Actrice Sachli Gholamalizad: ‘Voor mij sluit de ene liefde de andere niet uit’

Sachli Gholamalizad: 'Ik moet de angst voor mijn eigen lichaam overwinnen. Telkens weer.' © Carmen De Vos
Sofie Mulders Journalist

Kon ik er maar uitzien als de anderen, dacht Sachli Gholamalizad altijd, dan viel ik niet zo hard op. Dat is nu voorbij. Ze heeft alle navelstrengen doorgeknipt. Die met haar moederland Iran en die met haar stiefmoederland België. ‘Mensen zoals ik moeten zich nog altijd verantwoorden als ze het over hun roots hebben.’

Haar lijf leidt tot vragen, angst en pijn. Dat kan dramatisch lijken, maar het valt niet te ontkennen dat de relatie van actrice Sachli Gholamalizad met haar lichaam behoorlijk woelig is. Afgelopen weken nog, terwijl ze met haar derde solovoorstelling bezig was, het sluitstuk van een drieluik over België en haar moeder, werd ze geteisterd door een erg pijnlijke rug. En ook haar buik speelde haar parten. ‘Bij grote stress heb ik totaal geen voeling meer met mijn lichaam. Vlak voor een première lijk ik in een overlevingsmodus te zitten. Omdat mijn werk afmaken het enige is wat telt. Dan slaap ik niet meer, ’s nachts. En iedereen moet wijken. Ook mijn lief. Zelfs een telefoontje met hem kan er te veel aan zijn.’

Daar zit mijn zelfheling: in het contact met mensen die mij voeden.

Klinkt gezellig.

Sachli Gholamalizad:(lacht) Ik weet het. Ik ben echt ondraaglijk op die momenten. Ik denk wel dat ik meestal een fijn mens ben, maar als het over mijn werk gaat, ben ik enorm veeleisend. Mensen kunnen dan weleens schrikken van mijn hevigheid. Ik ga zo op in wat ik aan het maken ben, dat ik niet meer bezig ben met de manier waarop ik communiceer.

Moet u elke keer als u creëert zo lijden?

Gholamalizad: Bij alle voorstellingen uit mijn trilogie heb ik dat toch gedaan, ja. Omdat die ook heel persoonlijk zijn. Bij de eerste, A Reason to Talk, had ik zware paniekaanvallen en leed ik aan hyperventilatie. Bij de tweede, (Not) My Paradise, had ik bijna het gevoel dat ik mijn verstand ging verliezen. Dat klinkt erg, ik weet het. Maar ik voel altijd zo’n grote druk dat ik niet alles verteld zal krijgen wat ik wil vertellen. Bovendien: voor elke eigen voorstelling stort ik me op spelen én filmen én regisseren én schrijven. Soms is dat gewoon te veel. Ik onderschat elke keer in welke mallemolen ik zo terechtkom.

Is uw werk het waard om fysiek en mentaal zo veel af te zien?

Gholamalizad: Blijkbaar wel. Ik vraag mezelf vaak af waarom ik dit eigenlijk doe. Na elke voorstellingenreeks is de ontgoocheling groot, want je werk kan nooit beantwoorden aan alles wat je had verwacht. En toch wil ik elke keer weer een nieuw stuk maken. Zelfs nu Let Us Believe in the Beginning of the Cold Season nog altijd nazindert in mijn lijf, staat er al een nieuw project op poten. (met glinsterende ogen) Ik ga muziek maken.

Ik zing al enkele nummers in Let Us Believe, en dat is een gigantische overwinning voor mij geweest. Ik moest van mijn angst afraken om live te zingen, wat een heel andere manier van performen is dan acteren. Samen met Jan De Vroede, die de muziek voor Let Us Believe maakte, staat er nu een plaat en een concertreeks in de steigers. Ik zing en schrijf de teksten, hij maakt de muziek.

(glimlacht) Eigenlijk is het grappig. Vroeger heb ik jaren achter de toog in de KVS en de AB gewerkt. Toen droomde ik ervan om ooit op de podia te staan van die twee huizen. Bij de KVS is die droom al uitgekomen, en binnenkort zal ik ook in de AB Club staan met dit muziekproject. (denkt na)I’m living the dream. Maar zo voelt het niet altijd. Want aan de andere kant wil ik mezelf toch het liefst verstoppen. Als je over bepaalde thema’s wilt praten, gaat dat natuurlijk niet. En dus moet ik de angst voor mijn eigen lichaam telkens weer overwinnen.

