‘Belgen moeten rechtstreeks toegang krijgen tot hun politiedossier’

Politiebureau in het centrum van Antwerpen. Aankloppen bij de politie voor toegang tot jouw informatie heeft voorlopig geen zin. © ANP / Peter Hilz
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Vandaag kun je in België enkel onrechtstreeks opvragen welke informatie de politie over je bijhoudt, en een inhoudelijk antwoord krijg je nooit. ‘Maar het Brusselse Hof van Beroep heeft in een belangrijk arrest geoordeeld dat dat anders moet’, zegt Frank Schuermans, voorzitter van het Controleorgaan op de politionele informatie. ‘Nergens in Europa ontvang je zo weinig informatie die de politie over jou bijhoudt als in België.’

Je kunt niet zelf bij de politie opvragen welke informatie ze over je bijhoudt. In België bestaat al sinds 1992 een systeem van onrechtstreekse toegang. Vroeger moest je via de toenmalige Privacycommissie om inzage vragen. Nu moet je daarvoor bij het Controleorgaan op de politionele informatie (CoC) zijn.

‘Wij gaan dan na of er informatie over jou in de Belgische politiedatabanken aanwezig is, en zo ja: of die correct is’, legt Frank Schuermans, de voorzitter van het Controleorgaan, uit. ‘In een op de vier gevallen doen we een rechtzetting. Dat hele proces kan een paar maanden duren, want wij zijn dikwijls in discussie met de politie. Maar het enige antwoord dat we je vervolgens mogen geven is dat “de nodige verificaties zijn gebeurd”. We mogen helaas niet meedelen of je in de databanken zit – laat staan waarvoor juist.’

Een belangrijk arrest haalt het hele bestaande kader onderuit, schrijft u in Praktijkhandboek Politie & Privacy, dat deze week verschijnt.

Frank Schuermans: Op 24 juni heeft het Brusselse Hof van Beroep zich uitgesproken in een zaak die de vzw Ligue des droits Humains tegen ons heeft aangespannen. Het principiële systeem in Europa is rechtstreekse toegang tot politie-informatie. De Europese Commissie heeft dan ook al zeer pertinente vragen gesteld over het Belgische systeem. Eigenlijk moest er al lang een inbreukprocedure gestart zijn door de Europese Commissie, omdat de omzetting van de Law Enforcement Directive (zeg maar de GDPR van justitie en politie, nvdr) in de Belgische wet manifest niet correct is. Dat zeg niet ik, maar het Europese Hof van Justitie. En het Brusselse Hof van Beroep heeft dat deze zomer inderdaad bevestigd.

Waar komt dat arrest dan op neer?

Schuermans: Belgen moeten rechtstreeks toegang krijgen tot hun politiedossier. Burgers moeten rechtstreeks bij de politie kunnen aankloppen, en het volstaat niet meer om systematisch in alle dossiers mee te delen dat ‘de nodige verificatie is gedaan’.

Niet elke burger zal altijd alles te zien krijgen. Er zijn natuurlijk objectieve redenen om zaken niet mee te delen. Maar daarin heeft die Europese richtlijn allemaal voorzien.

‘Iedereen kan rechtstreeks een verzoek indienen bij Europol en vragen of hij of zij gekend is in hun databanken. Soms zeggen ze niets, maar soms zeggen ze: “Ja, u bent gekend voor terrorisme.”’

Hoe verloopt dat in Nederland?

Schuermans: Daar kan iedereen naar de politie stappen en vragen welke gegevens ze bijhoudt. Case per case zal de politie daar dan op antwoorden. Van de 27 EU-lidstaten is België het enige land dat géén volledige, systematische, rechtstreekse toegang verschaft. Nergens in Europa ontvang je zo weinig informatie die de politie over jou bijhoudt als in België.

Trouwens, wist je dat iedereen rechtstreeks een verzoek kan indienen bij Europol? Je kunt vragen of je gekend bent in hun databanken, en Europol zal daarop antwoorden. Het zal natuurlijk eerst terugkoppelen naar de lidstaat vanwaar die informatie komt, maar zal vervolgens een belangenafweging maken. Soms zeggen ze niets, maar soms zeggen ze: ‘Ja, u bent gekend voor terrorisme.’

Maakt het zo’n verschil of ik rechtstreeks bij de politie mijn dossier opvraag, of via jullie moet passeren?

Schuermans: Absoluut. Als de politie zelf op uw verzoek moet antwoorden, is ze verplicht om na te denken. Heb ik gegevens? Zo ja, zijn de gegevens nog adequaat en moet of mag ik ze überhaupt nog bewaren? Bovendien gaat het ook sneller als je een tussenschakel kunt overslaan. Er is geen enkele serieuze reden te bedenken om dat niet te doen.

Wie moet nu – na dat arrest van het Brusselse Hof van Beroep – het initiatief nemen voor een nieuw wettelijk kader?

Schuermans: Het parlement of de regering. De ministers zijn er mee bezig, hoor ik, er zijn werkgroepen opgestart om een wetgeving te schrijven. Maar ik heb nog geen tekst gezien. En het is niet alleen een kwestie van teksten schrijven. De politie moet zich ook voorbereiden. Ze zal een dienst moeten oprichten die onze rol kan overnemen.

Hoe vaak komen mensen aankloppen met de vraag of de politie info over hen bijhoudt?

