In Amsterdam ging maandagochtend de halfjaarlijkse Eurotop van start. De vijftien kregen een loodzwaar menu voorgeschoteld.
EEN BERICHT UIT AMSTERDAM
Het zat het Nederlandse voorzitterschap en vooral Wim Kok niet mee. Veertien dagen voor in Amsterdam het nieuwe Unie-verdrag moest worden afgerond, kantelde Frankrijk zeer onverwacht naar links. De sociaal-democraat Kok kreeg er met Lionel Jospin een linkse collega bij en meteen dreigde het kaartenhuisje in te storten, dat de Nederlandse diplomatie de vorige maanden zo moeizaam in elkaar had geknutseld. Met Alain Juppé, de conservatieve voorganger van Jospin, had Kok een akkoord zo goed als op zak ; met de socialistische premier op Matignon raakte echter alles op de helling en riskeerde Amsterdam op een fiasco uit te draaien. Terwijl de informele raad van Noordwijk, waar nieuwkomer Tony Blair een opgemerkte entree op het Europees scène maakte, op een optimistische noot eindigde, begon de raad van Amsterdam in een bange sfeer. Zelfs premier Jean-Luc Dehaene, met de sinds het vertrek van John Major op één na langste staat van dienst onder de regeringsleiders, durfde zich zondagavond op het terras van ?Hotel de L’Europe? aan geen pronostiek wagen. Hij ook had zich deze samenkomst heel anders voorgesteld en ging er tot 1 juni vanuit dat hier vooral over verdragteksten gepraat zou worden.
De Franse kiezer besliste daar anders over. Sinds twee weken wordt er in de club van vijftien opmerkelijk veel over de ruim achttien miljoen Europese werklozen gepraat. Nu laait die discussie in hoge Europese kringen met enige regelmaat op en telkens verzandt ze in uiterst gecompliceerde procedurepalavers. In december 1993 al stonden jobs stonden bovenaan de agenda in Essen, de laatste raad waaraan voormalig commissievoorzitter Jacques Delors deelnam. In uitvoering van het Witboek van Delors werden zelfs beslissingen genomen, zoals het opzetten van grote infrastructuurwerken. Het bleef bij woorden, omdat de ministers van Financiën van de rijkere landen de knip op de beurs hielden. Ook de huidige commissievoorzitter Jacques Santer pakte vorig jaar met een tewerkstellingsproject uit dat vooral tot meer toespraken en vergaderingen leidde. Mede onder impuls van België volgde er een campagne om in het nieuwe verdrag een werkgelegenheidshoofdstuk in te lassen. Dat ging niet zonder slag of stoot, zei Dehaene vorige week in het Belgisch parlement. ?Aanvankelijk waren we de enige voorstanders. Niemand bekommerde er zich om en we moesten het tegen een aantal landen opnemen die de maatregel overbodig achtten. Vandaag wordt zo’n hoofdstuk als een vanzelfsprekendheid beschouwd.?
Weken voor een verontruste Franse bevolking Juppé en de conservatieven deed struikelen, had de sluiting van Renault-Vilvoorde een schokgolf veroorzaakt. Het sociale Europa promoveerde opnieuw tot gespreksthema en actiepunt. Het wijze inzicht dat een Unie met circa 20 miljoen werklozen op zand is gebouwd, kon op groeiend begrip rekenen.
JOSPIN IN EEN MIJNENVELD
De man die de hele discussie in een stroomversnelling bracht, was ongetwijfeld de nieuwe Franse premier Jospin. Tijdens zijn verkiezingscampagne sprak hij echter niet over het nieuwe verdrag, wel over het stabiliteitspact dat, ook na de invoering van de eenheidsmunt, de deelnemende landen aan een ijzeren begrotingsdiscipline onderwerpt. Jospin noemde het een super-Maastricht en zei dat hij er zich niet door gebonden voelde. Een ondubbelzinnig nee dus, maar niemand die daar destijds zwaar aan tilde. Daarvoor leek toen de kans te klein dat Jospin de verkiezingen zou winnen. Pas in Malmö, twee dagen na de vorming van zijn regering, drong het tot Jospin door dat hij in een mijnenveld had gestoeid : hij kreeg er zowat alle socialistische kopstukken over zich heen. Ook voor de kameraden geldt de euro en het stabiliteitspact, dat nochtans een uitvinding van Duitse conservatieven is, als een Europese staatszaak. De socialistische top, Delors op kop, probeerde Jospin het pact te doen slikken en bood hem alternatieve ontsnappingsroutes aan, bijvoorbeeld een grotere coördinatie van het economisch beleid.
