‘In de winter en tijdens dagen met weinig hernieuwbare energieproductie wordt het ‘s avonds spannend’, zegt energie-expert Joannes Laveyne.
Eind 2024 telde ons land volgens Statbel een kleine 400.000 EV’s, een verdubbeling in één jaar tijd. De verkoop zal alleen maar crescendo gaan. De Vlaamse distributienetbeheerder Fluvius ziet in 2030 in Vlaanderen al 1,6 miljoen EV’s rondrijden, in 2035 zo’n 2,45 miljoen. Die cijfers sporen met de recente Adequacy and Flexibility Study van Elia. De beheerder van het Belgische hoogspanningsnet verwacht in 2035 zo’n 3,4 miljoen elektrische voertuigen, bestel- en vrachtwagens inbegrepen.
De voorspellingen zijn allesbehalve vrijblijvend, want zowel Fluvius als Elia staat voor een enorme uitdaging. Tot dusver verliep de uitrol van het EV-park zonder de door sommigen gevreesde black-outs. Maar wat als straks het hele wagenpark aan de stekker gaat?
‘De curve is steil’, zegt energie- en netwerkspecialist Joannes Laveyne (Ugent). ‘Gelukkig is de transitie een gradueel proces. Tot dusver bleven de problemen beperkt tot lokale overbelasting in enkele regio’s. Dat is is een tijdelijk fenoneem, Fluvius investeert fors in nieuwe middenspanningskabines om zwakke plekken in het net te versterken. Het komt erop aan gelijke tred te houden met de toenemende vraag. Dat lukt voorlopig, tot 2030 zitten we zeker goed’.
‘In de winter en tijdens dagen met weinig hernieuwbare energieproductie wordt het ‘s avonds spannend.’
En wat daarna?
Joannes Laveyne: Spreiden wordt de grote uitdaging. Als we collectief op hetzelfde moment bij vol vermogen laden, dan gaat het licht uit. Maar dat zie ik niet gebeuren, er zijn redenen om optimistisch te zijn.
Welke dan?
Laveyne: Collectief laden bij vol vermogen is niet alleen slecht voor het net maar ook voor de portefeuille van de EV-gebruiker. Slim laden wordt de boodschap, en dat begint steeds beter te lukken. Het capaciteitstarief heeft relatief weinig invloed op ons traditionele verbruik, maar we zien wel een sturende impact op het laadgedrag van EV-bezitters. Logisch, want bij grootverbruikers zoals een autobatterij maakt het een verschil in de stroomfactuur. Intussen beschikken we ook over slimme software die ervoor zorgt dat het laden gebeurt wanneer de elektriciteitsprijzen laag zijn, in periodes dus wanneer er meer wordt geproduceerd dan afgenomen.
Eneco en Engie bieden dat al in een gratis app aan, en andere leveranciers zullen ongetwijfeld volgen. Het effect van al die maatregelen is nu al meetbaar. Fluvius heeft zijn gelijktijdigheidsfactor, de verwachting dat we collectief laden, van 60 naar 45 procent bijgesteld.
‘Made in China’, het nieuwe kwaliteitslabel voor elektrische wagens: kan Europa de achterstand inhalen?
Geen zorgen dus voor 2035?
Laveyne: Toch wel. Ondanks alle incentives zal er toch vooral ’s avonds, ’s nachts en tijdens de kantooruren op het werk worden geladen. In de winter en tijdens dagen met weinig hernieuwbare energieproductie wordt het ‘s avonds spannend. We kunnen de piekvraag deels oplossen met batterij-opslag. Na 2030 wordt bidirectioneel laden, waarbij de autobatterij stroom aan het net kan terugleveren, een gamechanger.
Toch hebben we extra capaciteit nodig, die voorlopig helaas van nieuwe gascentrales moet komen. Die wordt overigens al volop geïnstalleerd, in Flemalle is de eerste gascentrale aan het proefdraaien. Volgens de prognoses hebben we in het ideale scenario 3 gigawatt extra piekvermogen nodig. Zonder slim laden zouden we al snel 8 à 10 gigawatt te kort komen. Spreiden wordt dus echt essentieel.