526.000 langdurig zieken in België: wie zijn ze en hoe ziek zijn ze echt?

zieken
© Elizabeth Sanduvete
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

Politici kijken al vele jaren met grote ogen naar de alsmaar stijgende aantallen van langdurig zieke mensen in België. De regering-De Wever wil veel strenger optreden. Maar tegen wie precies?

Het cijfer is stilaan algemeen bekend, maar dat maakt het niet minder spectaculair: meer dan vijfhonderdduizend Belgen zijn arbeidsongeschikt verklaard. Dat betekent dat zij al minstens een jaar lang ziek thuis zitten, vaak is het al veel langer. Aan het eind van 2023, het recentste moment waarvoor het RIZIV officiële cijfers geeft, waren het er 526.000.

Dat was in vergelijking met een jaar eerder een groei met zo’n 5 procent – ook al redelijk spectaculair voor één jaar. In 2010 waren er nog maar 278.000 zieken, dus sindsdien zal er ongeveer sprake zijn van een verdubbeling. Deels komt dat doordat er ook gewoon meer mensen aan het werk zijn in dit land. Maar dat kan niet de volledige stijging verklaren.

Ondertussen zijn er zoveel zieken dat nogal wat mensen, ook politici, zich afvragen: kan dat wel waar zijn? Zijn dat er niet iets te veel? En zijn die allemaal echt ziek? Want ook in verhouding met andere landen telt België aanzienlijk meer langdurig zieken.

Vorige week lekte in Het Laatste Nieuws een kleine steekproef uit die het RIZIV eind vorig jaar uitvoerde: van de langdurig zieken die tot aan hun pensioen op doktersvoorschrift thuis zitten, kreeg ongeveer een kwart onterecht zo’n uitkering. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez concludeerde meteen: we kunnen 5 miljard euro besparen op de arbeidsongeschiktheid.

Bruggepensioneerden

Maar wie is er dan de voorbije jaren massaal uitgevallen? Achter de spectaculaire stijging zitten, grosso modo, drie grote verhalen. Het eerste verhaal is eenvoudig: de vergrijzing. Bijna de helft van de langdurig zieken, oftewel zo’n 246.000 mensen, was eind 2023 ouder dan 55 jaar. Nog eens iets meer dan 92.000 zieken waren ouder dan vijftig. Ook ongeveer de helft van de recente aangroei van de langdurig zieken zit in deze categorie. Het is niet zo verwonderlijk dat oudere mensen, van wie er steeds meer nog aan het werk zijn, makkelijker ziek uitvallen.

‘Bij elke verstrenging van de pensioenen komt er een golfje aan langdurig zieken bij.’

Bovendien is de voorbije vijftien jaar stelselmatig de toegang tot het pensioen beetje bij beetje strenger geworden: de regering-De Wever zet ook weer een grote stap in die richting. Vroeger konden vijftigers die het niet meer zagen zitten om voort te werken eenvoudig voor het brugpensioen kiezen, maar die stelsels zijn stilaan helemaal afgebouwd.

Maarten Hermans, als arbeidssocioloog verbonden aan de VUB en de vakbond ACV, heeft het over ‘communicerende vaten’. Bij elke verstrenging van de pensioenen komt er een golfje aan langdurig zieken bij. Ook als straks iedereen na twee jaar werkloosheid zijn uitkering verliest, zullen heel wat mensen doorstromen naar de arbeidsongeschiktheid. ‘Maar helaas zien politici daarin een argument om van het “profitariaat” te spreken: ze hoppen zogezegd van uitkering naar uitkering’, zegt Hermans. ‘In de realiteit duwen zulke hervormingen hen in de richting van arbeidsongeschiktheid, omdat ze met hun leeftijd en gezondheid geen haalbare opties meer hebben op de arbeidsmarkt.’

Gezonde jaren

Hermans verwijst naar het verschil in gezonde levensjaren: lager opgeleiden, of mensen met een beroep waarvoor geen diploma nodig is, hebben een aanzienlijk lagere levensverwachting voor wat gezonde levensjaren betreft dan mensen die wél een hoger diploma hebben. John Crombez en Eric Mortier, die deze week een nieuw boek uitbrengen over de gezondheidszorg, hadden het vorige week in Knack ook al over die ongelijkheid: een 25-jarige man die het laagst geschoold is mag nog 37 gezonde jaren verwachten, een 25-jarige vrouw zelfs maar 35. Een hoogopgeleide man heeft op zijn 25e nog 47 gezonde jaren, een hoogopgeleide vrouw 49.