Terug uit Zweden werd Jospin een week lang door bijna alle Europese politici van gewicht belegerd. Zaterdagochtend stond Dehaene al op de stoep van Matignon. De aanleiding was Renault-Vilvoorde, maar daarover waren beiden vlug uitgepraat, zodat Dehaene de kans benutte om Jospin voor een al te groot misprijzen voor de macht van de financiële markten te waarschuwen. Voor Jospin bleek het geen onnuttig gesprek. Hoewel Dehaene een christen-democraat is en goede relaties met Helmut Kohl onderhoudt, verdedigt hij dezelfde centrum-linkse standpunten als een Delors. Twee dagen later, op de raad van de ministers van Financiën, werd al duidelijk dat Jospin geen bom onder het stabiliteitspact en de muntunie wilde leggen. De Franse minister Dominique Strauss-Kahn vroeg slechts bedenktijd, maar zelfs dat viel bij de collega’s in slechte aarde. ?Bij de lunch van maandag is er enorm op hem ingepraat. Strauss-Kahn had waarschijnlijk niet verwacht dat de reacties zo heftig zouden zijn,? zei de Nederlandse ambassadeur bij de Unie Bernard Bot. Volgens hem gingen de Fransen toen al overstag.
Vierentwintig uur later was het de beurt aan de Nederlandse premier Kok om Jospin verder over de brug te halen en nog een dag later verliet een optimistische commissievoorzitter Santer Matignon. ?Alle elementen voor een akkoord liggen nu op tafel,? constateerde hij. De top van Amsterdam leek gered. De Fransen zouden het stabiliteitspact goedkeuren, in ruil voor een resolutie waarin Europa er zich toe verbindt een doortastend en gecoördineerd werkgelegenheidsbeleid te voeren.
Vorige vrijdag, op de Frans-Duitse top in Poitiers, bleek evenwel dat alles nog lang niet rond was. Jospin wou meer dan een zoveelste intentieverklaring zonder garanties en Kohl had het daar bijzonder moeilijk mee. ?We geven geen cent extra voor de bestrijding van de Europese werkloosheid,? gromde hij. Tegelijk maakte hij zich sterk dat het in Amsterdam allemaal niet zo’n vaart zou lopen. En aangezien zowel de Britten als het Nederlands voorzitterschap menen dat het de tijd is om de economie met veel geld te stimuleren wie praat er nog over relance ? bleef het tot op het laatste ogenblik een open vraag of de Fransen iets meer dan goed klinkende beloften zouden krijgen. Dat Jospin voor een echt incident terugschrikt, werd onderhand bewezen. Zondagnacht, na nog eens een etentje van de ministers van Financiën, zei de Nederlandse minister dat hij goede hoop had dat de plooien waren gladgestreken. Waaruit hij dat concludeerde ? ?Uit de body language.?
BELGIE REAGEERT ONTGOOCHELD
Vers geld voor banenplannen komt er dus zeker niet. Jospin zou wel een mooie resolutie mee naar huis mogen nemen en de toezegging dat de Europese budgetten die niet werden opgebruikt, naar werkgelegenheid gaan. Bovendien kan er in de herfst van dit jaar misschien een nieuwe top komen ; helemaal toegespitst op banen en jobs. In feite had de EMU, en zeker het stabiliteitspact, in Amsterdam geen punt van discussie mogen vormen. Daarover werd eind vorig jaar in Dublin al een moeizaam akkoord bereikt en dat moest hier alleen formeel bekrachtigd worden. Op een drafje af te handelen, want alle aandacht zou immers naar het nieuwe verdrag gaan, waarrond al meer dan twee jaar onderhandeld wordt en waarbij de regeringsleiders vele delicate punten moesten doorhakken. Tot op het laatste moment werden tekstwijzigingen doorgevoerd en pas eind vorige week ontvingen de vijftien het definitieve ontwerp. Het werd een kanjer van 158 bladzijden, waar tal van belangwekkende passages nog tussen twee haakjes staan. Dat wordt dus sjacheren en marchanderen rond de tafel van regeringsleiders.
