duidelijk dat de VN de Belgische piloot Jan Van Risseghem nog steeds als mogelijke verdachte zien.

De Tanzaniaanse voormalige rechter Mohamed Chande Othman, die het onderzoek leidt, eist dat het onderzoek naar de piloot wordt verdergezet.

De Zweed Hammarskjöld kwam om het leven in de nacht van 17 op 18 september 1961, toen de DC-6 met hem aan boord crashte dichtbij het vliegveld van Ndola (in het huidige Zambia). Hammarskjöld was toen onderweg naar Katanga voor vredesonderhandelingen met onafhankelijkheidsleider, Moïse Tshombe. De bemanning en de 16 inzittenden kwamen allemaal om bij de crash. Aanvankelijk wees het onderzoek op een fout van de piloot als oorzaak, maar door enkele nieuwe VN-onderzoeken en een documentaire ‘Cold Case Hammarskjöld’ lijkt dat alsmaar minder plausibel.

In een tussentijds rapport had VN-onderzoeker Othman al geopperd dat de crash veroorzaakt kon zijn door een aanval. Ook toen waren er aanwijzingen in de richting van Jan Van Risseghem.

Het nieuwe VN-rapport van 95 pagina’s wijst op enkele onopgeloste vragen over de Belgische piloot en de betrokkenheid van de Fouga Magister, een klein straalvliegtuigje van de Avikat, de Katangese luchtmacht. Officieel was Van Risseghem op dat moment niet in Katanga, maar in België. Tot zijn dood in 2007 ontkende hij altijd dat hij betrokken was bij de dood van Hammarskjöld. Maar sommige getuigenissen wijzen echter op zijn aanwezigheid in de regio in september 1961. Het rapport vermeldt ook radiosignalen die werden opgepikt door een Amerikaanse NSA-agent, Paul Henry Abram, op de nacht van de crash. Hij zei dat hij verklaringen van een persoon had gehoord of gelezen die erop wijzen dat die de DC-6 had geraakt en dat het vliegtuig neerstortte. Volgens Abram was het een Belgische piloot met de bijnaam “Lone Ranger” die de Fouga bestuurde, die de verklaringen had gemaakt en die wachtte op het vliegtuig van Hammarskjöld. De getuigenis van een andere Amerikaan, marineofficier Charles Southall, wijst in dezelfde richting. Het is niet met zekerheid te zeggen waar Van Risseghem was op de bewuste avond, wat wel zeker is, is dat hij op 20 september met een Dornier 28 – een type vliegtuig van de Avikat – naar een onbekende bestemming is gevlogen voordat hij op 21 september vanuit Brazzaville naar Katanga vloog.

“Alles samen genomen, vormt de informatie over Van Risseghem een groeiende stimulans om op zoek te gaan naar verdere informatie. Gezien zijn afkomst, familiebanden en dienst bij de Britse krijgsmacht (tijdens de Tweede Wereldoorlog, red.), alsook informatie van de Verenigde Staten dat hij het vliegtuig mogelijk zou hebben aangevallen, heb ik de betrokken lidstaten om informatie over Van Risseghem gevraagd, maar heb geen inhoudelijke reactie gekregen”, aldus Othman. “Dit moet verder opgevolgd worden.”

Voor de ontoereikende of laattijdige samenwerking werden de drie landen Zuid-Afrika, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten genoemd, die “er vrijwel zeker van moeten zijn dat ze belangrijke geheime informatie bezitten”, klinkt het verder nog.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content