De harde deadline in de vorm van een ban op verbrandingsmotoren tegen 2035 komt er niet. Europa laat nu in plaats van 0 % emissie 10 % toe. Dat is een toegeving, maar het traject naar elektrificatie blijft wel overeind.
Europa laat dus de deur op een kier voor hybride voertuigen. De Unie toont ook voor het eerst interesse in synthetische brandstoffen en waterstof zou via de vooropgestelde maatregelen een nieuwe kans krijgen. Constructeurs zouden verder credits kunnen verdienen door gebruik te maken van ‘groen’ staal. Al deze ingrepen moeten het gebruik van Europese producten en grondstoffen (staal) ondersteunen.
Verder zou er een nieuwe categorie komen van compacte elektrische wagentjes die autobouwers bonuspunten opleveren. Het zou gaan om auto’s met een maximale lengte van 4,2 meter, met een volledig elektrische aandrijving en ze moeten in Europa gebouwd zijn. Veel meer details nog niet bekend, maar misschien moeten zij aan minder normen voldoen qua veiligheidsuitrusting. Zo kunnen die elektrisch aangedreven stadswagentjes lichter en goedkoper uitvallen dan de bestaande modellen. Men denkt luidop aan een prijs onder de 20.000 euro en dan ligt vooral voor privéconsumenten de drempel voor elektrificatie lager.
Europa koopt dus tijd, maar van het schrappen van de elektrificatie is geen sprake. Er komt een kader waarbinnen ingenieurs ook andere – naast elektromobiliteit – klimaatneutrale technologieën kunnen ontwikkelen. Wel wordt de deadline voor klimaatneutraliteit afgesteld op het ritme dat de markt en vooral de privéconsument kan dragen.
Het tempo waaraan elektrificatie op onze Belgische markt wordt uitgerold, ligt intussen erg hoog. Dat is eigen aan onze bijzondere markt waarbij het aandeel elektrisch aangedreven salariswagens snel groeit, maar de doorstroming naar de privékoper minder snel volgt. Mogelijk kunnen deze Europese maatregelen de professionele (B2B) en de privémarkt (B2C) weer in evenwicht brengen.