De Belgische delegatie onthaalde de ontwerptekst zeker niet op gejuich. Dit is duidelijk minder dan men verhoopt had, en bovendien zullen de meeste teksten op het beraad van regeringsleiders nog verder worden afgezwakt. Dehaene & Co. betreuren het zeer dat niet zwaarder de beuk wordt gezet in de unanimiteit, het vetorecht dus. In fiscale zaken, de milieutaksen misschien uitgezonderd, is er helemaal geen doorbraak, terwijl ook in de sociale dossiers, ondanks de vele socialistische premiers, de status-quo van vroeger gehandhaafd blijft. Daarvoor is, naar verluidt, vooral Tony Blair verantwoordelijk. Het aantal commissarissen zou evenmin veranderen en op twintig behouden blijven. Aan de stemverhoudingen tussen de landen zou pas in 2.005 gesleuteld worden, wanneer vijf nieuwe landen hun intrede doen. De grote landen zouden dan hun tweede commissaris inleveren, maar hun stemmenaantal zou toenemen. Zo zouden de tien stemmen van de grote vier op 25 komen. Griekenland, België en Portugal, die zoals Nederland nu vijf stemmen hebben, zouden er tien krijgen, terwijl Nederland zich met twaalf stemmen iets guller bedient.
Binnen de Benelux veroorzaakte die makelaarstruc natuurlijk oprispingen, maar de grootste bezwaren betroffen toch de bevriezing van de huidige institutionele status-quo. Als de uitbreiding er komt, moeten de instellingen en werkmethoden van de Unie veel grondiger vertimmerd worden, vinden ze in het Belgische kamp. Nog groter is het Belgisch ongenoegen over de fameuze flexibiliteitsparagraaf of versterkte samenwerking, die landen moet toelaten versnelde integratieprojecten op te zetten. Wat Nederland daarover op papier zette, is aan zoveel voorwaarden onderworpen, dat het pad onbruikbaar wordt.
Aan het buitenlands beleid van de Unie verandert er vrij weinig, maar niemand van de vijftien wil daarover nog een rel schoppen. Hooguit komt er nog een palaver over integratie van de West-Europese Unie in het verdrag. Groot-Brittannië doet daar echter zeer moeilijk over, zoals premier Dehaene bij zijn recent werkbezoek aan Blair merkte. Ook hier wordt het nauwelijks meer dan een status-quo. Vooruitgang is er wel in het asiel- en immigratiebeleid. Dat verdwijnt uit de intergouvernementele sfeer, zodat de normale spelregels van de Unie zullen gelden. Met een dubbel maar : het Europees parlement krijgt geen beslissingsrecht en voor alle beslissingen is unanimiteit vereist. Althans voor een periode van vijf jaar, en volgens het laatste ontwerp zal daar nadien weinig of geen verandering in optreden. Nog een onaangename verrassing voor het Belgische team.
Een Verdrag van Amsterdam kan de vergelijking met een ingrijpend project, zoals dat van Maastricht, in geen geval doorstaan. Hooguit houdt het een bescheiden stap in naar meer integratie, want de Europese leiders zijn bevreesd voor het groeiend euroscepticisme van hun burgers. Waarom dat verdrag er eigenlijk zo nodig moest komen, luidde de vraag aan één van die Europese kopstukken ? ?Omdat het nu eenmaal was afgesproken.?
Paul Goossens
De familiefoto in Amsterdam : de status-quo als het hoogst haalbare.