‘Als de regering zoveel van de eerstelijnszorg verwacht, moet ze daar ook voor betalen’

© Getty Images
Ann Peuteman

Om betere zorg te kunnen bieden, moeten huisartsen, verpleegkundigen, apothekers en andere zorgwerkers beter samenwerken. Daartoe heeft Vlaanderen nieuwe structuren opgezet, maar voorlopig is nog niet iedereen aan boord.

‘Werken huisartsen, diëtisten, logopedisten, podologen, vroedvrouwen, ergotherapeuten, apothekers, tandartsen, psychologen, verpleegkundigen en kinesitherapeuten nauwer samen, dan wordt de patiënt daar beter van’, zegt Hilde Deneyer, algemeen directeur van het Vlaams Apothekers Netwerk (VAN) in naam van die beroepsgroepen. Net daarom zijn Vlaanderen en Brussel sinds kort opgedeeld in zestig eerstelijnszones, die zorgverstrekkers van de eerstelijnszorg (zorg waarvan iedereen zonder doorverwijzing gebruik kan maken) uit die regio groeperen. Om die zones aan te sturen, zijn er onlangs zorgraden opgericht waarin zowel die beroepsgroepen als de patiënten vertegenwoordigd zouden moeten zijn. ‘Maar lang niet alle zorgverstrekkers zijn al mee’, aldus Deneyer. ‘De Vlaamse overheid heeft alle koepelorganisaties nu gevraagd om hen beter te informeren en te stimuleren om actief mee te werken.’ Daarom vindt op dinsdag 6 oktober in de pop-upstudio van Roularta HealthCare een webinar plaats over de hervorming van de eerstelijnszorg.

Wat heeft de patiënt eigenlijk aan die nieuwe structuren?

Hilde Deneyer: Doordat alle plaatselijke zorgverstrekkers samenwerken en met elkaar afspreken, krijgt hij meer zorg op maat. Daarnaast kunnen zorgraden inspelen op de specifieke behoeften binnen hun regio. Blijkt bijvoorbeeld dat er in een eerstelijnszone opvallend hoge suïcidecijfers zijn of dat erg weinig mensen deelnemen aan borstkankerscreenings, dan kan een actieplan worden opgesteld om daar iets aan te doen. Sommige zorgraden hebben hun grote potentieel al tijdens de coronacrisis laten zien. Toen er een tekort was aan handgel en medisch beschermingsmateriaal, maakten ze bijvoorbeeld een inventaris op van de noden in hun regio.

Veel zorgverstrekkers weten niet meer wat de verschillende bestuursniveaus van hen willen.

Hoe komt het dat veel zorgverstrekkers nog niet mee zijn?

Deneyer: Om daar zicht op te krijgen, hebben we een enquête georganiseerd. Daarin geeft 42 procent van de zorgverstrekkers aan onvoldoende ondersteuning te krijgen. Ook de communicatie over de nieuwe organisatie moet beter, want nu is er nog veel onduidelijkheid. Veel zorgverstrekkers weten ook niet meer wat de verschillende bestuursniveaus van hen willen. Daarbij heeft de coronacrisis niet bepaald geholpen. De zorgraden, die pas waren opgestart, kregen er van de Vlaamse overheid plots nog een opdracht bij: ze moesten zich in covid-19-teams organiseren om de lokale besturen bij te staan in de strijd tegen het virus. Als we willen dat alle zorgberoepen daarin meestappen, zullen ze duidelijke informatie moeten krijgen én moeten er genoeg middelen voor worden vrijgemaakt.

Dat gebeurt nu niet?

Deneyer: De tijd en energie die mensen vandaag in zorgraden investeren, worden niet vergoed. In dat verband heeft de Septemberverklaring van Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) me echt verbaasd. Voor de meest uiteenlopende dingen worden hoge bedragen vrijgemaakt. 4,3 miljard euro gaat naar het relanceplan Vlaamse veerkracht en 525 miljoen euro naar de ondersteuning en verloning van het zorg- en welzijnspersoneel. Maar daar worden de zorgverstrekkers in de eerstelijnsgezondheidszorg niet beter van. Nochtans worden onder meer thuisverpleegkundigen, kinesitherapeuten, huisartsen, diëtisten en apothekers met steeds complexere zorgnoden geconfronteerd doordat mensen almaar ouder worden en langer thuis blijven wonen, maar ook doordat er almaar meer chronisch zieken bij komen.

Een deel van het probleem is ook de versnippering van bevoegdheden. Alles wat met vergoedingen en terugbetalingen te maken heeft, is de verantwoordelijkheid van de federale overheid, terwijl Vlaanderen bevoegd is voor de preventie en de organisatie van de zorg. In het nieuwe federale regeerakkoord staat dat de eerstelijnszorg in samenwerking met de deelstaten moet worden gevaloriseerd en versterkt. Ik kan alleen maar hopen dat daar ook echt werk van wordt gemaakt.

De webinar Hervorming van de eerstelijnszorg: versterking of versnippering? met onder anderen Hilde Deneyer, Vlaams minister van welzijn Wouter Beke (CD&V) en Caroline Verlinde (VIVEL) vindt op 6 oktober om 20 uur plaats. Deelname is gratis, maar u moet wel vooraf registreren via course.medchronicle.com/rhc/webinar-eerstelijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content