Kanker maakt in België tegenwoordig meer doden dan hart- en vaatziekten. Maar het wetenschappelijk onderzoek biedt nieuwe perspectieven in de strijd tegen de grote killer.
Hoewel aandoeningen van hart en bloedvaten wereldwijd meer slachtoffers maken, is kanker in België en veel andere West-Europese landen de dodelijkste ziekte geworden. Dat is volgens The European Heart Journal weliswaar deels toe te schrijven aan het succes van campagnes om problemen met hart en bloedvaten te vermijden, maar het vestigt de aandacht op de enorme druk die kanker op ons gezondheidsbestel legt. De trend illustreert dat het veel moeilijker is greep te krijgen op kanker dan op problemen met hart en bloedvaten, die vaker het gevolg zijn van een ongezonde levensstijl, zoals roken, te veel eten en te weinig bewegen.
Kanker is een complexer gegeven, zoals ook blijkt uit het onderzoek van de groep rond Diether Lambrechts van de Leuvense tak aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Dat toont aan dat een tekort aan zuurstof in kankercellen de groei van een tumor kan bevorderen. Een verrassend resultaat, omdat van zuurstof wordt verwacht dat het de groei stimuleert. Maar er blijkt een omweg in het spel, via epigenetische factoren: dat zijn chemische stoffen op het DNA die mee bepalen hoe actief genen zijn.
Kanker is meestal een gevolg van fouten in genen, die het woekeren van cellen in de hand werken. Het was al bekend dat sommige chemische stoffen op het DNA gunstige omstandigheden voor de groei van kankercellen creëren. Nu is duidelijk geworden dat zuurstoftekort kan leiden tot méér van die stoffen op het DNA, waardoor cellen nog meer kunnen woekeren. Dat houdt logischerwijze ook in dat een verhoging van de zuurstoftoevoer naar kankergezwellen een nieuw middel in de strijd tegen kanker zou kunnen zijn.
Lambrechts’ collega Jean-Christophe Marine volgt een ander onderzoeksspoor. Samen met de groep van stamcelspecialist Cédric Blanpain van de ULB toont hij in Nature Medicine aan dat een lang stuk RNA in kankercellen het doelwit kan zijn voor een nieuwe generatie antikankermiddelen. RNA is een molecule die veel functies kan hebben, maar ze bevordert ook de overleving van kankercellen. Als de onderzoekers de productie van het RNA in muizen uitschakelen, zijn de diertjes beter beschermd tegen huidkanker.
Omdat het RNA in kwestie niet essentieel lijkt voor de overleving – muizen sterven niet als het wordt uitgeschakeld – zou het dus een geschikt target voor antikankermiddelen kunnen zijn. Blanpain toonde daarenboven met andere collega’s in Nature aan dat stamcellen een grote rol spelen bij het ontstaan van huidkanker bij muizen. Ook op dat inzicht wordt volop ingezet in de strijd tegen de ziekte.
Het is veel moeilijker om greep te krijgen op kanker dan op hart- en vaatziekten.