Restwaarde BEV’s is een ramp

Niet enkel de inruilwaarde van Tesla's keldert. Elektrische leasingwagens brengen einde contract veel minder op dan begroot en dat baart leasingbedrijven meer en meer zorgen.
Gert Verhoeven

De inschrijvingen van nieuwe voertuigen dalen met 9,2 %. De privémarkt groeit maar de bedrijfswagenmarkt krimpt. Hoewel het aandeel elektrische voertuigen in die laatste markt vergroot, pakken zich donkere wolken samen boven de fleetsector.

De automarkt krimpt en dat is voor het eerst in lange tijd omdat minder mensen over een bedrijfswagen beschikken. Die bedrijfswagenmarkt bleek jarenlang (ook tijdens en na de pandemie) de sterkhouder van de automarkt. Maar we zien sinds begin 2025 een duidelijke trendbreuk. Het aandeel bedrijfswagens (van zelfstandigen en salariswagens van werknemers) daalde de afgelopen maand met 12,1 %, terwijl het aandeel van de particulieren met 7,7 % steeg.

Er is ook een opvallend verschil qua aandrijfvorm tussen de zakelijke en privéconsument. Professionele kopers kiezen vooral voor elektrische modellen omdat dit de enige aandrijfvorm is die van een fiscaal gunstregime geniet. Ondanks de hogere aankoopprijs van deze BEV’s (battery electric vehicles) blijkt dit – dankzij de lagere belasting – de goedkoopste oplossing voor werkgever en werknemer.

Privékopers daarentegen opteren in hoofdzaak voor benzinewagens, soms in combinatie met een elektrische ondersteuning (hybride) omdat je als privépersoon nauwelijks baat hebt bij de fiscale incentives. Bovendien is de stroomprijs (na het invoeren van de digitale meter en het capaciteitstarief) in België zo hoog dat de gebruikskost van een EV voor de privégebruiker minder aantrekkelijk werd. 

Onrealistisch

De beperkte interesse voor BEV’s vanwege privéconsumenten vormt stilaan een probleem voor de leasingbedrijven. De privékoper was decennialang een gretige afnemer van jonge, gebruikte voertuigen die hun eerste jaren als bedrijfswagen waren ingezet. Omdat marketeers elektrische voertuigen steevast als ‘duurzaam en waardevast’ in de markt zetten, zagen de leasingbedrijven de kans om die – hoewel duurder in aankoop – aan hetzelfde tarief als dat van een wagen met een thermische aandrijving te verhuren. De restwaarde zou na afloop van het contract (4 jaar) toch hoog zijn want het gaat om een duurzaam product.

Vandaag blijkt dat het beoogde doelpubliek de tweedehands BEV niet omarmt en de geschatte restwaarde onrealistisch hoog uitvalt. Transactieprijzen voor gebruikte BEV’s dalen snel en de stock stapelt zich op omdat meer en meer leasingcontracten van elektrische voertuigen (van het eerste uur) aflopen. Dit is een groeiend probleem voor leasebedrijven en banken die forse verliezen boeken op deze contracten. De mogelijkheden om dit op te lossen zijn beperkt. Nieuwe contracten worden fors duurder en alsmaar meer maatschappijen proberen om lopende contracten te verlengen of ‘afgeschreven’ BEV’s voor een tweede keer te verhuren. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content