Elektrische wagens schieten waanzinnig snel uit de startblokken, wat uiteraard gevaren inhoudt. Daarom wil de Chinese overheid de sprint van 0 naar 100 km/u tot 5 seconden beperken. Volgen andere landen?
Het gevaar van snel rijden in het verkeer wordt vooral gelinkt met de absolute snelheid van een voertuig. Dat is een belangrijke factor maar ook de acceleratie vormt een element dat in grote mate het risico op ongevallen bepaalt. Tot voor enkele jaren beschikten enkel exotische sportwagens of snelle motorfietsen over waanzinnige sprintcapaciteiten die in feite op een circuit, maar niet op de openbare weg thuishoren.
Tegenwoordig staan ook superkrachtige elektrische wagens in de showroom. Die sprinten in luttele seconden van 0 naar 100 km/u. Iedereen kan met deze modellen rondscheuren. De snelste elektrische sportwagens bereiken zelfs de kaap van 100 km/u in amper twee seconden en benaderen zo de prestaties van een Formule 1-wagen. Alleen worden die bestuurd door de beste rijders ter wereld, terwijl een Xiami SU7 of een Yangwang U9 in handen komt van iedereen die zich zo’n EV kan veroorloven. Zonder dat je er een bijkomende rijopleiding voor moet volgen. Uiteraard zorgt dit voor ongevallen die verkeersspecialisten ook opvallen. Vandaar dat stemmen opgaan om de capaciteiten van de snelste voertuigen te beperken.

En bij ons?
China lijkt concrete maatregelen op dit vlak te gaan nemen. De overheid zou overwegen om nieuwe elektrische voertuigen een minimale sprinttijd van 5 seconden voor 0-100 km/u op te leggen. Dat blijft zeer snel maar zo is er toch al een grens die later eventueel scherper kan worden gesteld.
Het is dan afwachten of andere landen deze maatregel ook willen invoeren. Het staat zeker in de sterren geschreven dat rond dit onderwerp de komende jaren een fikse polemiek gaat ontstaan. In Europa is de ISA snelheidsindicatie al een eerste aanzet naar het strikt beperken van de snelheid van auto’s.