Waarom automotoren sneuvelen bij wateroverlast

De luchtinlaat van de motor zit op een hoogte van ongeveer 50 cm. Wanneer een motor daar opspattend water aanzuigt, ontstaat meestal onherstelbare schade. © GF

Water is de grootste vijand van verbrandingsmotoren en met de recente watersnood zijn er heel veel automobilisten die zonder het te beseffen grote motorschade opliepen.

Los van de geparkeerde auto’s die door de overstromingen tot schroot werden herleid, zijn er veel bestuurders die door onoordeelkundig een diepe plas te trotseren hun motor doen sneuvelen. Een verbrandingsmotor draait op een mengsel van lucht en brandstof. Door die mix samen te persen en te laten ontbranden, komt de motor tot leven.

Wanneer de motor door opspattende plassen water aanzuigt, komt dat mee in de verbrandingskamer. Omdat vloeistof – in tegenstelling tot lucht en vernevelde brandstof niet samendrukbaar is, worden de bewegende onderdelen in de motor (meestal drijfstangen of kleppen) verbogen onder invloed van de druk. Waardoor de motor meestal onherstelbaar wordt beschadigd. Als de auto stilvalt in het water is het kwaad vaak geschied.

Bij de meeste wagens zuigt de motor zijn lucht aan op een hoogte van ongeveer 50 cm. Wanneer men erg snel door een (diepe) plas rijdt, spat het water veel hoger op, wat dus het risico op motorschade vergroot. Ook de golven van auto’s die in de tegenovergestelde richting rijden, kunnen de situatie verergeren. Stapvoets rijden is in deze omstandigheden meer dan aangewezen en enkele kilometers omrijden is altijd de beste optie.

Nog even dit. Een auto die (gedeeltelijk) onder water heeft gestaan kan je best niet proberen te starten. Een technicus moet eerst het inlaattraject schoon (watervrij) maken om fatale schade te voorkomen, in de hoop dat het water al niet desastreus uitviel voor de elektronische componenten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content