Belgian Cats blikken vooruit op het EK basketbal: ‘Het wordt erop of eronder. Maar wij kunnen dat’

Kim en Hanne Mestdagh: 'Voor de buitenwereld is het raar: twee zussen in de ploeg, en de pa coacht! Maar wij staan daar nooit bij stil.' © Jonas Lampens
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De zussen Kim en Hanne Mestdagh, een gesel aan de driepuntslijn, blikken vooruit naar het EK van de Belgian Cats. ‘We blijven doorgaan, ook als het tegenzit.’

Emma Meesseman en Ann Wauters zijn namen die elke Belgische sportfan ondertussen kent, maar daarmee is het verhaal van de Belgian Cats allerminst verteld. Het zo succesvolle nationale vrouwenteam steunt ook op Julie Allemand, een spelverdeelster die ballen aantrekt als een magneet. Er is de koele Antonia Delaere, altijd goed op cruciale momenten. Vergeet Julie Vanloo niet: één brok enthousiasme, onstuitbaar dribbelend naar de ring. Kyara Linskens brengt lengte en kracht, Marjorie Carpréaux is 25 centimeter kleiner maar met haar geniale ingevingen net zo nuttig. De optelsom van al dat talent won brons op het Europees kampioenschap 2017, werd in 2018 vierde op het WK en gaat als topfavoriet naar het EK 2019, dat deze week start in Servië en Letland

Lijkt alles mis te lopen, dan raken we in paniek. Maar als Ann Wouters zegt: “Het komt in orde”, dan geloof je dat.

Hanne Mestdagh

Eén familienaam is nadrukkelijk aanwezig in het succesverhaal van de Belgian Cats: vader Philip Mestdagh leidt al vier jaar de ploeg waarin zijn dochters Kim en Hanne vaste waarden zijn. De zussen Mestdagh zijn de bombardiers van de Cats: hun driepunters worden zo gevreesd dat ze ruimte scheppen voor andere speelsters om uit te blinken. En net wanneer de tegenstand een shot verwacht, rennen ze naar de korf voor een simpele lay-up. Kim en Hanne Mestdagh zijn de peper in het tactische bord van de Belgian Cats.

België trekt met hoge verwachtingen naar het EK. De loting zat anders niet mee. De Cats belandden in de zogeheten groep des doods met Rusland, Wit-Rusland en Servië: vier kandidaat-eindwinnaars in één poule. ‘Een loodzware opdracht’, erkent Kim Mestdagh, de oudste en (nipt) grootste van de zussen. ‘Er is geen inloopwedstrijd, geen match om het toernooi te voelen. Het wordt erop of eronder vanaf minuut één. Maar wij kunnen dat.’

Na twee geweldige toernooien zal de teleurstelling zwaar zijn als het nu tegenvalt. Zitten jullie nog op de wolk?

Kim Mestdagh: Wij zijn niet zo’n wolkenploeg. (lacht) Natuurlijk hebben we vorig jaar genoten van die bronzen medaille en dat prachtige WK. Die buzzer beater van Emma Meesseman tegen Spanje heb ik al eindeloos herbekeken, puur om de euforie van dat moment opnieuw te voelen. Of die fantastische kwartfinale, waarin we over Frankrijk heen walsten: kippenvel. Maar dit is weer een nieuw verhaal. Je mag niet teren op wat je vroeger hebt gedaan.

Hanne Mestdagh: Brons op het vorige EK was knap, het WK zo mogelijk nog straffer, maar dit toernooi is eindeloos veel belangrijker. De top zes plaatst zich voor het olympische kwalificatietoernooi. De Spelen zijn het hoogste wat een basketbalspeler kan bereiken.

Europees kampioen worden is geen doel?

Kim: Met plezier, als de kans zich aandient, maar daar denken we nu nog niet aan. We hebben drie supersterke tegenstanders geloot. Het toernooi kan ook rap voorbij zijn.

Hanne: We zitten in een stijgende lijn en de Olympische Spelen zijn dé grote droom. Ons doel missen na alles wat we al hebben meegemaakt: het zou hard aankomen.

Maar we gaan nog niet te veel praten over de Spelen. De coach heeft dat niet graag.

Mag ik het gek vinden dat je hem ‘de coach’ noemt? Want hij is ook jullie vader.

Kim: Voor de buitenwereld is dat raar, ja: twee zussen in de ploeg, en de pa coacht! Maar wij staan daar nooit bij stil. We trainen al met hem sinds ons zesde, we kennen niet anders.