‘Voeren andere landen een beter beleid, omdat hun cijfers van langdurig zieken lager liggen? Helemaal niet.’

En dus ergert Hermans zich als er vergelijkingen tussen landen worden gemaakt over aantallen langdurig zieken. ‘Het gaat meestal om mensen met een zwakke arbeidsmarktpositie die al wat ouder zijn en voor wie er geen kwalitatieve jobs zijn’, zegt hij. ‘Zo’n groep bestaat in elk land, maar in de statistieken duiken ze vaak ergens anders op. Ze worden door beleidsmakers van stelsel naar uitkering naar weer een ander statuut gestuurd. In België komen ze inderdaad vooral terecht in de groep van de langdurig zieken. Voeren andere landen een beter beleid, omdat hun cijfers van langdurig zieken lager liggen? Helemaal niet.’

Experts over langdurig zieken: ‘Ziekmakend werk wordt niet aangepakt door deze regering’

Burn-outepidemie

Tweede verhaallijn: mentale aandoeningen. Wie het voorbije decennium de aantallen langdurig zieken de hoogte zag ingaan, denkt daar meteen aan: de aanvaarding van mentale problemen, en het doorbreken van de taboes daarover, is een van de frappantste evoluties in diezelfde periode. Experts gewagen zelfs van een burn-outepidemie, waarbij mensen elkaar aansteken.

De algemene cijfers over mensen die thuiszitten met een mentale aandoening zijn daarom wel verrassend: ze zijn zo goed als gelijk gebleven. In 2010 had zo’n 33 procent van alle langdurig zieken een mentale aandoening, wat in de statistieken van het RIZIV toen trouwens nog een ‘psychische stoornis’ werd genoemd. In 2023 was dat zo’n 37 procent. Dat is een stijging die in absolute aantallen groot is, maar het is geen aardverschuiving.

‘Voor 2023 steeg het aantal jongeren met een burn-out of depressie met 21,4 procent. Mogelijk is dat een terugslag van de coronacrisis.’

Dat neemt niet weg dat er serieuze redenen tot bezorgdheid zijn. Tussen 2018 en 2024 steeg het aantal mensen met een burn-out of een depressie (iets specifieker dan de hele groep van mentale aandoeningen) met 44 procent. In absolute aantallen zijn er ook nog altijd veel meer ouderen met mentale klachten, maar vooral de stijging bij jongeren is alarmerend. Voor 2023 steeg het aantal jongeren onder de dertig jaar met een burn-out of depressie in één jaar met 21,4 procent.

‘Die stijging is mogelijk een terugslag van de coronacrisis’, denkt Christophe Vanroelen, professor sociologie aan de VUB. ‘We zien dat jongeren net voor, tijdens of na de pandemie op een heel ongewone manier de arbeidsmarkt hebben betreden. Door de massale shift naar thuiswerk hebben nieuwkomers een stuk socialisatie op de werkvloer gemist. Bovendien kunnen ze nu moeilijker hun werkdag en werktaken aflijnen en ervaren ze minder steun van collega’s of integratie binnen hun team. Mogelijk zorgt dat enige tijd later voor een grotere uitval bij die groep jongeren door burn-out.’

Funest voor een burn-out

Opmerkelijk misschien: ook van het aantal langdurig zieken die door het RIZIV erkend zijn tot aan de pensioenleeftijd, heeft ongeveer een derde een mentale aandoening. Dat zijn net iets minder dan honderdduizend mensen.

Zeker bij burn-outs biedt zo lang thuiszitten nochtans maar zelden een uitweg naar genezing. ‘Het is funest als mensen met een burn-out langer dan drie maanden thuiszitten zonder goede begeleiding’, zegt Erik Franck, professor aan de Universiteit Antwerpen en expert in burn-outs. ‘Voor iemand die een half jaar thuiszit, wordt het al knap lastig, en vanaf een jaar is het heel erg moeilijk om mensen nog te re-integreren. Meer dan de helft zal niet terugkomen. Zulke mensen hebben cognitieve gedragstherapie nodig, en moeten zeker actief worden begeleid. Het ligt echt niet voor de hand om alleen van een burn-out te herstellen.’

