De Verenigde Naties roepen de rijkste landen op hun CO2-uitstoot tegen 2050 met 80 procent te verminderen.

In het debat over de klimaatverandering legt het Human Development Report 2007/ 2008 de nadruk op de negatieve gevolgen voor de ontwikkelingslanden. Het toonaangevende rapport, waarin de Verenigde Naties jaarlijks verslag uitbrengen over de wereldwijde sociale ontwikkeling, schrijft dat ‘de ontwikkelingslanden níét verantwoordelijk zijn voor de klimaatveranderingen die zich nu voordoen’. Maar helaas worden zij er wel het eerst én het zwaarst door getroffen, aangezien ze minder geld hebben om zichzelf te beschermen tegen natuurrampen. Zo beschikt Vietnam bijvoorbeeld niet over dezelfde middelen om zijn bewoners tegen overstromingen te beschermen als Nederland. ‘Dat creëert een toestand van apartheid wat betreft het vermogen om zich aan te passen’, schrijft Desmond Tutu, emeritus aartsbisschop van Kaapstad, in het rapport.

‘De armste regio’s moeten een probleem oplossen dat ze niet zelf hebben gecreëerd’, zegt UNDP-vertegenwoordiger Jean Fabre op de voorstelling van het rapport in Brussel. ‘Ze liggen niet aan de basis van de grote hoeveelheden CO2 die sinds de industriële revolutie in de atmosfeer zijn terechtgekomen. De rijke landen moeten dus hun verantwoordelijkheid opnemen.’

Het VN-rapport roept de rijkste landen dan ook op hun CO2-uitstoot met 30 procent te verminderen tegen 2020 en met 80 procent tegen 2050 (vergeleken met 1990). Fabre: ‘De ontwikkelingslanden, waar 1,6 miljard mensen nog geen toegang hebben tot elektriciteit, moeten de kans krijgen om hun emissie te verhogen. Vanaf 2020 zouden ze dan hun CO2-uitstoot gradueel moeten afbouwen.’

Het verschil in CO2-uitstoot tussen de rijke en de arme landen is vandaag gigantisch groot. De rijke landen, met 15 procent van de wereldbevolking, zijn goed voor de helft van de totale CO2-uitstoot. Of, concreet: een gemiddelde airconditioner in Florida stoot méér CO2 uit in één jaar dan één Afghaan of Cambodjaan in zijn hele leven. Een gemiddelde vaatwasser in Europa stoot evenveel CO2 uit in één jaar als drie Ethiopiërs in hun hele leven.

‘De regeringen van de rijke landen moeten geloofwaardige nationale CO2-doelstellingen en een multilaterale overeenkomst opstellen over een wereldwijde CO2-begroting’, schrijft Kevin Watkins, hoofdauteur van het rapport. Die begroting kan volgens hem maximaal 1456 gigaton CO2 bedragen voor de hele 21e eeuw, of 14,5 gigaton per jaar. De huidige uitstoot bedraagt twee keer zoveel. Als we niet ingrijpen, zal het hele budget voor de 21e eeuw dus al tegen 2032 zijn opgebruikt.

Het rapport, dat verschijnt aan de vooravond van de VN-klimaatconferentie in Bali volgende maand, stelt daarom een reeks maatregelen voor, zoals een geleidelijk stijgende belasting op de CO2-uitstoot, internationale financiële samenwerking en overdracht van technologie aan de ontwikkelingslanden. Het pleit ook voor de oprichting van een fonds, een Climate Change Mitigation Facility (CCMF), met als doel jaarlijks 25 tot 50 miljard dollar te investeren in milieuvriendelijke projecten in ontwikkelingslanden.

Tot slot berekende het rapport dat de globale kostprijs voor het stabiliseren van de CO2-uitstoot beperkt kan worden tot een gemiddelde van 1,6 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product, en dat tot 2030. Een gevaarlijke klimaatverandering voorkomen kost omgerekend minder dan twee derde van het huidige wereldwijde budget voor militaire uitgaven.

FIGHTING CLIMATE CHANGE: HUMAN SOLIDARITY IN A DIVIDED WORLD, UNDP

DOOR INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content