De Zuid-Duitse sportwagenfabrikant Porsche bouwt zijn batterijdivisie Cellforce af. Enkele honderden werknemers verliezen hun job.
Volgens het Duitse tijdschrift Der Spiegel verdwijnt de volledige productie. In het beste geval overleeft een deel van de R&D-afdeling met enkele tientallen jobs. De beslissing is een rechtstreeks gevolg van de tegenvallende verkoopresultaten van de elektrisch aangedreven modellen. De constructeur koos voor een drastische koerswijziging waarbij enkele belangrijke modellen in de nabije toekomst alleen elektrisch worden aangeboden. Maar de consument omarmt die modellen veel minder snel dan verwacht en dat gooit roet in het eten.
Het initiële businessplan bevatte een scenario waarbij in 2030 nagenoeg alle nieuwe modellen elektrisch zouden zijn. En vanaf 2025 moest de helft van de verkochte wagens over een elektro-aandrijving beschikken. Deze prognose lag in lijn met wat Europa voor ogen had. Helaas blijkt de elektrificatie op dat tempo ronduit utopisch. Wereldwijd vertraagt in plaats van versnelt de verkoop van EV’s, ook bij andere constructeurs. De trage elektrificatie betekent dat autobouwers veel langer een tweesporenbeleid moeten aanhouden. Zo moeten zij zowel in elektrische technologie als in klassieke aandrijvingen (verbrandingsmotoren) met gedeeltelijke elektrificatie investeren. Ook het toekomstige gamma van Porsche ziet er misschien anders uit, want de lanceringen van de elektrische opvolgers voor de Boxster en de Cayman lopen vertragingen op. Er gaan verder geruchten dat Porsche nog een thermisch aangedreven alternatief voor de vandaag uitsluitend elektrische Macan – het compacte SUV model – zou lanceren.
De afbouw van Cellforce betekent allerminst dat Porsche stopt met elektrificatie, maar wel dat de batterijtechnologie van bij toeleveranciers gaat komen. Dat is pijnlijk voor een zogenaamd ingenieursmerk als Porsche. Want op vlak van elektrificatie speelde het lang een voortrekkersrol met onder andere de 800 Volt-technologie of de combinatie versnellingsbak met e-aandrijving.