Wouter Vansteelant

‘Beleid van Schauvliege bevestigt dat zij bepaalde jachtverenigingen verdedigt’

Wouter Vansteelant promoveerde trekvogelecologie (Universiteit van Amsterdam)

‘Gezien er geen grote economische belangen spelen, maakt het fazantendossier pijnlijk duidelijk dat Joke Schauvliege over onvoldoende ecologisch inzicht beschikt om als natuurminister de goede richting te vinden’, schrijft trekvogelonderzoeker Wouter Vansteelant.

Beleid van Schauvliege bevestigt dat zij bepaalde jachtverenigingen verdedigt

Onze leefomgeving is een gemeen goed. Dat de natuur wel eens offers moet maken in het voordeel van jobcreatie is onoverkomelijk. Activisten en natuurbeschermers durven al eens iets te hard van leer te trekken tegen beleidsmakers zoals Joke Schauvliege (CD&V). Toch is het beleid van deze minister van Omgeving, Natuur en Landbouw onaanvaardbaar en ontoereikend. Dat wordt pijnlijk duidelijk nu zij een exotische boskip ten behoeve van de jacht een beschermde status wil verlenen.

De fazant (Phasanius colchicus) is een graag geziene vogel voor veel Vlamingen. Met zijn kleurrijke verenpak is een fazantenhaan immers een aardige verschijning. Dat exotische karakter is echter geen toeval. De soort werd reeds door de Romeinen ingevoerd uit het nabije oosten en werd tot in de jaren negentig massaal en legaal gefokt en uitgezet voor de jacht. Natuurbeschermers beschouwen de soort dan ook als een ongewenste ‘exoot’. De Raad van State besliste eerder deze maand, na een verzoek door Vogelbescherming Vlaanderen, dat nu ook het rapen (en dus het uitbroeden) van in het wild gevonden fazanteneieren niet langer is toegestaan. Dit was het laatste achterpoortje, artikel 65 in het Jachtvoorwaardenbesluit, die de uitzet van fazanten ongewild faciliteerde.

Fazant doet het goed in Vlaanderen

Minister Schauvliege is niet blij met deze beslissing van de Raad van State. Zij wil graag dat het Instituut voor Bos en Natuuronderzoek (INBO) gaat onderzoeken of die fazant geen bedreigde vogel is. Want zo’n soort onder het mom van bescherming opkweken en uitzetten zou misschien wel kunnen. De minister maakt zich klaarblijkelijk zorgen over het voortbestaan van de fazant indien die niet uitgezet kan worden. Maar daar is weinig reden toe. Een snelle zoekopdracht op www.waarnemingen.be laat zien hoeveel fazanten sinds 1 januari 2016 door natuurvorsers werden gesignaleerd. De meest doorwinterde vogelaars zullen een fazant meestal niet signaleren. Er zitten er gewoon on-ge-loof-lijk veel. Maar ook zo’n onvolledig kaartje maakt duidelijk dat die fazant het erg goed doet in Vlaanderen.

Patrijs: meest karaktervolle akkervogel

Joke Schauvliege (CD&V)
Joke Schauvliege (CD&V)© BELGA

Een tweede kaart laat daarentegen zien dat het helemaal niet zo goed gaat met de patrijs (Perdix perdix), een van onze meest karaktervolle akkervogels. Veel vogelaars zullen een patrijs veel vaker signaleren dan een fazant waardoor de waarnemingen op de kaart een redelijk goed beeld geven van de werkelijke populatie. De patrijzenpopulatie staat eigenlijk al sinds de jaren negentig op een dieptepunt. Te hoge jachtdruk en vooral intensieve landbouw heeft de soort verdreven uit grote delen van het boerenland, en er is weinig beterschap in zicht. Thans geniet de soort enige bescherming onder de Vlaamse Rode Lijst en de Europese Vogelrichtlijn, maar de Raad van State maakte tegelijk met haar fazantenbesluit bekend dat zij de patrijzenjacht niet verder wil beperken.

Minister Schauvliege heeft een belangrijke verantwoordelijkheid om het herstel van onze patrijzenpopulatie mee te bevorderen, maar zij uitte geen bezwaar tegen die tweede beslissing van de Raad van State. Een tijdelijke stop van de patrijzenjacht kan nochtans veel helpen, en wordt bijvoorbeeld ook in Nederland toegepast. Jammer genoeg voor de patrijs gelden de bestaande beschermingsmaatregelen als een rem op de compassie van onze minister.

‘Eigen soort eerst’

Schauvliege beschikt over onvoldoende ecologisch inzicht om als natuurminister de geode richting te vinden’

‘Eigen soort eerst’ klinkt wellicht als een eigenaardig credo voor natuurbescherming, maar ‘invasieve exoten’ hebben ontegensprekelijk een zeer nadelige impact op ons leefmilieu. Dat geldt net zo goed voor de fazant, die in grote getale in het leefgebied van patrijzen en andere kwetsbare akkervogels wordt uitgezet. In Engeland vertegenwoordigen vier miljoen uitgezette fazanten in het najaar meer biomassa in het ecosysteem dan alle andere broedvogels samen. De Vlaamse wegen worden in het najaar weliswaar niet geplaveid met fazantenpaté; toch mogen we de absurditeit van de fazantenjacht niet onderschatten.

Vanuit een natuurbeschermingsperspectief is het zelfs wenselijk dat Minister Schauvliege de fazant opneemt in de nieuwe lijst van ‘kwalijke soorten‘ die bij aantoonbare schade verdelgd mogen worden. Het was al geen geheim dat de belangen van de jacht goed vertegenwoordigd zijn in hoge politieke kringen, niet in minst bij CD&V. Het huidige beleid van de minister bevestigt wederom het vermoeden dat zij de positie van bepaalde jachtverenigingen graag wil verdedigen.

Economische belangen

We zijn wel wat gewend van mevrouw Schauvliege sinds zij tegen alle adviezen in de vossenjacht hielp te versoepelen, de milieuvergunningen voor Uplace bekrachtigde, en meer recent een Essers een vergunning verleende voor boskap in een Natura2000 zone. Zelf zegt ze daarover: ‘als niemand tevreden is, dan heb ik mijn werk goed gedaan‘.

Het heeft echter geen pas voor de minister om met zo’n slap excuus al de ecologische kennis die tot haar beschikking staat zomaar naast zich neer te leggen. Door het uitzetten van fazanten oogluikend toe te laten komen er geen extra jobs, noch wordt onze leefomgeving daardoor mooier of rijker. De druk op werkelijk bedreigde akkervogels neemt alleen maar toe, ten nadele van honderdduizenden natuurliefhebbers, jagers incluis, die tijdens een herfstwandeling maar wat graag een vlucht patrijzen over de Vlaamse velden willen zien scheren. Gezien er geen grote economische belangen spelen maakt het fazantendossier pijnlijk duidelijk dat Schauvliege over onvoldoende ecologisch inzicht beschikt om als natuurminister de goede richting te vinden. Een beetje zoals een fazant die uit het kiekenkot wordt geplukt en verdwaald het veld wordt ingeslingerd.

Wouter Vansteelant, trekvogelonderzoeker en natuurliefhebber, promoveerde bij de Universiteit van Amsterdam in de trekvogelecologie. Hij stond mee aan de wieg van Batumi Raptor Count in Georgie en is secretaris van de Migrant Landbird Study Group voor UNEP-CMS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content