JA

‘Hoe je het aanpakt, maakt veel verschil. Een voorbeeld: voor onze eerste Studio 100-musical Sneeuwwitje leek het ons fantastisch om zeven échte dwergen te laten meespelen. Die vonden we niet in België. We zijn dan voor de audities naar Engeland getrokken. De Engelse acteurs leerden Nederlands en waren meteen de sterren van de avond. Ze kwamen levensecht over en brachten spektakel. En daarvoor komen de mensen.

In die zin proberen wij een traditie op te bouwen. Dat doe je bijvoorbeeld ook door heel duidelijk aan de mensen te vertellen wat ze mogen verwachten. Bij onze musicals hoort een live orkest. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar vaak zie je gezelschappen met een muziekopname spelen, wat ongetwijfeld ontgoocheling uitlokt in de zaal. Daarnaast streven wij naar typisch Vlaamse creaties en proberen we vooral een herkenbaar product te brengen, zoals met Sneeuwwitje.

Je merkt heel goed dat mensen op zoek zijn naar kwaliteit. Als je publiek weet dat ze die zullen krijgen, dan kopen ze ook graag een ticket. En in de laatste producties, onder andere in De drie biggetjes, speelden de meisjes van K3 mee, wat meteen extra aandacht oplevert. Maar het mag ook geen holle doos zijn. Je kunt de toeschouwers niet om de tuin leiden. Mocht Studio 100 plots ondermaatse shows aanbieden, dan haakt onze doelgroep meteen af. Het is en blijft een mooie evenwichtsoefening.

Een nieuwe evolutie binnen onze aanpak is de samenwerking met de Nederlandse theater- en televisieproducent Joop van den Ende, een wereldleider op het vlak van musicals. Behalve een reeks zalen in Nederland heeft hij er ook vier in Duitsland en zelfs eentje op Broadway. Binnenkort loopt onze versie van zijn Sound of Music-productie in Vlaanderen, tot nu toe onbekend gebied voor hem. We hebben het hele opzet vervlaamst en proberen er het gekende Studio 100-gevoel aan vast te kleven.

Het is waarschijnlijk onze sterkte: op een paar plekken, Antwerpen en Hasselt, werken we aan een gunstig prijs-kwaliteitaanbod, waarbij ons publiek weet wat het kan verwachten. Op die manier moet het mogelijk zijn om telkens opnieuw 150.000 toeschouwers te bereiken.’

NEE

‘Er is een algemene terugval van bezoekersaantallen, ook in andere cultuursectoren. Kijk maar naar de kaartenverkoop voor optredens van bijvoorbeeld Radiohead en Beyonce Knowles. Voor veel mensen is het niet zo evident om dure tickets te kopen. Wij doen daarom ons best om de prijs laag te houden. Bovendien is onze trots ingeslikt: vroeger draaide een voorstelling net zolang als oorspronkelijk voorzien, ook al hadden we te weinig bezoekers om de kosten te dekken. Nu durven we vroegtijdig ‘stop’ roepen, zoals de annulering van de Gentse Chicago-voorstellingen bewijst.

We varen een totaal andere koers en zijn niet langer een solospeler. Music Hall Group staat open voor alle partners die met ons een project willen uitwerken. We verhuren onze zalen aan andere gezelschappen en hernemen ook een aantal van onze oudere producties. Dat werkt besparend: een groot deel van het decor en de onderbouw bestaat namelijk al. Je moet alleen opletten dat je daarin niet overdrijft. Veel mensen hebben zo’n voorstelling al gezien en zijn dus minder geneigd om opnieuw te komen kijken. Het is een beetje zoeken naar de gulden middenweg.

Zonder subsidies is het volgens ons onmogelijk om de grote Vlaamse musicalproducties te redden. Niet dat die financiële steun per definitie van de overheid moet komen. In Nederland heb je een systeem waarbij bedrijven kunnen investeren in cultuur. Dat zou bij ons ook moeten kunnen, want we merken dat het onderwerp leeft onder de bezoekers. Geef hen de kans om te helpen.

Ik ben ervan overtuigd dat er in Vlaanderen een musicalcultuur bestaat. Kijk maar naar onze bezoekersaantallen: 380.000 mensen voor Phantom of the Opera, 412.000 voor Les Misérables. De pers staat tegenwoordig vol met stukjes over Clouseau die 200.000 kaarten verkopen voor hun optredens in het Sportpaleis. Toegegeven, onze topcijfers stammen uit vervlogen hoogdagen. Maar of de hype daarom over is? Ik weet het niet. Maar de astronomisch dure producties uit het verleden zijn waarschijnlijk niet meer haalbaar.’

Opgetekend door Stijn Verdickt

‘Het succesrecept: kwaliteit, een Vlaams karakter en veel show.’

‘Zonder subsidies zijn de grote Vlaamse producties niet te redden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content