Ewald Pironet

‘1500 euro pensioen betekent in de praktijk voor elke partij iets héél anders’

Iedereen wil de laagste pensioenen optrekken, al betekent 1500 euro minimumpensioen voor elke partij iets anders. Ondertussen wordt het fundamentele debat over onze pensioenen niet gevoerd.

Voor wie er nog over zou twijfelen: de mensen liggen wakker van hun pensioen. Asiel en migratie was het meest stembepalende thema van de afgelopen verkiezingen, maar het werd onmiddellijk gevolgd door de pensioenproblematiek: 38 procent van de kiezers hield bij hun stemkeuze rekening met het standpunt van de politieke partijen over het pensioen. Voor de 55- tot 64-jarigen waren de pensioenen zelfs nog net iets belangrijker dan asiel en migratie. Dat blijkt uit het Postelectoraal Onderzoek over het stemgedrag op 26 mei, waarover Knack vorige week al berichtte. Vooral Vlaams Belang en de PVDA, die fel campagne voerden voor een minimumpensioen van 1500 euro, wonnen daar kiezers mee.

Het debat zou alleen moeten gaan over een transparant, eerlijk en degelijk pensioensysteem.

Het optrekken van het minimumpensioen van 1266 euro naar 1500 euro is niet alleen een eis van Vlaams Belang en de PVDA. Ook de SP.A en Groen ijveren ervoor. Ondertussen spreken ook de Open VLD en de CD&V van een pensioen van 1500 euro. De N-VA heeft het niet over een concreet bedrag, maar tijdens zijn nieuwjaarstoespraak beklemtoonde voorzitter Bart De Wever dat ‘het verhogen van de laagste pensioenen prioritair moet zijn’. De N-VA wil de minimumpensioenen in verschillende stappen optrekken, zodat ze richting 1500 euro gaan.

Alleen betekent die 1500 euro niet voor iedereen hetzelfde. Vlaams Belang, de PVDA en de SP.A hebben het over 1500 euro netto, de Open VLD en de CD&V over 1500 euro bruto, al is het verschil tussen netto en bruto bij zo’n laag bedrag niet zo groot. De partijen zijn het ook oneens over wanneer je recht hebt op die 1500 euro netto of bruto. Bij Vlaams Belang krijg je die som na een loopbaan van 40 jaar, bij de SP.A en Groen na 42 jaar, bij de PVDA moeten mannen 45 jaar hebben gewerkt, vrouwen 40 jaar – toch een merkwaardig onderscheid voor een partij die zegt te ‘strijden voor gelijkheid’ (*). Bij Open VLD, CD&V en N-VA moeten mannen én vrouwen 45 jaar hebben gewerkt om van een volledige loopbaan te kunnen spreken en dus te kunnen rekenen op het volledige pensioen. Zo is het trouwens vandaag al.

Om het helemaal ingewikkeld te maken betekent ook ‘een gewerkt jaar’ niet voor alle partijen hetzelfde. de PVDA en Groen bijvoorbeeld willen de periodes van werkloosheid volledig meetellen als ‘gewerkt’, andere partijen rekenen die minder mee. Daar komt nog bij dat volgens SP.A, Groen en PVDA die 1500 euro moet worden gehaald via het wettelijk pensioen, de ‘eerste pijler’, terwijl Open VLD en CD&V voor een groot stuk rekenen op de groepsverzekering, de ’tweede pijler’, waar werkgever en werknemer samen sparen voor later. U merkt het: dat mythische bedrag van 1500 euro betekent in de praktijk voor elke partij iets héél anders en in werkelijkheid ook zelden 1500 euro.

Volgens zakenkrant De Tijd hebben 1,2 miljoen Belgen vandaag een pensioen dat onder de 1500 euro netto ligt. Het gaat om zowat de helft van alle gepensioneerden in ons land. Dat komt omdat heel wat Belgen, vooral vrouwen, onvolledige loopbanen hebben gewerkt. Er zijn ook grote verschillen tussen de beroepscategorieën: twee op de drie zelfstandigenpensioenen liggen onder de drempel van 1500 euro netto, bij de werknemerspensioenen gaat het om 57 procent, bij de pensioenen van statutaire ambtenaren slechts 6 procent. Het illustreert nog maar eens hoe schots en scheef ons pensioensysteem in elkaar steekt.

Aangezien die 1500 euro door elke partij anders wordt berekend, verschilt ook het prijskaartje dat aan de verhoging van het minimumpensioen hangt: van 2 miljard tot 3 miljard per jaar. Waar dat geld vandaan moet komen is niet duidelijk, behalve voor de PVDA en Vlaams Belang: de ene haalt het bij de rijken, de andere wil minder geld geven aan Wallonië, of wat had u gedacht?

Het ergste is dat die 1500 euro minimumpensioen een fetisj is geworden. Het pensioendebat gaat alleen maar daarover, terwijl het zou moeten gaan over een transparant, eerlijk en degelijk pensioensysteem. Dat hebben we vandaag niet. Ook hier is de conclusie dezelfde als voor zovele zaken in ons land: de voorbije decennia hebben onze regeringen daar nauwelijks iets aan gedaan. Pappen en nathouden werd verward met het voeren van een beleid.

(*) Kim De Witte, pensioenspecialist bij de PVDA, laat weten dat PVDA ‘voor het recht op pensioen inderdaad voor een positieve discriminatie voor vrouwen’ is en dat ze ‘de pensioenen van vrouwen willen berekenen op 40 jaar’, terwijl dit voor mannen 45 jaar blijft. Het minimumpensioen ‘moet echter toegankelijk zijn na 40 gewerkte jaren, voor mannen en vrouwen. ‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content