Franck is ‘zeer bezorgd’ over de aantallen langdurig zieken met een depressie en een burn-out. ‘Mensen krijgen overal slogans te horen als “if you can dream it, you can do it” en “life begins at the end of your comfort zone”’, zegt hij. ‘Daarmee leggen we onszelf ontzettend veel druk op en raken we het verleerd om vermoeid of ongelukkig over iets te zijn. ‘

Ondertussen is er een hele business van coaches ontstaan die mensen ook op het werk willen helpen. ‘Maar’, gaat Franck voort, ‘die doen hen vaak alleen maar meer twijfelen of ze wel gelukkig zijn. Als zulke mensen met dat onbehagen naar hun huisarts stappen, weet die vaak niet goed wat hij daarmee aan moet. Die arts is natuurlijk een empathische hulpverlener en wil helpen, dus raadt hij zijn patiënten aan om tijd te nemen voor zichzelf en thuis te blijven. Als zulke mensen niet actief worden begeleid, bestaat de kans dat ze snel in een neerwaartse spiraal terechtkomen.’

Eric Mortier en John Crombez: ‘Artsen mogen gerust meer verdienen dan de premier’

Een op de tien poetshulpen

Derde, laatste verhaallijn: vrouwen.  Bijna 60 procent van alle langdurig zieken is een vrouw. Voor depressies en burn-outs is dat zelfs 69 procent. Vrouwen zorgen ook voor 70 procent voor de stijging van de voorbije jaren. Dat komt natuurlijk ook omdat de generatie met vrouwen die voltijds werken nu pas de leeftijd heeft waarop veel mensen uitvallen of met pensioen gaan.

‘Vrouwen vallen uiteraard niet meer uit omdat ze vrouw zijn’, zegt Lode Godderis, professor aan de KU Leuven en hoofd van de preventiedienst Idewe. ‘We zien wel dat zij vaker in mentaal meer belastende sectoren werken dan mannen, zoals de zorg en het onderwijs. Dat zijn ook sectoren waar bovengemiddeld veel mensen uitvallen. En in het gezin wordt ook spontaan naar de vrouw gekeken voor huishoudelijke taken. Die rolverdeling is nog altijd niet gelijk, en dat zorgt soms voor meer druk op de vrouw.’

‘Dienstencheques zijn wel een heel duur stelsel om mensen van de ene uitkering naar de andere te duwen.’

Het klopt, natuurlijk: de sectoren waar vandaag de meeste mensen uitvallen, zijn zeer vrouwelijke sectoren. Het RIZIV houdt daar helaas geen aparte cijfers over bij, maar het sociaal secretariaat Securex doet dat wel. Vorig jaar was in de zorgsector 4,56 procent van de werknemers langer dan een jaar afwezig wegens ziekte. Voor poetshulpen die met dienstenchequebedrijven werken was dat zelfs 11,1 procent of meer dan een op de tien.

Het is pijnlijk dat de dienstenchequesector, die zo rijkelijk gesubsidieerd wordt door Vlaanderen, het zo slecht doet als het over de gezondheid van zijn werknemers gaat. ‘Het is duidelijk aangetoond dat het de werkomstandigheden zijn die de werknemers daar ziek maken’, zegt Maarten Hermans. ‘Vrouwen die vijf jaar als poetshulp werken hebben 35 keer meer kans op spier- en skeletaandoeningen. Dienstencheques waren ooit bedoeld om kwetsbare, vaak allochtone vrouwen uit de werkloosheid te helpen, maar we zien ondertussen dat velen van hen gewoon doorstromen naar de arbeidsongeschiktheid. Het is wel een heel duur stelsel om mensen van de ene uitkering naar de andere te duwen. Ook voor hen zijn er weinig alternatieve jobs als ze niet meer kunnen poetsen.’

Yasmine Boutajangout is terug-naar-werkcoördinator voor ziekenfonds CM en begeleidt veel poetshulpen. ‘Sommigen zoeken inderdaad beter een andere job die meer bij hen aansluit en scholen zich om, maar af en toe speelt er ook een taalbarrière die eerst moet worden weggewerkt’, vertelt zij. ‘Omdat de vraag zo groot is, zijn werkgevers van poetsbedrijven wel heel gemotiveerd om poetshulpen vaak al deeltijds weer aan de slag te krijgen. Soms beginnen ze daarom al snel opnieuw te werken, ook omdat ze die job kennen en misschien het gevoel hebben dat er niets anders is voor hen.’

