20 jaar cel voor Abdeslam en Ayari voor schietpartij in Vorst

De advocaten van Salah Abdeslam en Sofien Ayari kwamen naar de rechtbank zonder hun cliënten © Belga

Geen van beide beklaagden kwam vandaag naar de rechtbank in Brussel.

De Brusselse correctionele rechtbank legt Salah Abdeslam en Sofien Ayari elk een celstraf van 20 jaar op, nadat ze hen schuldig heeft verklaard aan moordpoging op agenten in een terroristische context en verboden wapenbezit in een terroristische context. De rechtbank legt de twee evenwel geen beveiligingsperiode op. Het federaal parket had daarom gevraagd, maar volgens de rechtbank kan ze die niet opleggen omdat ze pas werd ingevoerd nadat de feiten gepleegd waren. De verdediging heeft nu 30 dagen om in beroep te gaan tegen het vonnis.

Het vonnis over de schietpartij in de Driesstraat in Vorst is het eerste Belgische vonnis waarbij twee personen berecht worden die ook betrokken waren bij de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs: Salah Abdeslam en Sofien Ayari. Geen van beiden was echter aanwezig.

Dat Abdeslam niet naar de rechtbank zou komen, was al langer bekend. Tijdens zijn ondervraging liet Abdeslam al weten dat hij het gezag van de rechtbank niet erkent en ook het pleidooi van zijn eigen advocaat woonde hij niet bij. Aanvankelijk werd verondersteld dat Ayari wel aanwezig zou zijn, maar vanochtend bleek dat ook hij niet overgebracht werd uit de gevangenis. Zijn advocaat had vrijdag nochtans laten weten dat Ayari waarschijnlijk wel zou komen.

Al vrij snel vanmorge, werd duidelijk dat de rechter over de feiten zou kunnen oordelen. Nochtans had meester Sven Mary, de advocaat van Abdeslam, aangevoerd dat de strafvordering onontvankelijk was omdat de onderzoeksrechter in de foute taal werd gevorderd. Door die procedurefout zou Abdeslam, aldus Mary, niet veroordeeld kunnen worden. De rechtbank heeft hem nu in een uitvoerig gemotiveerd vonnis ongelijk gegeven.

Zowel Salah Abdeslam als Sofien Ayari zijn volgens de rechter schuldig aan moordpoging op agenten in een terroristische context. Volgens de rechtbank heeft immers niet alleen de gedode Mohamed Belkaïd op de politie geschoten tijdens de schietpartij in de Driesstraat, op 15 maart 2016, maar heeft minstens één van de twee anderen ook het vuur geopend. Bovendien hadden de drie duidelijk op voorhand afgesproken om zich met geweld en vuurwapens tegen een politie-inval te verzetten.

Uit de gebruikte wapens, het aantal schoten en het feit dat er meteen geschoten werd toen de agenten de deur inbeukten, blijkt voldoende dat de daders de agenten wilden doden. Dat er geen doden gevallen zijn, is niet te wijten aan de verdachten zelf, zodat er zeker sprake is van een poging doodslag.

Luc Hennart, eerste voorzitter van de Brusselse correctionele rechtbank, wordt omgeven door journalisten
Luc Hennart, eerste voorzitter van de Brusselse correctionele rechtbank, wordt omgeven door journalisten© Belga

Waarover gaat het proces?

Op 15 maart 2016 wilden leden van het gemeenschappelijk onderzoeksteam (JIT), het Frans-Belgische team dat de aanslagen in Parijs onderzocht, een huiszoeking uitvoeren in de Driesstraat. De zes agenten, die hadden verwacht niemand aan te treffen in het appartement, werden onmiddellijk onder vuur genomen. Drie van hen raakten daarbij gewond.

Bij de schietpartij kwam de Algerijnse terreurverdachte Mohamed Belkaid om het leven (36). Belkaid, ook gekend onder de schuilnaam Samir Bouzid, werd ervan verdacht een coördinerende en voorbereidende rol te hebben gespeeld bij de aanslagen in Parijs van 13 november 2015.

Twee andere aanwezigen in het appartement ontsnapten. Uit onderzoek bleek dat een van hen Salah Abdeslam was. De politie pakte Abdeslam drie dagen later op, enkele kilometers verder in de Vierwindenstraat in Molenbeek. De tweede man die uit het appartement ontsnapte, was Sofien Ayari, ook bekend onder de valse namen Amine Choukri en Monir Ahmed Alaaj.

Het federaal parket vorderde voor de twee verdachten twintig jaar cel voor moordpoging op politieagenten in een terroristische context en verboden wapenbezit in een terroristische context. De verdediging van beide verdachten vroeg de vrijspraak voor de moordpoging en erkende enkel het verboden wapenbezit. Ook de terreurcontext werd betwist.

Partner Content