Yaris heeft wat te vieren

De Yaris blijft een succesverhaal. De wagen houdt Toyota - dankzij de hybride technologie - in het B-segment waaruit meer en meer merken zich terugtrekken.
Gert Verhoeven

Toyota bouwde de 10 miljoenste Yaris. De compacte Toyota liep van de montageband in de Franse productiesite waar het model sinds 2001 wordt gebouwd.

De Yaris is voor Toyota een succesnummer en hij volgde in 2000 de Starlet op. De Yaris was in alle opzichten anders. Hij kreeg niet alleen een guitig koetswerk, werd ook gezegend met een ruim interieur en spaarzame motoren toen hij op de Mondial in Parijs werd onthuld. Dankzij al die troeven schopte hij het meteen tot Car of the Year in 2000.

Een jaar later zorgde de T Sport-afdeling voor een bijzonder vlotte Yaris T-Sport. Deze kleine sportieveling zette meer dan vlotte prestaties neer ondanks de bescheiden motorisatie (1.5 benzinemotor met 106 pk). Het wagentje moest het vooral hebben van zijn laag gewicht en de hoogtoerige motor in combinatie met een korte versnellingsbak.

Hybride verving diesel

Nog later zou er ook een dieselmotor in de Yaris worden gemonteerd, maar die ging niet zo lang mee. In de plaats ontwikkelde Toyota ook voor deze kleine B-segmentwagen een hybride aandrijving die een laag verbruik verzoent met een vrij schone emissie en een lage CO2-uitstoot.

De vierde generatie werd in 2020 gelanceerd en zet vooral in op veiligheid, rijhulpsystemen en vooral een gloednieuwe hybride aandrijflijn. Na een carrière van een kwart eeuw werd uitgerekend van deze generatie het tien miljoenste exemplaar gebouwd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content