Gretel Schrijvers (Mensura): ‘We hebben de capaciteit niet om al die langdurig zieken correct op te volgen’

De vergeten mensen

Boutajangout wijst erop dat er nochtans steeds meer trajecten zijn om ook mensen met moeilijkere profielen te helpen in de arbeidsongeschiktheid. De komende jaren zal de regering-De Wever daar fors in investeren. Dat is ook nodig: mensen die uitstromen uit de arbeidsongeschiktheid, moeten vaak op zoek naar nieuw werk nadat ze thuis hebben gezeten. Bevoegd minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) maakte onlangs bekend dat hij ook zeker 100.000 mensen opnieuw wil laten controleren door artsen. Aanleiding om nog een versnelling hoger te schakelen was de vaststelling dat bijna 300.000 van de langdurig zieken erkend arbeidsongeschikt zijn tot aan hun pensioen. Bij het RIZIV wijzen ze er wel op dat die aantallen serieus in dalende lijn zitten: eind 2023 waren dat inderdaad zo’n 289.000 mensen, maar eind 2024 waren het er 260.000 of 30.000 minder in een jaar.

‘Misschien hebben we in het verleden mensen te veel losgelaten, dat klopt’, zegt Paul Callewaert, algemeen secretaris van Solidaris. Callewaert is niet ontevreden met de nieuwe maatregelen, en wijst erop dat ook zijn ziekenfonds de voorbije jaren al veel meer middelen inzette voor de begeleiding van mensen in arbeidsongeschiktheid. ‘Ik wil wel waarschuwen voor bottlenecks bij de behandelende artsen, waarbij er te weinig artsen zijn voor die extra controles. Ik kan vandaag niet zeggen hoeveel extra controles er kunnen plaatsvinden, dat hangt af van hoe die evaluatie georganiseerd zal worden.’

Alle artsen zullen het ondertussen wel begrepen hebben: van de regering-De Wever mogen ze gerust iets strenger worden als ze langdurig zieken controleren. Meer nog, de regering is ook op zoek naar manieren om de artsen zelf te controleren. Hikt ze daarmee niet aan tegen de autonomie van de huisarts?

‘Bij abnormaal voorschrijfgedrag vind ik het niet verkeerd dat daarnaar gekeken wordt’, zegt Ignaas Devisch, professor in de medische filosofie en ethiek (UGent). ‘Bovengemiddelde aantallen kunnen op zichzelf natuurlijk niet genoeg zijn om iemand te straffen, misschien zijn daar goede redenen voor. Ik hoop in het algemeen dat er een zekere mildheid in het systeem zal blijven. Alleen maar iedereen wat strenger gaan controleren omdat er nu eenmaal minder geld is in de sociale zekerheid: dat loopt verkeerd af.’

België is het ziekste land van Europa: vijf feiten over langdurig zieken in ons land

Evenveel werk, minder loon

Wat, tot slot, vaak vergeten wordt: heel wat van de langdurig zieken zijn ondertussen alweer deeltijds aan het werk. Ziekenfonds CM meldde begin dit jaar dat het voor zijn leden ondertussen al over een op de vijf ging. Als Vandenbroucke succes heeft, zal de verandering ook in de eerste plaats daar te zien zijn, hoewel die mensen in de statistieken van de langdurig zieken blijven zitten.

Voor mensen die later écht willen terugkeren naar de arbeidsmarkt, kan dat financieel evenwel voor problemen zorgen. ‘Stel u voor dat u alleen nog maar een minder belastende deeltijdse job kunt doen’, geeft Christophe Vanroelen van de VUB als voorbeeld. ‘U zult aanzienlijk minder verdienen dan vroeger, en u verliest uiteindelijk ook de voordelen die bij arbeidsongeschiktheid horen, zoals het sociaal tarief. Bij zo’n echte terugkeer naar werk zitten er vandaag heel wat financiële addertjes onder het gras.’

Langdurig zieken die deeltijds werken krijgen een bijpassing voor hun uitkering, maar de duur daarvan hangt af van de medische beoordeling. Dat zorgt soms voor problemen, merkt terug-naar-werkcoördinator Yasmine Boutajangout. ‘Neem een havenarbeider die uitvalt’, vertelt ze. ‘Zulke arbeiders verdienen heel goed. Iemand die zo’n job niet meer kan doen, omdat het te zwaar is geworden, kan misschien wel weer evenveel uren werken in een andere job. Wellicht zal hij niet zoveel verdienen als vroeger. Wij mogen in ons werk geen rekening houden met zulke financiële overwegingen. Maar ik begrijp heel goed dat zoiets de terugkeer bemoeilijkt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise