Japan wil na bijna 50 jaar opnieuw op bultruggen jagen.
Dat een soort het goed doet, is niet altijd goed nieuws. Het zal misschien verbazen, maar er zitten dolfijnen in de Noordzee. Voor onze Belgische kust is vooral de witsnuitdolfijn talrijk. Maar ook de bruinvis wordt de laatste jaren met steeds grotere regelmaat gezien.
‘We zijn echter niet zeker of dat wel zo positief is’, zegt Jan Haelters van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. ‘Het aantal waarnemingen neemt te snel toe om puur door een natuurlijke aangroei van de populatie verklaard te kunnen worden. We vrezen dat we bij ons meer bruinvissen zien omdat ze het elders moeilijk krijgen. In het noorden van de Noordzee zouden ze in de problemen komen, omdat de populaties van hun voornaamste prooien, zoals de zandspiering, er zware klappen krijgen. De dieren moesten waarschijnlijk noodgedwongen naar onze wateren verhuizen.’
De populatie van de bultrugwalvis groeit wel aan. Net als vorig jaar vertoeft er momenteel een bultrug voor de kust van Nederland – het is trouwens hetzelfde dier. Een halve eeuw geleden was de soort zo goed als uitgestorven. In 1963 werd ze over heel de wereld onvoorwaardelijk beschermd. Men schat dat er toen amper 1000 exemplaren van overbleven. Het dier was ongenadig bejaagd en bijna de vergetelheid ingeschoten.
Dat geldt trouwens voor meer walvissoorten. De populatie van de gigantische blauwe vinvis zou ooit 360.000 stuks sterk zijn geweest. Nu blijven er naar schatting 2000 over. De soort werd pas in 1986 beschermd, toen er een algemeen moratorium op de jacht op walvissen kwam.
De beschermingsmaatregelen hebben hun nut gehad. De bultrugpopulatie wordt nu weer op ongeveer 30.000 dieren geschat – nog altijd maar een derde van de geschatte oorspronkelijke aantallen. Maar voor de Japanse walvisvaarders is dat blijkbaar voldoende om de jacht te hervatten. De Japanners willen de volgende maanden 50 bultruggen doden in de zee rond Antarctica, samen met 50 vinvissen en meer dan 900 dwergvinvissen. Tot grote ergernis van de rest van de wereld.
De bultrug is de lieveling van walvistoeristen, vanwege zijn spectaculaire gedrag. Hij springt geregeld hoog boven het water uit en valt dan terug, wat een enorme klap geeft want het dier kan een slordige 40 ton wegen. Hij is ook bekend om zijn gesofisticeerde communicatie, in de vorm van wat wij prachtig gezang zouden noemen. Hij heeft een ontwikkeld sociaal leven, en kent een indrukwekkend jachtgedrag, waarbij groepen dieren samenwerken om grote scholen vis te ballen tot gemakkelijk consumeerbare snacks.
Net die wonderen der natuur willen de Japanners weer viseren. Vooral uit frustratie omdat ze hun gelijk niet kregen op de jongste vergadering van de Internationale Walvisvaartcommissie, ondanks druk gelobby om stemmen van kleine landen te kopen. Ze verschuilen zich, zoals altijd, achter de dekmantel van wetenschappelijk onderzoek om walvissen te bejagen, terwijl andere landen voor hun onderzoek uitsluitend technieken gebruiken die voor de dieren onschadelijk zijn, en die trouwens veel meer interessante informatie opleveren dan het schiet- en snijwerk van Japan.
Het vlees van de wetenschappelijk gevangen walvissen komt uiteraard op de markt, maar de vraag ernaar is zo klein dat er nu al onverkochte stocks van vorig jaar in de diepvriezers blijven liggen. De Japanse consument ligt niet meer wakker van walvisvlees. Toch blijft een groep hardnekkigen een van de meest tot de verbeelding sprekende diersoorten doden. Het is ergerlijk dat de rest van de wereld dat niet kan beletten.