Nieuwe meesters, nieuwe wetten, nieuwe lente, nieuw geluid : het herstichte Kongolees Woordenboek. Aangepast aan de nieuwe spelling !
Ook de waarheid heeft het eeuwig leven niet. Ze verandert met de wind en met politieke regimes die komen en gaan. Gisteren zus, morgen zo, ooit zwart, nu wit. Ook de machtsovername in Kinshasa levert een lading verse waarheden. Zeg niet, zeg wel, vroeger en nu, voor en na : een service aan onze lezers. Dank u, Zwarte Woensdag ! Aksanti mingi, bwana !Akuna matata, rafiki.
Zaïre : Congo (spreek uit : ?kongo?)
Zaïrestroom : Kongostroom (spreek uit : idem)
Congo : Congo-Brazzaville
Mobutu : Kabila
Kuifje in Kongo : Kabila in Congo
Joseph-Désiré : Laurent-Désiré
Kinshasa : Laurent-Désiréville
monseigneur Monsengwo :Laurent Monsengwo
rebellen : bevrijders
rebellenleider : Son Excellence Monsieur Laurent-Désiré Kabila, Président de l’Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaïre, Président et Vice-Président de la République Démocratique du Congo, Premier Ministre et Ministre de la Défense du Gouvernement de Transition
luipaard : niet langer beschermde diersoort
krokodil : nieuwe politieke cultuur
1 miljard Zaïre : 1 Congolese frank
mobutisten : die van over ’t water
matabish : revolutionaire belasting
bevolking : boeren en arbeiders
boy : medewerker
Etienne Tshisekedi : ere-eerste-minister
oppositie : oppositie
vluchtelingen : genocidaire terroristen
Artsen Zonder Grenzen : dokters over de schreef
Bwana : kameraad
Bwana Kitoko : Bill Clinton
meeloper van het regime : ga direct naar de gevangenis, u komt niet langs Af, u ontvangt geen matabish
baron van het regime : een vergissing in uw voordeel, uw Zwitserse bank betaalt u terstond uw deposito’s uit
boela matari : politiek commissaris
verkiezingen : later misschien
indoctrinatie : volksopvoeding
repressie : vertrouwd raken met de democratie
neokolonialisme : mijnconcessie
mijnconcessie : voorschot op oorlogsvoering
eigendom : diefstal
diefstal : eigendom
abacost : in alle geval geen minirokjes
deuxième bureau : deuxième bureau
article quinze : revolutionair decreet
Parijs : Kigali
sale flamand : sale français
quatre-vingts-dix-sept : ninety-seven
enfants de la patrie : Congolais debout !
parlement debout : straatanarchie
overgangsparlement : praatbarak
Azap : InforCongo
Air Zaïre : was eerder al afgeschaft
Kamanyola : gezonken
zilverpapier : bankrekening in Zwitserland
knikkend negertje : Wereldbank
Mokuna : Mpenza
Jan Van Erps : Alain Destexhe
Reginald Moreels : mmm…
bocht in de rivier : continuïteit in het beleid
ik hou van dit land, zijn volk en zijn leiders : ik hou van dit land, zijn volk en zijn leiders (tweestemmig)
bevriend staatshoofd (1) : roofdier (Philippe Maystadt)
bevriend staatshoofd (2) : bevriend staatshoofd (Leo Tindemans)
Gbadolite : Rabat van het zuiden
Rabat : Gbadolite van het noorden
Leve de koning
De Nederlandse historica Nanda van der Zee heeft zich, aldus het weekblad De Groene Amsterdammer, niet populair gemaakt met ?Om erger te voorkomen?, een studie over de jodenvervolging in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Volgens Van der Zee konden de jodendeporaties uit Nederland alleen zo’n vreselijk omvang aannemen omdat de toenmalige koningin Wilhelmina bij de Duitse inval van mei 1940 naar Engeland was gevlucht. Zonder de vlucht van de koningin (en de regering) hadden de Duitsers geen burgerlijk bestuur kunnen opzetten, meent Van der Zee, hadden ze bij de deportaties niet op zoveel medewerking kunnen rekenen bij ambtenarij en politie en had het verzet tegen de jodenvervolging beter kunnen worden aangemoedigd.
Van der Zee houdt Wilhelmina het voorbeeld van de Deense en Belgische koningen voor. De ironie is dat het koning Leopold III na de oorlog altijd kwalijk is genomen is dat hij in 1940 het voorbeeld van Wilhelmina (en zijn regering) net niét heeft gevolgd en in het land is gebleven. En dat het koningshuis zijn interventies ten voordele van de vervolgde joden beperkte tot hen die de Belgische nationaliteit hadden, is vandaag nog altijd een grief in joodse kringen.