Wat houdt die angst precies in?

Gholamalizad: Een oordeel van de buitenwereld over wie ik ben, hoe ik eruitzie, wat ik wil uitdrukken. Ik denk dat ik me heel lang heb gedragen naar hoe ik dacht dat de maatschappij wilde dat ik was. Als vrouw. Als allochtone vrouw, bovendien. In Let Us Believe toon ik hoe die vrouw geëvolueerd is: ik wil niet meer aan die verwachtingen beantwoorden. Ik knip alle navelstrengen door. Zowel die met mijn moederland Iran als die met mijn stiefmoederland België. Al die gedragsregels die op mij geprojecteerd werden zijn niet de mijne. Dat ik me daarvan bewust ben, maakt een nieuwe manier van leven mogelijk.

Kijkt u graag in de spiegel?

Gholamalizad: Soms wel. Ik ben vooral tevreden op momenten dat ik het minste aandacht aan mijn uiterlijk heb besteed. (glimlacht) Dat wil zeggen: met haren die al drie dagen niet gewassen zijn en zonder make-up.

Ik zou mijn moeder en België niet zo hebben gehaat als ik niet zo veel van haar en van dit land hield.

Eigenlijk ben ik niet zo onzeker over mijn lichaam. Ik ben ook niet meer bezig met een kilo meer of minder. Dit jaar ben ik vijf kilo aangekomen, en ik vind het zelfs fijn. Maar ik ben wel te lang afhankelijk geweest van bevestiging van de buitenwereld. Er was altijd die gedachte: kon ik er maar uitzien als alle anderen. Dan viel ik niet zo hard op.

(denkt na) Een Turks-Brusselse recensente schreef over Let Us Believe dat ze vreesde dat ik in mijn eigen val gelopen was: dat ik door het exotisme te willen aankaarten, mezelf ook heb geëxotiseerd. Ik ben het daar niet mee eens. Als ik mijn erotische zelf toon in de voorstelling is dat niet om het publiek op te geilen, maar om het als kracht neer te zetten. In de traditie van de Iraanse kunstenares Forough Farrokhzad. Zij was de eerste in Iran die de vrouwelijke vrijheid belichaamde door te vertrekken vanuit haar sensualiteit. Op die manier ging ze in tegen een cultuur die vrouwen klein wilde houden in een patriarchaal systeem. Zo wil ik me ook bevrijden van het oordeel van anderen.

En waarom zou teruggrijpen naar je eigen roots exotisme zijn? Die roots zijn een belangrijk deel van mij – hoe kan ik daar níét naar teruggrijpen? Maar mensen zoals ik moeten zich daar nog altijd voor verantwoorden. ‘Waarom maak je nog altijd voorstellingen over je achtergrond?’ krijgen we dan te horen. Ik vind dat een racistische vraag. Door mijn anders-zijn heb ik in deze maatschappij kwetsuren opgelopen, en dan zouden die mij ook nog eens worden ontnomen door ze te bagatelliseren? (denkt na) Niet iedereen van mijn publiek vat mijn werk volledig.

En dat zou u liever anders zien?

Gholamalizad: Het is dubbel. Ik wil mezelf niet meer constant uitleggen. Ik hoef ook niet meer geliefd te zijn. Maar ik wil natuurlijk wel begrepen worden. Het is de reden waarom ik werk maak. Omdat ik zelf altijd een buitenstaander ben geweest, heb ik veel gehad aan andere buitenstaanders die mij hun verhalen vertelden. Zij hebben me de moed gegeven om verder te gaan.

Weet je, eigenlijk ben ik zelf theaterstukken gaan maken omdat ik voor film of tv niet genoeg ‘gezien’ werd. Toch niet voor de kwaliteiten die ik heb. Ik was klaar met het oppoetsen van het schuldgevoel van regisseurs of schrijvers. Ze lieten me dan de ‘slimme allochtoon’ spelen, of ze schreven speciaal voor mij een rol van ‘wijze, Iraanse magiër’. Alstublieft, zeg. Hoe gênant kan het zijn? En dan waren ze nog kwaad als ik nee zei.

Als je mij echt respecteert, vraag je me om audities te komen doen voor rollen waar witte acteurs ook voor kandideren. Anders blijf je me zeggen dat ik ‘de ander’ ben, en dat ik al blij mag zijn dat ik in die rol geaccepteerd word. Ik heb het niet alleen over mezelf. Rondom mij zie ik het constant gebeuren met mensen van kleur.

