Asbest voor een witte kerst: de gevaarlijke trucs van Hollywood

Van White Christmas tot Frozen: Hollywood is dol op sneeuw. Het goedje in beeld brengen, was lang een bron van ellende. Waarschuwing: don’t try this at home.

Een man rent over glibberige straten naar zijn geliefden. Binnen kruipt een familie dicht tegen elkaar aan om te ontsnappen aan de barre kou. Een moedige ziel gaat toch de straat op om wat kerstliederen te zingen. Iedereen die ooit Holiday Inn (1942), It’s a Wonderful Life (1946), White Christmas (1954), Home Alone (1990) of The Holiday (2006) heeft gezien, weet dat sneeuw niet weg te denken valt uit een kerstfilm.

Alleen: in Los Angeles, waar nog altijd heel veel films worden gemaakt, heeft het niet meer gesneeuwd sinds januari 1962. Realistische sneeuwbanken, ijspegels, ijsbloemen en vallende vlokken waren lang een probleem voor filmmakers. Maar nood zoekt list.

In Hollywood heeft het niet meer gesneeuwd sinds januari 1962.

In de vroege dagen van Hollywood maakte de afdeling special effects sneeuw uit alledaagse materialen. Bollen watten werden uitgekamd tot pluizige hopen – wat voor groot brandgevaar zorgde, gezien de hitte van de studiolampen. Tabletten tegen indigestie werden tot een fijn poeder vermalen en door grote ventilatoren in de lucht geblazen om sneeuwstormen te simuleren (algauw kregen acteurs gezondheidsklachten). Cornflakes werden witgeschilderd. Dat zag er op het scherm vrij overtuigend uit, maar met de opkomst van de geluidsfilm bleek het een groot probleem: de klank van krakende cornflakes onder de voeten van de acteurs maakte de dialogen onverstaanbaar. De stemmen moesten achteraf opnieuw worden opgenomen.

Veel gevaarlijker was de oplossing die werd gebruikt voor The Wizard of Oz (1939). Dorothy wordt in een veld vol klaprozen wakker door de vallende sneeuw. In werkelijkheid was het… asbest. Het kankerverwekkende materiaal, dat onder meer werd verkocht onder de naam ‘Pure White’, werd tot na de Tweede Wereldoorlog gebruikt in de filmindustrie en werd overal verkocht als kerstversiering. Voor de film The Country Doctor (1936) werd zo’n 450 kilogram asbest gebruikt om de wilde natuur van Québec te evoceren.

Brandblussers

Regisseur Frank Capra had genoeg van die methodes. Niet zozeer omwille van de gezondheid van zijn acteurs, wel omdat ze te lawaaierig waren. Capra wilde de dialogen van zijn film It’s a Wonderful Life (1946) live opnemen. Specialeffectsverantwoordelijke Russell Shearman kwam aanzetten met een nieuw idee: foamite, het schuim uit brandblusapparaten. Hij mengde het met water, suiker en zeep, en spoot duizenden liters van het goedje voor zware ventilatoren om de hele filmset te bedekken. De kunstsneeuw zag er realistisch uit en vooral: je kon er in stilte over lopen. (Shearman kreeg er een technische Oscar voor).

De sneeuw in ‘Doctor Zhivago’ was een mengsel van bevroren bijenwas en gemalen marmer.

Voor de verfilming van Doctor Zhivago (1965) moest regisseur David Lean de geliefden filmen op de Russische ijsvlaktes. Hij kon niet echt naar de steppes van Boris Pasterank – diens roman was verboden in de Sovjet-Unie – dus werd de film goeddeels gedraaid op het platteland buiten Madrid (sommige scènes werden in Finland gemaakt). Zijn wondersneeuw bestond uit een combinatie van bevroren bijenwas en gemalen marmer.

Klimaatopwarming

Je zou natuurlijk op locatie kunnen filmen en echte sneeuw gebruiken, maar dat is duur en onvoorspelbaar. De openingsscène van Charlie Chaplins The Gold Rush (1925) is een spectaculair shot van de Sierra Nevada-bergen in Californië (die eigenlijk Alaska moeten voorstellen). De ijzige omstandigheden waren allesbehalve bevorderend om een comedy te draaien. Chaplin trok zich al snel terug in een warme studio, waar een sneeuwlandschap werd aangelegd met meel en zout.

Veel later kreeg ook Stanley Kubrick het moeilijk. De man was zo’n perfectionist dat werken met echte sneeuw geen optie was: het ijs was allang gesmolten nog voor hij zijn eerste, meticuleus opgebouwde scène had vastgelegd. De ijzige horror van The Shining (1980) werd nagebootst in een Britse studio met gemalen piepschuim en zout.

De digitale techniek van ‘Frozen’ was zo goed dat men zelfs verschillende soorten sneeuw kon tekenen.

Recenter wilde Alejandro Iñárritu zijn film The Revenant (2015) in natuurlijk licht filmen. Hij had gehoopt de hele prent in Canada te kunnen schieten, maar daar bleek het ongewoon warm. De productie moest naar Argentinië verhuizen om de laatste scenes te kunnen filmen.

Tegenwoordig wordt gerecycleerd papier, bekend als Snowcel, vaak gebruikt. Het product was bijvoorbeeld te zien in The Day After Tomorrow (2004) en Gladiator (2000). Het heeft één nadeel: het materiaal durft weleens omhoog te zweven in plaats van omlaag.

Daarom wordt steeds vaker gewerkt met computer-generated imagery (CGI). Ook daar is sneeuw, net als vuur en bont, moeilijk om na te bootsen. Het hoeft niet te verbazen dat Frozen (2013) voor een doorbraak zorgde. De animatoren werkten met algoritmes die de eigenschappen van sneeuwvlokken konden recreëren – het lukte zo goed dat ze zelfs verschillende soorten sneeuw konden tekenen. Waarom zou je dromen van een witte Kerstmis als je er een kunt maken met je toetsenbord?

© The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content