Herman
Zondag. Het ligt niet in mijn aard om te veinzen wat dat niet waar is. Het is met een zekere heimweemoedigheid dat ik leer dat Mobutu zijn skup heeft moeten afkuisen. Similia similibus curantur ! Als ik mij op een schone dag gelijk vandaag vergaloppeer langswege de Zwalm, moet ik altijd peinzen aan de opmerkelijke Kongostroom. Presidenten ondereen, dat verstaat mekaar maar de mensen verstaan ons niet altijd gelijk dat wij het menen en wij menen het pertang goed. ’t Is waar, Mobutu zijn budget was niet justekes in order, zijn swaps bij de banken waren ook niet altijd wreed katholiek en de zwarten reclameerden over hun president omdat zij van hem niet zo content waren gelijk de burgers van de VLD dat zijn van de hunne. Ik moet dat zeggen gelijk dat het is. Al wordt een goed paard nooit rost, als de mensen niet meewillen, kunt ge daar niets aan doen. ’t Is spijtig, maar de wereld gaat vooruit, wat niet altijd wil zeggen dat het een verbeterink is.
Maandag. Op het partijbureau verzwijmelde ik weer in de vermijmeringen over Mobutu. Zie die Kabila’s hier een keer zitten, bepeinsde ik, terwijl ik al die lageermakers weer eens bezig zag. In plaats van overal een parlé over te willen hebben, zouden ze beter eens die grote wijsheidsspreuk van Mobutu considereren, die ik mijn trouwe Basiel in tropisch hardhout heb laten graveren en boven zijn bed hangen : Moto na moto alona, moto na moto abongisa. Dat wil zeggen : elk kweekt zijn appels, elk doet zijn devoren. Allez, dat ge uw hof moet onderhouden, quoi. Ik moet dat altijd vertalen, want de modernen kennen niet alleen hun Latijn niet meer, hun vreemde talen zijn ook niet alles, hoewel ze pertang wreed voor de multicultuur zeggen te zijn, wat dat de president van de VLD al héél lang is. De wereld is ons dorp nietwaar, maar ge moet vanonder uw klokkentoren durven komen. Ik mag zeggen dat ik al zowel de Zwalmbeek als de Kongostroom heb doorgezwommen, én terug, maar Guy wil president van ons partij worden binst dat hij ocharme één keer twee dagen in Rwanda is geweest en voor de rest nooit verder dan Italië komt. Die gast, ge kunt daar niet aan uit. Maar in de Rwandacommissie wel lawijt maken voor tien, ge kunt dàt peinzen. Maar ja, geen kotelet zonder been.
Woensdag. In De Burgerkrant van vandaag staan de portretten van alle kandidaten van onze kiezingen. Beati pauperes spiritu, dat is mijn gedacht. Onder mijn portretje staat dat ik van het mannengeslacht ben, gelijk dat dat niet aan mijn sierbeharing te zien zou zijn ! Er zijn toch mensen tegen wie ge toch alles twee keer moet uitleggen. Gelijk aan Vonck Ivan, een brave mens die schrijft dat hij geen kandidaat is ?als Herman de Croo kandideert?. Ik zal hem eens mijn folderke sturen. Nog een schone is De Stoop Christian. Hij zegt : ?Er is nog Hoop met De Stoop?. Ge ziet, de letterkunstigheid is zelfs in onze partij een raar iets. Guy schrijft dat hij voor ?de wedergeboorte van de VLD? is. ‘k Zou ’t nogal geloven ! Toen ik hem van de noen in het parlement tegenkwam, vroeg ik hem wie onze partij, toen ze pas geboren was, dan wel een wiegendood had doen sterven. Hij keek naar mij gelijk een uil op een kluit en ik voegde hem toe : ?Het is toch niet omdat ge een koe met een bult schiet, dat ge somtijds een kemel te stekken hebt.? Hij ging aan de kleine Daems vragen wat dat wilde zeggen, maar die verstond het vaneigens ook niet. Wie heeft er van onze partij een duivenkot voor postjesjagers met lege valiezen gemaakt ? Ik vraag het u. We zouden daar schoon staan blinken moest het van die kluivers afhangen om ons sociaal liberalisme te consolideren. ’t Is toch waar zeker.
Vrijdag. Schrijf op in uw carnetje : straks viering van 25 jaar PVV, niet in zo’n chichi-casino gelijk dat van Gent, maar onder de werkmensen gelijk gij en ik, in het casino van Blankenberge. En de 31ste van de maand : mijn volksbal in zaal Mavando in Michelbeke. Daar zal weer een scheetje gelachen worden, peins ik. Want zo onder het werkvolk moogt ge al iets aangebrands kwinkslaan, daar kan dat geen kwaad.
Zondag. Swenst dat ik mijn zondaagse bruine van Roman ging drinken in de Liberty in Brakel, hoorde ik dat Tom Lanoye vrijdag over mij gesproken heeft in Antwerpen. Die Lanoye zegt van zijn eigen dat hij een letterkunstige is, maar dat wil ik nog wel een keer zien. Dat ik heb gezegd dat ik niet wil dat de hoge pieten van de pedofielen de hand boven het hoofd wordt gehouden, vond hij om te lachen. Wie als kieken geboren is, die blijft scharten, zeg ik altijd. ’t Is gelijk met die tweeling van Martens, zei er iemand om mij gelijk te geven, als ge er één hebt gezien, hebt ge ze alle twee gezien.
Bijdragen : Marc Reynebeau
Opendeurdag in de Antwerpse rosse buurt.