44 Vietnamese minderjarigen verdwenen in België

© The Secret Gardeners / ECPAT UK
Kristof Clerix

De voorbije 2,5 jaar zijn 44 Vietnamese minderjarigen verdwenen uit de beschermde opvang in België. Dat bevestigt Fedasil aan Knack, De Standaard en VRT NWS.

‘In 2017 verdwenen 12 Vietnamese jongeren uit onze Observatie en Oriëntatiecentra (OOC)’, zegt Mieke Candaele, woordvoerster van Fedasil. ‘In 2018 ging het om 14 jongeren. En dit jaar zijn 19 Vietnamese jongeren naar een OOC gebracht. Ze verdwenen allemaal, met uitzondering van 1 jongere die aangepaste opvang kreeg als potentieel slachtoffer menshandel.’

‘De jongeren verklaren minderjarig te zijn. Maar doordat ze zo snel verdwijnen, kan er geen registratie gebeuren en kan de minderjarigheid ook niet worden vastgesteld’, preciseert Candaele. ‘De stijgende cijfers zijn mogelijk het gevolg van steeds meer acties door de politie, die transmigranten onderschept. De overgrote meerderheid van deze jongeren dient geen asielaanvraag in. De enige twee die dat wél deden, zijn naderhand toch verdwenen uit het opvangnetwerk. Het gros verdwijnt zelfs binnen de 24 uur na aankomst in onze opvang.’

De stijgende cijfers zijn mogelijk het gevolg van steeds meer acties door de politie, die transmigranten onderschept.

‘Wij geven alle verdwijningen door aan de politie’, zegt Candaele. ‘Die geeft ze door aan het parket, dat bepaalt of een verdwijning onrustwekkend is of niet. De onrustwekkende verdwijningen worden gemeld aan Child Focus.’

Child Focus laat weten dat in 2018 drie verdwijningen van Vietnamese minderjarigen werden gemeld. Beleidsadviseur Sofia Mahjoub: ‘In 2019 ging het tot nu toe om 12 meldingen. Deze meldingen gebeurden telkens door het OOC waar zij geplaatst waren en van waaruit zij vrijwel meteen vertrokken. De meesten van die minderjarigen waren door de politie geïntercepteerd in grotere groepen met meerderjarigen, waarna de minderjarigen naar een OOC werden gebracht.’

Volgens Mahjoub is een ‘meer aanklampende aanpak in een beschermde opvangstructuur noodzakelijk’ om te voorkomen dat de kinderen verdwijnen.

De verdwijningen in België zijn geen alleenstaand fenomeen. In maart onthulde het Nederlandse radioprogramma Argos (VPRO) dat in 5 jaar tijd 60 Vietnamese kinderen uit de beschermde opvang in Nederland waren verdwenen. De journalisten vonden indicaties dat de kinderen op cannabisplantages en nagelsalons waren beland, en dat de Vietnamese smokkelorganisaties samenwerken met maffia uit het voormalige Oostblok. Politiek sloeg het nieuws in als een bom. Een overgrote meerderheid in de Nederlandse Tweede Kamer vroeg meteen een onderzoek naar de verdwijningen.

En eind juni berichtte de Duitse openbare omroep Rundfunk Berlin-Brandenburg (RBB) dat in de deelstaten Berlijn en Brandenburg in 7 jaar tijd 500 Vietnamese kinderen waren vermist. Ze waren vanuit Polen het land binnengesmokkeld en verdwenen daarna uit Duitse jeugdinstellingen. Volgens RBB speelt het Dong Xuan Centrum in Berlijn — met markthallen, restaurants en nagelstudio’s — de rol van logistiek centrum voor Vietnamese smokkelbendes.

Uit een onderzoek van Knack, De Standaard en VRT NWS blijkt dat Vietnamese jongeren vanuit hun thuisland met een toeristenvisum naar Rusland vliegen, en van daar illegaal door Oost-Europa reizen. Via Polen, Tsjechië en/of de Baltische staten belanden ze in Duitsland, Nederland en België. Einddoel van de reis is doorgaans het Verenigd Koninkrijk.

Soms stoten we op heel jonge meisjes die zwanger zijn.

Om het bedrag dat ze aan hun smokkelaars verschuldigd zijn (en dat kan oplopen tot 40.000 euro) terug te betalen, moeten de Vietnamezen onder meer aan de slag in nagelsalons en cannabisplantages. In een recent rapport over de achterliggende criminele netwerken schrijft Europol dat Vietnamese slachtoffers ook worden aangetroffen als huispersoneel, in gedwongen bedelarij en in seksuele uitbuiting.

Ook in België merkt de overheid een forse toename van Vietnamese nagelsalons. De voorbije acht maanden heeft de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid samen met de politie 34 nagelsalons gecontroleerd, hoofdzakelijk in Brussel, Vilvoorde en Oostende. Resultaat? 25 pv’s voor de niet-aangifte van werknemers werden opgesteld, 15 voor de illegale tewerkstelling van buitenlandse werknemers — meestal Vietnamezen — en 8 voor inbreuken op de regelgeving deeltijdse arbeid. Op meerdere plaatsen stelden de inspecteurs ook aanwijzingen van mensenhandel vast.

‘Voor ons is het ergste probleem dat er in die nagelsalons ook minderjarigen worden tewerkgesteld’, zegt Bruno Devillé, teamchef Ecosoc op de Brusselse directie van de RSZ (die bevoegd is voor economische uitbuiting en mensenhandel). ‘Het is zoals in de negentiende eeuw: kinderarbeid. Maar dan wel anders dan bij de Roma, waar kinderen in gezelschap zijn van hun familie. De jonge Vietnamezen treffen we alléén aan, zonder begeleiding. Soms stoten we op heel jonge meisjes die zwanger zijn.’

Slechts vier van de minderjarige Vietnamezen die de overheid tijdens controles vorig jaar en dit jaar aantrof in nagelsalons, zijn in het speciaal statuut ‘slachtoffer van mensenhandel’ gestapt.

Of de 44 vermiste Vietnamese jongeren uiteindelijk in nagelsalons zijn beland, wéét Fedasil niet. Candaele: ‘Omdat ze zo kort bij ons blijven en zeer zwijgzaam zijn, hebben wij daar ook het raden naar.’

Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) zijn in België de afgelopen 3 jaar telkens ongeveer 100 Vietnamezen in illegaal verblijf onderschept. ‘Het betreft haast alleen transmigranten onderweg naar het VK’, zegt DVZ-woordvoerder Geert De Vulder. ‘Hun verblijf in België is dus van korte duur.’

Dit artikel kadert in het onderzoeksproject Lost In Europe: www.lostineurope.org

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content