Het is niet voor niks dat ik in dit deel van Antwerpen woon. Een heel gekleurde buurt. Onlangs vroeg een buurvrouw me of ik niet te veel last had van buitenlanders in de stad. (fel) Dat is toch schaamteloos? Zij denkt: Sachli is een van ons, tegen haar kan ik dat zeggen. Maar het toont aan hoe racisme gemeengoed geworden is, en dat veel mensen het zelf niet als racisme zien. En als ik daar kwaad van word, ben ík het nog die daar een probleem van maakt.

U hebt twee tatoeages op uw rechterarm. Wat stellen ze voor?

Gholamalizad: De kleinste is een tekening van Mexico, een land waar ik al enkele keren naartoe ben gereisd en waar ik enorm ben van gaan houden. De grootste heb ik pas vorig jaar in Los Angeles laten zetten. Ik noem hem mijn self-healing snake.

Als je mij echt respecteert, vraag je me om audities te komen doen voor rollen waar witte acteurs ook voor kandideren. Anders blijf je me zeggen dat ik ‘de ander’ ben.

Ik was in LA als deel van mijn werkproces, om er allerlei vrouwen te interviewen die verschillende culturen in zich dragen en ook verschillende talen spreken, zoals ik. Er was een Chinese vrouw uit het Verenigd Koninkrijk die al een paar jaar als tatoeëerder in LA werkte, en met haar had ik zo’n goede band gekregen dat zij deze tattoo moest zetten. Want daar zit mijn zelfheling: in het contact met mensen die mij voeden. Niet in mensen die mij leegzuigen. En de slang heeft verschillende betekenissen, ook in de Perzische cultuur. Een ervan is het omarmen van je erotische kracht.

Toen ik zeventien was, heb ik mijn eerste tattoo laten zetten, op mijn linkerschouder. Eigenlijk was het de bedoeling dat mijn moeder en ik ons samen zouden laten tatoeëren. Zij wilde er een litteken van een operatie mee maskeren. Uiteindelijk ben ik toch met een vriendin gegaan. En was mijn moeder kwaad. Niet vanwege de tattoo, wel omdat ik het zonder haar gedaan had. Maar die tattoo is een Chinees teken dat ‘respect voor ouderen’ symboliseert. Dus zei ik tegen mijn moeder: ik heb het uit respect voor jou gedaan. Toen was het goed. (lacht)

U lijkt wel iemand die voluit leeft.

Gholamalizad: Ik heb altijd heel erg willen leven. En dat ben ik nu eindelijk aan het doen. Wat niet wil zeggen dat ik continu gelukkig ben. De laatste twee jaar zijn zwaar geweest. Ik ben allerlei zekerheden ter discussie gaan stellen, ook relationeel. Bart en ik zijn dertien jaar samen. Toen onze relatie begon, was ik vierentwintig. Ik was een heel ander mens dan nu. Daar moet je bij stilstaan. Wie ben ik nu? Wie ben jij nu? In welke mate voelen en vullen wij elkaar nog aan? Dat zijn geen gemakkelijke vragen. Maar we stellen ze allebei. We hebben al harde, eerlijke dingen tegen elkaar gezegd. Niet leuk. Maar anders was onze relatie zeker doodgebloed.

Bent u soms eenzaam?

Gholamalizad: De voorbije twee jaar heb ik me heel eenzaam gevoeld. Voor een deel was dat bewust, omdat ik een grote behoefte had om alleen te zijn. Ik heb altijd kunnen vertrouwen op mijn relatie. Bart was een constante, hij heeft me altijd liefde gegeven. Maar ineens besefte ik: ik mag mijn balans niet van hem laten afhangen. Het moet van mezelf komen. En dus moest ik me distantiëren, om te weten wat er in mezelf zat. Alleen op die manier zou ik opnieuw in een relatie kunnen staan, wist ik. In deze relatie of in een andere.

Ik geloof overigens niet meer in het maatschappelijke beeld van wat een koppel hoort te zijn. Voor mij sluit de ene liefde de andere niet uit. Ik denk ook niet in gender of leeftijd als het over liefde gaat. In mijn volgende voorstellingen wil ik daar zeker over praten.

U was vijf toen uw ouders in 1987 Iran verlieten met hun drie kinderen. Voor uw moeder was vrijheid het hoogste goed, zo vertelde ze in een eerdere voorstelling van u. Voor u ook?

Gholamalizad: Absoluut. Maar ik definieer vrijheid wel helemaal anders. Voor mijn moeder betekende het in die tijd: ontsnappen aan haar ouders door te trouwen. Ze kwam uit een arm gezin en had moeten stoppen met school toen ze twaalf was. Mijn vader heeft haar met de auto leren rijden, ze mocht studeren en gaan werken. Door hem was ze eindelijk vrij.

Voor mij is trouwen en kinderen krijgen niet het hoogste goed. Het heeft lang geduurd voor mijn moeder dat begreep. Nog niet zo lang geleden zei ze tegen mij dat ze echt gelukkig en trots was omdat ik had gekozen voor het leven dat ik wilde leiden. Ze zei ook: ‘Ik heb niet al mijn dromen kunnen verwezenlijken.’ Maar dat geldt voor iedereen, denk ik.

Ik kan een heel lelijk mens zijn, maar ook een heel mooi mens. Dat beseffen is belangrijk om jezelf te aanvaarden.

Wat had uw moeder dan willen doen?

Gholamalizad: Ze was graag modeontwerpster geworden. De prachtigste jurken kon ze maken. Overdag werkte ze in een fabriek, en daarna naaide ze tot ’s nachts aan kleren voor kennissen. Voor veel te weinig geld, natuurlijk. Ook mijn vader had trouwens twee jobs.

Heel mijn jeugd ben ik ongelooflijk kwaad geweest op mijn moeder. Ik projecteerde al mijn frustraties op haar. Alles wat ik rondom mij zag, hoe de mensen hier met ons omgingen, vond ik haar schuld. Zij had ons dit aangedaan. Het was door haar dat ik ‘de ander’ was.

Ondertussen weet ik dat mijn ouders zich hier wel kapotgewerkt hebben. Hadden ze dat niet gedaan, hadden mijn broers en ik geen hoger onderwijs kunnen volgen.

Dat is toch een hartverscheurend besef?

Gholamalizad: Natuurlijk. Ik heb mijn ouders veel pijn gedaan. Dat schuldgevoel zal ik blijven meedragen. Op mijn veertiende transformeerde ik van een braaf meisje ineens naar een rebels, irritant kind. Op elke school werd ik weggestuurd. Niemand snapte wat er met mij aan de hand was. Ik wel. Ik wilde acteren. Op school had ik zingen, acteren en poëzie leren kennen, en daardoor was er iets in mij ontstaan wat ik niet meer kon negeren. Maar iedereen lachte me uit. Ik moest eerst een ‘gewoon’ diploma halen. Mijn moeder zei onlangs nog tegen mij: ‘Je wist het al zo goed toen, maar niemand wilde je geloven.’ Ik zat vast in een kinderlichaam terwijl ik me heel volwassen voelde.

(stilte) Ik heb zo lang een masker gedragen. Op een gegeven moment kon ik mezelf niet meer verdragen. (emotioneel) Er was een diepe zelfhaat ontstaan. Daarom heb ik beslist om geen rollen meer te spelen op de scène en voorstellingen te maken die zelfportretten zijn. Daar heb ik me dan ook weer over geschaamd, omdat het zo narcistisch lijkt, maar zo bedoel ik het niet. Mijn persoonlijke processen spelen zich af bij elke mens. Zo verschillend zijn we niet van elkaar. Via verhalen over mezelf wil ik dus te weten komen wat het inhoudt om een mens te zijn.

Met Let Us Believe is mijn trilogie over België en mijn moeder nu afgerond. Voor allebei geldt hetzelfde: ik zou haar en dit land niet zo hebben gehaat als ik er niet zo veel van hield. Die paradox van liefde en haat is wat het leven voor mij inhoudt. Allemaal hebben we die tegenstelling in ons. Ik kan een heel lelijk mens zijn, maar ook een heel mooi mens. Dat beseffen is belangrijk om jezelf te aanvaarden.

Ik ken mezelf nog altijd niet. Ik ken noch mijn lichaam, noch mijn geest. En dus zal ik altijd voorstellingen blijven maken. Om, voor ik sterf, zo goed mogelijk te weten te komen wie ik ben.

Sachli Gholamalizad

-37 jaar, geboren in Iran, woont in Antwerpen

-Is actief in theater, televisie en film

-Kwam op vijfjarige leeftijd met haar ouders en twee broers naar België

-Studeerde theater aan het RITCS in Brussel

-Maakte in 2013 A Reason to Talk, haar eerste theaterstuk van wat een trilogie zou worden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content