Hanne: Bij mij is het nog extremer, want hij coacht ook Namen, de club waarbij ik speel. Ik zie hem letterlijk elke dag. Mensen zeggen me vaak: ‘Zo intens samenwerken met mijn vader, ik zou het niet kunnen’, maar eigenlijk speelt de vader-dochterrelatie geen rol. Dat bewaren we voor na de uren. Ik kom ’s ochtends binnen bij Namen, geef hem een hand, zeg ‘Dag coach’ – en daarmee is de kous af. In het weekend keer ik terug naar Ieper en hij ook. Dan hebben we elkaar zó veel te vertellen!

Kim:(lacht) Mama zegt dan: ‘Hey, praat ook eens met mij!’

Wat maakt hem een goede coach?

Kim: Hij is een mensenkenner. Hij behandelt niet iedereen op dezelfde manier. Het ene karakter rendeert bij een strenge aanpak, een ander moet je vriendelijker benaderen. Hij merkt het wanneer er problemen zijn en zal alles doen om die te ontmijnen. Hij zit écht met je in, dat is niet gespeeld.

Wat Vlaams Belangster Dominiek Sneppe zei over holebi’s die trouwen en kinderen krijgen was een klap in mijn gezicht.

Kim Mestdagh

Hanne: Papa leeft voor de sport. Trainingen voorbereiden, wedstrijden, al die video’s die hij bekijkt, de scoutingverslagen, zijn telefoon vol screenshots van spelsituaties die hij online heeft gevonden… En dat twaalf maanden per jaar. Het houdt nooit op. Ik speel dolgraag, maar als ik hem zie, denk ik: waar haal je al die gedrevenheid vandaan?

Kim: Hij is een vernieuwer, waardoor je als sporter het gevoel krijgt helemaal mee te zijn met de laatste trends. Basketbal evolueert: met spelsystemen van tien jaar geleden moet je niet meer afkomen. Papa scout veel bij de mannen. Die spelsystemen druppelen door naar het vrouwenbasketbal.

Hij oogt streng.

Kim: Dat ligt aan zijn kapsel: recht en onbuigzaam. (lacht) Nee, papa is veeleisend, en hij laat ook wel voelen dat hij de baas is. Dat moet: anders wandelen twaalf vrouwen zo over je heen. Maar naast het veld kun je alles aan hem vragen.

Jullie zijn vaste waarden in de selectie, maar zou hij zijn dochters indien nodig kunnen schrappen?

Hanne: Absoluut. Ik ben een twijfelgeval geweest. Ik zat in een groepje waartegen hij zei: ‘Jullie moeten vechten voor jullie plek.’ Hij had me zonder pardon uit het team gegooid als ik niet voldeed.

Kim: Ik zou ook niet anders willen. Ik hoef er echt niet bij te zijn omdat ik de dochter van de coach ben.

Hanne: Je hoort die roddels wel en dat doet pijn. Af en toe wil ik toch wel extra hard bewijzen dat ik op mijn plaats zit bij de Belgian Cats.

Bij Namen wisten Amerikaanse ploeggenoten niet dat hij mijn vader was. ’t Was een klein experiment van me: ik vertelde er niets over en ging na of ze er iets van merkten. Na een maand of drie kwam mama een keer langs. Die dag kwamen teammaats verschrikt naar me toe: ‘Je ma zoent de coach, Hanne!’ Toen heb ik het maar opgebiecht. (lacht)

Is hij strenger voor jullie dan voor de anderen?

Kim: Hij heeft minder geduld met ons. Ik zie hem haast denken: allee, dit moet jij al járen kunnen! (lacht) Toen ik jonger was, stoorde dat – geen enkele tiener wordt graag terechtgewezen, zeker niet door zijn pa. Vandaag snap ik het, want kritiek maakt je beter. En papa is zelf ook relaxter geworden.

Hanne Mestdagh
Hanne Mestdagh© JONAS LAMPENS

Ook in het vrouwenbasketbal zijn er amper vrouwelijke coaches. Zou het iets voor jullie zijn? Jullie hebben de achtergrond.

Kim: Ik mis er het geduld voor. Of komt dat met de jaren?

Hanne: Af en toe leid ik trainingskampen. Dat ligt me, maar op het niveau van papa zou ik dat niet willen doen, denk ik. Profbasketbal eist mentaal en emotioneel zo veel. Papa laat zich erdoor opslorpen. Dat moet ook, maar ik wil die toekomst niet voor mezelf.

De zussen Mestdagh staan bekend voor hun geweldige afstandsshot. Zoiets komt niet vanzelf.

Hanne: Het begint ermee dat je op een correcte manier leert shotten: die basistechniek heeft papa erin gedrild. Kim en ik zijn allebei perfectionisten. De uitdaging om honderd procent gaaf te leren shotten was ons op het lijf geschreven.

