‘Al die jongeren die aan de alarmbel trekken, zijn nog maar het topje van de ijsberg’

Alexandra Smarandescu en Amir Bachrouri © Vlaamse Jeugdraad

Er zijn lichtere erfenissen dan de spreekbuis van een jonge generatie in isolement over te nemen. Amir Bachrouri (18) doet sinds januari wat Alexandra Smarandescu (24) de voorbije drie jaar deed: de stem van jongeren op de beleidstafel serveren. In een dubbelgesprek fileren ze scherp het afgelopen jaar.

‘Het is de eerste keer in jaren dat ik me weer gewoon op school kan gaan focussen’, lacht Alexandra Smarandescu (24). Na drie jaar voorzitterschap van de Vlaamse Jeugdraad gaf ze in januari de estafettestok door aan Amir Bachrouri, die met zijn achttien lentes meteen ook de jongste voorzitter ooit werd. Niet dat die statistiek de Borgerhoutenaar deert. Als een volleerd woordvoerder trok hij in zijn wittebroodsweken naar de studios van de Zevende Dag en De Afspraak. ‘Die eerste dagen ging het echt hard. Al was de plankenkoorts na het eerste mediaoptreden weg. Vanaf dan was het gewoon business as usual‘, klinkt het.

Wie 2,7 miljoen Vlaamse jongeren vertegenwoordigt, moet inderdaad stevig in zijn of haar schoenen staan, zeker tijdens een gezondheidscrisis. De afgelopen maanden klonk de roep om meer perspectief voor de jeugd steeds luider. Vanop de hogeschool- en universiteitsbanken werd met scherp op onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) geschoten, terwijl Heidi De Pauw (Child Focus) samen met tig aantal ondertekenaars het roer van de vaccinatiestrategie in het voordeel van jong Vlaanderen probeerde om te slaan.

In de nasleep van dit gesprek lijkt de Vlaamse regering ook gehoor te geven aan de vele vragen. ‘Zowel meerderheid als oppositie vonden in de commissie jeugd dat jongeren bij de volgende versoepelingsronde voorrang mogen krijgen’, zegt Smarandescu. ‘Dat is goed nieuws want veel jongeren snakken naar een uitbreiding van hun bubbel en weer meer vrijetijdsopties.’

Bachrouri, die samen met de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) en de Vlaamse Vereniging voor Studenten (VVS) nu al dagen op trot is om dat perspectief af te dwingen, is er toch niet gerust in. ‘De deur staat op een kier. Wetenschappers en politici proberen de laatste dagen de verwachtingen te temperen. De kunst is volgens hen om niet te snel toe te geven aan wat journalisten de “versoepelbrigades” noemen. Maar vanaf het kan, zullen heel wat sectoren aan de mouw van de politiek trekken. Ik ben soms bang dat de belangen van de jeugd dan weer vergeten worden. Het blijven tenslotte politieke beslissingen. Maar goed, het glas is nog altijd meer halfvol dan halfleeg.’

Het is pas sinds een aantal weken dat de jongerenstem ook écht doorklinkt in het publieke debat. Is dat niet wat laat in deze crisis?

AMIR BACHROURI: Politici en virologen geven nu ook toe dat er tijdens de eerste lockdown niet echt rekening werd gehouden met de impact op kinderen en jongeren. Het besef dat ook hun leefwereld geraakt wordt door de crisis is pas later gekomen. Al is het jongerenperspectief nog altijd iets dat er maar sporadisch wordt bijgenomen als de nood écht te hoog is. Concrete beleidsbeslissingen moeten veel sneller genomen worden.’

Jij maakte deel uit van het maatschappelijk relancecomité, Alexandra. Werd je daar voldoende gehoord?

ALEXANDRA SMARANDESCU: Ik was in de eerste plaats al verrast dat ik één van de acht maatschappelijke experten mocht zijn. Hoewel ik veruit de jongste was, waren de discussies altijd wederzijds respectvol en werd er steeds naar compromissen gestreefd. Of er door de Vlaamse regering voldoende naar onze aanbevelingen is geluisterd? Tja, dat zijn afwegingen en politieke keuzes die gemaakt worden. Zou ik andere keuzes gemaakt hebben? Waarschijnlijk wel.

Het wordt tijd om duidelijke beslissingen te gaan nemen en die ook zo te communiceren.

Alexandra Smarandescu, voormalig voorzitter Vlaamse Jeugdraad

De coronacrisis woog duidelijk ook op de verschillende leeftijdsgroepen binnen het containerbegrip ‘jongeren’. Terwijl minderjarigen voorzichtig perspectief kregen, kropen studenten boos in hun pen.

BACHROURI: Laten we ook niet vergeten dat meerderjarigen meer zijn dan enkel studenten. We moeten ook praten over jonge schoolverlaters of jongeren die meteen gaan werken. We zitten met een erg heterogene groep. Maar zoals je zegt, er lijkt inderdaad sprake van een opbod tussen verschillende groepen. Dat vind ik jammer want versoepelingen voor meerderjarigen en studenten zijn zeker bespreekbaar. Daarvoor zitten we ook samen met de VVS (Vlaamse Vereniging voor studenten, nvdr.) . Het zou mooi zijn om studenten tegen 15 maart weer op de campus te krijgen. Al moeten we ook bekijken wat er buitenschools mogelijk is. Alles zal afhangen van de vaccinatiesnelheid en de epidemiologische ontwikkelingen.

