‘Als we echt willen verbinden, waarom wordt de staat Palestina dan niet uitgenodigd om deel te nemen aan Eurovisie?’

Podium van het Eurovisiesongfestival in Basel, 2025. © Getty Images
Jan Wostyn
Jan Wostyn Voorzitter van Vista

‘Het Eurovisiesongfestival is allesbehalve “apolitiek” en dat hoeft ook helemaal niet’, schrijft Jan Wostyn van Vista. Hij begrijpt niet dat er niet dat er vanuit de organisatie en de media meer verzet komt tegen de deelname van Israël dit jaar.

Vandaag vindt de finale plaats van de 69ste editie van het Eurovisiesongfestival (ESF). Net als vorig jaar opnieuw een gecontesteerde editie omwille van de deelname van Israël, terwijl dit land op meedogenloze wijze elk waardig menselijk leven in Gaza onmogelijk maakt en zich geen moer aantrekt van het onnoemelijke menselijke leed dat zich daar nu al maanden en zelfs jaren afspeelt.

De voorstanders van deelname van Israël, zoals recent nog Frederic De Gucht en Sven Mary in de Afspraak op VRT, verwijzen nogal flauwtjes naar het “verbindende” element van cultuur. Het liedjesfestival zou als doel hebben mensen bij elkaar te brengen en diversiteit te vieren. Het evenement zou apolitiek zijn en spiegelt zich bovendien aan andere grote internationale evenementen zoals de Olympische Spelen. Al weten we uiteraard dat ook die niet apolitiek zijn, getuige al de politieke recuperatie door de nazi’s in 1936, het beruchte Bloedbad van München in 1972, Zuid-Afrika dat geweerd werd van 1964 tot 1992 en de vele boycots tijdens de Koude Oorlog.



Hetzelfde geldt voor het ESF. Ook daar is er altijd wel wat politieke spanning geweest. Bijvoorbeeld Oostenrijk dat in 1969 weigert deel te nemen aan het ESF dat dan in het Spanje van Franco gehouden wordt. Of de relletjes tussen Turkije en Griekenland die elkaar boycotten in 1975 en 1976 omwille van de oorlog in Cyprus. De jaren 1990 waren de hoogdagen van de politieke inzendingen, met de verheerlijking van de EU na de val van de Berlijnse Muur en de boycot van het toenmalige Joegoslavië vanwege de belegering van Sarajevo. En dan zijn er natuurlijk Rusland en Oekraïne die elkaar al jaren bestoken met boycots, geweigerde artiesten en politiek-activistische liedjes.



Het Eurovisiesongfestival is dus allesbehalve “apolitiek” en dat hoeft ook helemaal niet. Een festival dat ooit in het leven geroepen werd om de Europese verbondenheid te vieren en te versterken mag best wel een aantal cruciale waarden vooropstellen en landen uitsluiten die die waarden naast zich neerleggen. De EBU voert trouwens een strikt beleid waarbij non-discriminatie, diversiteit en inclusie vooropgesteld worden. Dat is op zich uiteraard ook al politiek. Als we echt willen verbinden, waarom wordt de staat Palestina dan niet uitgenodigd om deel te nemen aan Eurovisie?

De uitsluiting van Rusland, een grootmacht ook op cultureel en muzikaal vlak, na de invasie in Oekraïne, is de duidelijkste politieke actie van de EBU, maar dus ook volkomen gerechtvaardigd. Waarom deze lijn dan niet wordt doorgetrokken naar Israël stuit op steeds meer onbegrip, en terecht. De officiële uitleg dat de openbare Israëlische omroep wel nog onafhankelijk zou zijn en de Russische niet, snijdt natuurlijk geen hout en grenst aan het belachelijke. Het Israël dat we vandaag zien is net als Rusland een staat die gekaapt werd door extremistische krachten en die verwikkeld zit in een oorlogsretoriek zonder einde. De Israëlische deelneemster, de 24-jarige Yuval Raphael, overleefde de walgelijke aanval van Hamas op 7 oktober 2023. Een feit dat ook uitvoerig in de aandacht werd gebracht in aanloop naar het ESF en dat toch bezwaarlijk apolitiek genoemd kan worden.

De manier waarop de EBU zich in alle bochten wringt om Israël toch maar niet te moeten uitsluiten is ontluisterend en schaamteloos. De manier waarop de VRT gedwee meegaat in deze hypocrisie van de bovenste plank is eveneens beschamend. Wat meer zou een land nog moeten doen om uitgesloten te worden van het Eurovisiesongfestival dan wat de staat Israël zich vandaag permitteert? Maar helaas, ook “onze” VRT lijkt niet “de ballen” te hebben om zich gewoonweg terug te trekken en het festival niet uit te zenden. Alle mooie waarden ten spijt, het cynische “The show must go on” overwint.

En hoe zit het overigens met de 130 bekende Vlamingen die in maart hun steun voor Palestina uitspraken? Blijven zij te gast in alle talkshows, amusements- en reisprogramma´s van de VRT? Zij eisten namelijk “actie” maar moeten vaststellen dat zelfs het boycotten van het Eurovisiesongfestival door de VRT blijkbaar al te hoog gegrepen is. Verbinden zij daar dan zelf consequenties aan of blijft het bij vrijblijvende zwartwit foto´s met een treurig gezicht?

Hoe kan je “Speak up for Palestine” zeggen, wanneer je wel blijft meewerken en je laat betalen door een zender die het Eurovisiesongfestival uitzendt met Israël en zonder Palestina? Durven zij collectief in eigen vel snijden en de VRT onder druk te zetten met schermafwezigheid? Bij deze een warme oproep aan de 130 BV´s om acties aan hun woorden te verbinden!

De hypocrisie moet nu eindelijk stoppen. Het huidige Israël kan onmogelijk nog thuishoren op om het even welk internationaal sport- of muziekevenement. Alle uitvluchten zijn nu wel opgebruikt. Er zou een debat komen ná het Eurovisiesongfestival. Hopelijk wordt de enig mogelijke beslissing daar dan eindelijk genomen. Ook economische sancties kunnen niet langer uitblijven. De voorspelbare en gratuite verwijten van antisemitisme die we dan van het extremistische regime van Netanyahu mogen verwachten, moeten we er dan maar bijnemen.

Genoeg is genoeg. Ik ga vanavond in elk geval van het mooie weer genieten en de VRT even laten voor wat in deze is: een openbare zender zonder ruggengraat.

Jan Wostyn is voorzitter van Vista, een politieke beweging die een Vlaams sociaal-liberaal alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt en de band tussen Brussel en Vlaanderen versterkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content