Kim: Het kan een leuke specialiteit zijn én een frustrerende. Er zijn dagen dat er geen bal in gaat. Dat je er vijf op een rij mist en wel door de grond kunt zakken. Maar het wordt van ons verwacht, de ploeg rekent erop. We blijven doorgaan, ook als het tegenzit.

Hanne: Soms mis je worp na worp en win je met het laatste shot de wedstrijd. Dat gebeurt in een reflex. Je voelt de zwaarte van het moment niet, er is geen tijd om te twijfelen. Zodra de bal vertrekt, weet ik al of hij binnen gaat. Ik heb in mijn leven al zo veel ballen geworpen dat ik dat gewoon voel.

Kim: Afstandsshots zijn voor 80 procent een kwestie van zelfvertrouwen, en toch moet je die discipline blijven onderhouden. Wat dat betreft, is het een levenslange last. Nooit kun je zeggen: ‘Nu kan ik het wel. Op naar iets anders!’

Hanne: Een last? Wanneer Kim en ik samen in België zijn – en dat gebeurt niet vaak – huren we samen een zaal om een hele dag shotjes te nemen. Voor mij zijn dat net de fijnste trainingen. Achteraf ben ik helemaal ontspannen. Heb ik je dat nog nooit gezegd, Kim? Dan weet je het nu.

De Belgian Cats spelen vloeiend, entertainend basketbal. Leuk om te zien, maar de tegenstand bezit meestal meer lengte en kracht. Ze duwen jullie van het terrein, af en toe.

Kim: Als je ons zonder contact laat spelen, gaat de bal vlot van hand naar hand en ziet de tegenstander sterretjes. Jammer genoeg weet de concurrentie dat ook. Ze verstoren ons door hier en daar een duw te geven. Wij zijn geen beukers en missen vooral een ‘beest onder de ring’: zo’n spierbundel die de rebounds opvangt en de tegenstander schrik aanjaagt.

Om daaraan tegemoet te komen, zou de Amerikaanse Celeste Trahan-Davis worden genaturaliseerd, maar dat is niet doorgegaan.

Hanne: Doordat vorig jaar de regering is gevallen, ontbreekt er een handtekening. Jammer, want Celestes dossier was volledig in orde. Ze is meegegaan op trainingskamp: haar spierkracht en vechtlust gaven ons spel een nieuwe dimensie. Een gemiste kans.

We missen vooral een ‘beest onder de ring’: zo’n spierbundel die de rebounds opvangt en de tegenstander schrik aanjaagt.

Als België de volgende ronde haalt, en daar gaan we allemaal van uit, dan komen de Cats misschien uit tegen Italië. Je weet wat dat betekent, Kim.

Kim: Dat we tegen mijn lief spelen (Giorgia Sottana, pointguard in de Italiaanse selectie, nvdr). Stress!

Op het vorige EK viel me dat zwaar. België schakelde toen Italië uit. Zij was blij voor mij en ik erg triest voor haar, terwijl dat een van de mooiste momenten van mijn carrière had moeten zijn. Die match heeft aan me gevreten. We zaten toevallig in hetzelfde hotel – ook dat nog. We zagen elkaar aan het ontbijtbuffet, maar wat zeg je dan? ‘Succes’? Nee, hè. Ik wil ook winnen.

Onlangs deelde je op Twitter je verontwaardiging over een uitspraak van Vlaams Belang-politica Dominiek Sneppe: ‘Holebi’s die trouwen en kinderen krijgen, vind ik een brug te ver’, had ze in een interview gezegd.

Kim: Ik dacht meteen aan Ann Wauters, haar vrouw Lot en hun drie schattige kindjes. Iedereen die hen kent, zal zeggen: wat een prachtgezin. Maar voor sommigen zijn ze blijkbaar ‘een probleem’. (fel) Hoe dan?! Als twee mannen of vrouwen samen gelukkig zijn, hoe haal je het dan in je hoofd om te zeggen: ‘Dat is verkeerd’? Wat geeft je het recht om te oordelen over het leven van anderen?

Ik heb in Turkije gespeeld, waar ze op het vlak van holebirechten twintig jaar achterlopen. Hoe vaak heb ik ginds niet gezegd: ‘O, in België zou dit geen probleem zijn.’ Want in België zijn we modern… En dan zegt een parlementslid zoiets. Het voelde als een klap in mijn gezicht. Ik weet niet of die mevrouw kinderen heeft, maar als zij lesbisch of homoseksueel zouden zijn, zouden ze er niet voor uitkomen, omdat hun mama er zo over denkt. En ze zullen hun leven lang ongelukkig zijn.

Hoe belangrijk is Ann Wauters voor de ploeg?