Schuermans: In 2020 behandelden we 283 vragen van burgers. Vorig jaar ging het om 565 dossiers en dit jaar zitten we al aan 524. Ik ben er zeker van dat het er uiteindelijk veel meer dan 600 zullen zijn.

Veel mensen worden met hun politioneel verleden geconfronteerd, vaak jaren na de registraties. Wanneer ze een nieuwe job willen uitoefenen, bijvoorbeeld. Voor heel wat beroepen moet je een veiligheidsscreening ondergaan. En men wil die lijst steeds verder uitbreiden. De NMBS, havenpersoneel, luchtvaartpersoneel, militairen, politieambtenaren, private bewakingsagenten…

‘We moeten het abc van gegevensbescherming en de regels van politie-informatiehuishouding heel vaak uitleggen aan politiemensen. De politieopleiding schiet tekort.’

Hoe lang mag de politie informatie over mensen bijhouden?

Schuermans: Dat hangt ervan af. Vereenvoudigd gesteld: maximaal 10 jaar voor wanbedrijven (een winkeldiefstal bijvoorbeeld) en 30 jaar voor misdaden. Opgelet, een simpele valsheid in geschrifte – sjoemelen met je verzekeringsbewijs bijvoorbeeld – is al een misdaad en blijft dus 30 jaar in de databank staan.  Los van die maximumtermijnen moet elke registratie op elk moment politioneel operationeel noodzakelijk zijn.

Worden de databanken systematisch geüp­datet?

Schuermans: Wanneer iemand wordt vrijgesproken door een rechtbank of wanneer het OM oordeelt dat er geen misdrijf was, dan bestaat er géén automatisch systeem om de overeenkomstige politieregistraties te verwijderen. Zelfs na een vrijspraak kun je nog een hele tijd in de politiedatabanken staan. Die info moet uit de politionele databank verdwijnen, maar dat gebeurt niet automatisch. Je moet dus zelf stappen ondernemen, wat eigenlijk ambtshalve zou moeten gebeuren.

Waarom heeft u Praktijkhandboek Politie & Privacy geschreven?

Schuermans: Omdat we dagelijks de behoefte aan zo’n boek en de gebrekkige kennis van de materie bij de politie vaststellen. Vaak krijgen we zelfs vragen over de algemene basisbeginselen. We moeten het abc van gegevensbescherming en de regels van politie-informatiehuishouding heel vaak uitleggen aan politiemensen. De politieopleiding schiet tekort. Maar het boek is ook bedoeld voor burgers en andere belanghebbenden en professionelen, zoals magistraten en advocaten. Ik bespaar u de juridische blunders die ik soms moet lezen van advocaten.

Kent onze politie de privacywetgeving onvoldoende?

Schuermans: Het begint met te weten welke wetteksten van toepassing zijn. Wanneer politiezones een opleidingsdag organiseren, vragen ze om op voorhand in te schrijven. Wat doen ze vervolgens? Iedereen screenen. Iedereen door de databank halen. Als wij dan aan de politie vragen wat hun rechtsgrond is om dat te doen, dan antwoorden ze: ‘De mensen hebben zelf schriftelijk hun toestemming daarvoor gegeven.’ Maar zo’n toestemming is iets uit de GDPR, de Algemene verordening gegevensbescherming. Voor politionele informatie geldt een heel ander wettelijk kader. En ik kan u verzekeren dat we meerdere Vlaamse politiezones op die manier op de vingers hebben moeten tikken.

Is dat geen misdrijf op zich?

Schuermans: Inderdaad, elke onrechtmatige verwerking is een misdrijf en kan gesanctioneerd worden met geldboetes. Als ik dat vervolgens tegen een korpschef zeg, dan hebben ze de boodschap wel begrepen. Daarom hebben we in het handboek een belangrijk hoofdstuk gewijd aan allerlei mogelijke cameraverwerkingen. Die zullen natuurlijk alleen maar toenemen, zeker gezien de opmars van artificiële intelligentie.

Vijf jaar geleden waren er 1892 ANPR-camera’s in ons land: 157 exemplaren aangesloten op het nationale netwerk van de federale politie en 1735 op een technische gegevensbank van de lokale politie. En vandaag?

Schuermans: Op federaal niveau waren er midden juni 2484 ANPR-camera’s aangesloten op het nationale ANPR-systeem. Daarnaast zijn momenteel 3198 ANPR-camera’s in gebruik binnen de lokale zones, die aan diverse lokale technische databanken zijn gekoppeld. Samen zijn dat dus 5682 ANPR-camera’s.

Dat is liefst drie keer zoveel als vijf jaar geleden. Krijgen we al die data verwerkt?

Schuermans: Camera’s hebben is één ding. Ze verbinden aan een ANPR-managementsysteem is iets heel anders. Het federale systeem heeft onvoldoende stabiele capaciteit – al moet dat tegen begin 2026 zijn opgelost. Maar momenteel zijn er camera’s voor trajectcontroles die niet werken omdat er onvoldoende capaciteit is om die data te verwerken. Ik voorspel dat het aantal processen-verbaal volgend jaar sterk zal stijgen, zeker in verkeerszaken.

Frank Schuermans, Ronny Saelens en Stefan De Proft, Praktijkhandboek Politie & Privacy. De operationele verwerking van persoonsgegevens door de politiediensten in hoofdlijnen, Politeia, 2025, 305 bladzijden, 129 euro.
© RV

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise