‘Wiskunde lééft in Vlaanderen’

Als iemand in Vlaanderen weet hoe het wiskundeonderwijs ervoor staat, dan wel de Leuvense professor Paul Igodt.

Igodt (61) heeft vele generaties studenten in Leuven en Kortrijk ingeleid in materies als algebra en topologie. Hij bedacht USolv-IT, een populair platform met oefenstof voor alle niveaus, leerlingen, studenten, leerkrachten en professoren. Maar vooral: hij stond samen met zijn Gentse collega Frank De Clerck aan de wieg van de Vlaamse Wiskunde Olympiade. De laureaten van de 31e zijn een week geleden bekendgemaakt. ‘Het was een recordjaar’, zegt Igodt, die de wedstrijd nog altijd coördineert. ‘27.000 deelnemers voor de eerste ronde van de Vlaamse Wiskunde Olympiade en de Junior Wiskunde Olympiade. Wiskunde lééft in Vlaanderen.’

Intussen heeft uw Brusselse collega Ann Dooms een zorgwekkender boodschap: het wiskundeniveau in het aso gaat achteruit. Strookt dat met uw bevindingen?

Paul Igodt: Er is een probleem, daar verandert de populariteit van de Wiskunde Olympiade niets aan. Het algemene niveau is de voorbije dertig jaar gezakt. Als we vandaag in de eerste ronde dezelfde vragen zouden stellen als bij de eerste editie van de wedstrijd, zou het resultaat zeker niet goed zijn.

Waar zit het probleem?

Igodt: Er is veel veranderd in het secundair onderwijs. De groeiende aandacht voor vaardigheden is ten koste gegaan van kennis en inzicht. Het wiskundeonderwijs is een van de voornaamste slachtoffers. Kijk naar het lessenrooster en vergelijk met vroeger: de voorbije 25 jaar is in het aso het equivalent van een volledig jaar wiskunde geschrapt. En ja, ook de leefwereld van de leerlingen is veranderd. Smartphone, games: er is veel meer afleiding dan vroeger. Iedereen profiteert van de ongelooflijke kracht van wiskunde, maar men vergeet dat de leerinspanning veel tijd en volharding vraagt. De Olympiade gaat in tegen die trend. Jongeren houden van zulke uitdagingen, ze verkennen graag hun eigen grenzen. In het onderwijs zelf komt dat te weinig aan bod.

Zit het groeiende tekort aan vakleerkrachten daar voor iets tussen?

Igodt: Ja. Om u een idee te geven: ik ben een van de 100 wiskundigen die in 1978 in Leuven zijn afgestudeerd. Dat jaar waren de andere universiteiten samen nog eens goed voor 100 wiskundigen. De grote meerderheid van die groep is in het onderwijs gestapt. Van mijn lichting zijn er nog 70 actief, allemaal op een zucht van hun pensioen. Als je dan bedenkt dat er in Leuven jaarlijks, in het beste geval, 10 masters in de wiskunde in het onderwijs stappen, wordt het plaatje duidelijk. Dat heeft veel te maken met de goede jobaanbiedingen voor wiskundigen. Veel jongeren zien geen toekomst in het onderwijs. Heeft het met de waardering van het lerarenberoep te maken? Er rijzen in elk geval serieuze uitdagingen voor de overheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content