SMARANDESCU: Al vanaf april signaleerden jeugdopbouwwerkers dat we jongeren aan het verliezen waren en dat de impact daarvan niet zou uitblijven. In de eerste fase was dat nog begrijpelijk omdat beleidsmakers nog hun weg moesten zoeken en we nog niet veel over het virus wisten. Maar wat ik vandaag zie, is dat die kloof nog steeds niet overbrugd is. Gelukkig dat sommige politici zelf kinderen hebben waardoor de problemen uit die leefwereld toch enigszins bij hen binnenkomen. Maar het wordt wel tijd om duidelijke beslissingen te gaan nemen en die ook zo te communiceren. We spreken hier over een doelgroep die niet dag en nacht naar Terzake of De Zevende Dag kijkt.

Welk voorbeeld moeten we volgen?

SMARANDESCU: De situatie tussen landen onderling is moeilijk te vergelijken, dus laten we vooral naar onszelf kijken. Waarom hebben we in Vlaanderen bijvoorbeeld niet met concrete proeftuinen gewerkt zodat bepaalde sectoren wel op een veilige manier open konden? Nu discussiëren we eindeloos over een beslissing om vervolgens daaraan vast te houden en te kijken waar die ons brengt. Die strategie is veel te rigide, zeker in een crisis waarin je snel moet schakelen.

Een veelgehoorde kritiek is dan: stel je niet aan, het is voor iedereen moeilijk. De perceptie leeft dat jongeren op alles voorrang en een uitzondering willen.

BACHROURI: We richten onze aandacht te veel op spitse uitspraken. Het is jammer dat daardoor het beeld ontstaat waarin we tegen elkaar en niet tegen het virus aan het vechten zijn. Ik zie juist veel solidariteit tussen generaties onderling. Hoeveel jongeren sluiten zichzelf wel niet op omdat ze hun grootouders willen beschermen?

SMARANDESCU: (knikt) Het onderbelichte verschil zit binnen dezelfde generaties. Een jongere die thuis goed omringd is en een snelle internetverbinding heeft, staat er niet hetzelfde voor als iemand die ergens in een bibliotheek op zoek moet naar een stabiel netwerk om een les te kunnen volgen. Of wat met studenten die hun bijbaantje verloren maar dat geld dringend nodig hadden voor hun studies? Al die jongeren die aan de alarmbel trekken, zijn nog maar het topje van de ijsberg. Het zijn vaak de mondige studenten die hun weg naar de media vinden. In grootsteden als Brussel en Antwerpen zijn heel wat jongeren al in de eerste maanden gewoon van de radar verdwenen.

We moeten kwetsbare jongeren veel meer aan bod laten komen in het debat.

Amir Bachrouri, voorzitter Vlaamse Jeugdraad

Zij zijn vergeten?

SMARANDESCU: Absoluut! En nu komt de remediëringsparadox: het kost veel meer tijd, geld en energie om achteraf de schade in te halen, dan om vanaf het begin aan hun noden tegemoet te komen.

BACHROURI: We moeten kwetsbare jongeren veel meer aan bod laten komen in het debat. In de Vlaamse Jeugdraad zetelt bijvoorbeeld een adviseur die bij vzw Uit de Marge actief bezig is met hun situatie. Vanuit die stedelijk verankerde organisaties moeten we veel meer verhalen oppikken om de kloof te dichten. Anders dreigen we alleen al in Antwerpen bijna een derde van de jongeren gewoon niet te bereiken.

Je was zelf lang actief bij Formaat vzw en binnen het Antwerpse jeugdhuis den Eglantier, twee organisaties waar jongeren met diverse socio-economische achtergronden samenkomen. Hoe leeft de crisis bij hen?

BACHROURI: Er heerst veel verwarring over de informatie rond het virus. Daardoor kunnen spanningen ontstaan, niet in het minst met de politie. Veel van die jongeren hebben het gevoel dat in hun buurt meer gecontroleerd wordt op de naleving van de regels dan in pakweg Antwerpen-Zuid. Anderen staan door de lockdown op tijdelijke werkloosheid en hangen verveeld rond in de straten. Doordat de jeugdhuizen dicht zijn en ze soms met acht in een klein appartement wonen, kunnen ze nergens hun ei kwijt.

SMARANDESCU: Het probleem in België is dat die problemen niet concreet meetbaar zijn. We hebben veel cijfers over zaken als economie of financiën, maar ontbreken een maatschappelijk dashboard om onze sociale realiteit in zachtere sectoren weer te geven. Nochtans bewijzen onze buurlanden dat zoiets wel kan. Daar bevragen ze burgers in real time over hun mentale gezondheid, hun inkomen of arbeid, om dan het beleid daarop te kunnen aanpassen.

BACHROURI: Als het dan wel gebeurt, zoals de bevraging van het Kinderrechtencommissariaat, dan zie je dat daar veel respons op komt. Als we dat nu eens structureler zouden kunnen aanhouden. Al vrees ik dat dat geen prioriteit zal zijn voor de komende tijd.

SMARANDESCU: Ik zie ons op korte termijn nog wel evolueren naar een meer evidence based beleid. In deze gepolariseerde tijden zetten ideologische tegenstellingen ons voor harde keuzes. Wetenschap gaat dan een belangrijke factor zijn om de weg te bepalen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content