Hanne: Levensbelangrijk. Lijkt alles mis te lopen, dan raken we in paniek: soms zijn we echt een bende zotte kinderen. Maar als zij zegt: ‘Het komt in orde’, dan geloof je dat. En wég is de paniek.

Kim: Laatst las ik een historisch overzicht op de site van de Euro League (het grootste clubtoernooi in het vrouwenbasketbal, nvdr). Ann blijkt de topscorer aller tijden te zijn, heeft de meeste rebounds op haar naam en staat tweede in de assists. Een carrière om u tegen te zeggen.

Hanne: Zij was mijn idool. Voor mijn elfde verjaardag kreeg ik tickets om naar Valenciennes te gaan. Het was een schooldag, ik herinner het me alsof het gisteren was. Na de match regelde papa een meet-and-greet. Nooit zo onder de indruk geweest.

Ann heeft niet meer gespeeld sinds het vorige WK, want ze sukkelt met haar knie. Ze mist wedstrijdritme, maar met haar ervaring maakt ze dat ongetwijfeld goed. Ze heeft een palmares van hier tot in Tokio – en als we de Spelen halen létterlijk tot in Tokio. Goed gevonden, hé?!

Is Emma Meesseman jullie ster?

Hanne: Daar kan ik moeilijk ‘ja’ op antwoorden: ik heb met haar in de kleuterklas gezeten. Iemand die je al zo lang zo goed kent, kun je niet meer zien als een ster.

Bovendien is Emma zo nederig. Er zit geen milligram diva in, integendeel. In de kleuterklas was ik de grootste van ons beiden, maar vandaag is zij een halve kop groter.

Kim Mestdagh
Kim Mestdagh© JONAS LAMPENS

Kim: Emma kan alles. Ze heeft een goed shot, dus verdedigers moeten in haar buurt blijven, maar ze heeft ook een goede drive en een stevige post move: als je te dicht op haar speelt, loopt of springt ze je eraf. Onmogelijk om op te verdedigen.

Is zij de beste speelster van Europa?

Kim: Op haar positie: zonder twijfel. En misschien wel over de hele lijn, ja. We mogen de hemel danken dat we zo’n topper hebben.

Als je tien jaar geleden had gevraagd welk toptalent het Belgische vrouwenbasket naar grote hoogten zou stuwen, hadden de kenners geantwoord: Hanne Mestdagh. Maar je hebt veel pech gehad met blessures.

Hanne: Op mijn zestiende verjaardag zakte ik door mijn linkerknie: voorste kruisband gescheurd, meniscus kapot, kraakbeen om zeep. Twee operaties en twaalf maanden revalideren. Ik speelde één jaar en maakte hetzelfde nog eens mee, maar dan met mijn rechterbeen. Op het einde van mijn tienerjaren zat ik voortdurend in de lappenmand. En terwijl ik stilstond, gebruikten andere speelsters die tijd om sterker worden.

Het belemmert me nog altijd – ik spendeer véél tijd bij de kine en er zijn dagen dat ik met pijn speel – maar de grootste schade is mentaal. Onvermijdelijk stel je jezelf de vraag: waar zou ik hebben gestaan als ik dat allemaal niet had meegemaakt? Ik zou de nieuwe Ann Wauters worden: dat was de droom. Het is anders uitgedraaid. Ik ben trots op het parcours dat ik heb afgelegd: dat ik nog basket, lag niet voor de hand. Maar het maakt die verloren jaren niet goed.

Het voordeel is dat ik geniet van al wat ik meemaak. Dat lukte me vroeger niet, met mijn koppige, perfectionistische karakter.

Als jullie je voor de Spelen plaatsen, bestaat de kans dat het pre-olympische toernooi in het Sportpaleis plaatsheeft.

Kim: Echt? Dat zou geweldig zijn. Maar daar wil ik nu nog niet aan denken: voetjes op de grond.

Hanne: Met onze horden zotte fans en dan het enthousiasme van de Cats erbovenop: dat kan niet misgaan. We lokken duizenden supporters tegenwoordig, en sommigen zijn rotfanatiek.

Kim: Die hadden we vijf jaar geleden niet. Als er dertig man langs de kant stond, konden we ons geluk niet op. Zielig, achteraf bekeken. Gelukkig wisten we niet beter.

Hanne Mestdagh

– 19 april 1993: geboren in Ieper

– 1,78 meter, forward, speelt met nummer 22

– Club: BC Namur Capitale

– Eindigde met de Belgian Cats derde op het EK 2017 en vierde op het WK 2018

Kim Mestdagh

– 12 maart 1990: geboren in Ieper

– 1,80 meter, shootingguard, speelt met nummer 5

– Clubs: Salamanca en Washington Mystics

– Eindigde met de Belgian Cats derde op het EK 2017 en vierde op het WK 2018

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content