‘Willem-Alexander moet vooral uitkijken dat hij geen jetsetkoning wordt’

© CORBIS

Ze mogen dan van Duytschen bloed zijn, ze zijn in Nederland nog altijd geliefd: de nazaten van Willem van Oranje. Op 30 april wordt Willem-Alexander op het schild gehesen. Historicus Jaco Alberts over de spruitjes van Juliana, het linkse hart van Beatrix, en het geheime wapen van de nieuwe koning: koningin Maxima.

Zeg niet ‘kroning’ tegen de plechtigheid die Willem-Alexander volgende week op de Nederlandse troon zet. Zeg: ‘inhuldiging’. Er is wel een kroon, maar die krijgt de nieuwe koning niet op het hoofd gedrukt. Ze was oorspronkelijk ook van verguld hout, weet Jaco Alberts. ‘Soberheid hoort toch een beetje bij Nederland en bij het Nederlandse koningshuis.’ Alberts is historicus, maar verdient de kost als politiek redacteur van het weekblad Vrij Nederland. De voorbije maanden boog hij zich vooral over het huis van Oranje-Nassau – voor zijn blad en voor een boek dat naar aanleiding van de machtswissel verschijnt.

Het wordt ook niet zoals bij de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980. ‘Lang zal ze beven’ stond toen in Amsterdam op de muren van kraakpanden gekalkt, ‘geen woning, geen kroning’. Uit het hele land waren demonstranten naar de hoofdstad gekomen. ‘Het ging maar net goed’, zegt Alberts. ‘Amper een paar meter voor het paleis op de Dam slaagde een politiecordon erin de demonstranten tegen te houden. Was dat niet gelukt, dan waren de scherpschutters op de daken van het paleis gaan schieten. Dan waren er doden gevallen. Dat soort actie wordt nu niet verwacht, er bestaat niet zoiets als de krakersbeweging van toen. Het gevaar komt nu van de lone wolf, een eenzaat. Maar goed, men gaat er voorzichtig van uit dat het echt een feest zal zijn.’

Is de indruk juist dat de monarchie in Nederland nog nauwelijks omstreden is?

Jaco Alberts: Er kwam recent vooral kritiek van populistisch rechts, van de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders. Hij verweet Beatrix uitspraken over de multiculturele samenleving, die ze eigenlijk al sinds de jaren tachtig doet. Dat minderheden zich moeten aanpassen aan ons, maar dat wij ook oog moeten hebben voor hen. Dat was toen geen probleem, maar nu maakt de PVV er stampij over. Over Beatrix bestaat de indruk dat haar hart misschien wel een beetje links van het midden zit. Dat heeft nog met haar huwelijk in 1966 met prins Claus te maken, dat toen voor opschudding zorgde. Links Nederland liep te hoop tegen Claus omdat hij als scholier bij de Hitlerjugend was geweest en tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Wehrmacht had gediend. Maar vervolgens stal de charmante Claus de harten van links met zijn liefde voor de derde wereld.

Er bestond in Nederland toen ook nog een Republikeins Genootschap.

Alberts: Dat leidt nu in het beste geval een slapend bestaan. In 1980 riepen krakers op om met de helm te betogen. Nu wordt gedacht aan een stil protest met witte zakdoeken. Het fundament van de monarchie staat niet ter discussie. Er wordt wel al jaren geprobeerd om de instelling te hervormen, en dat is een discussie die wel speelt. En interessant is dat links en Wilders elkaar daar vinden.

Is de liefde voor de monarchie gelijk aan de liefde voor Oranje?

Alberts: Er wordt vaak gezegd dat de liefde voor de monarchie kleiner is dan die voor het huis van Oranje-Nassau. Willem van Oranje (1533-1584) heet nog altijd de Vader des Vaderlands. Hij is natuurlijk de man die de opstand leidde tegen de Spaanse overheersing en op de een of andere manier bleef zijn familie daarna altijd deel van de Nederlandse geschiedenis. Wilhelmina, de koningin die het langst regeerde, zag Willem als een voorbeeld. Niet alleen voor zijn standvastigheid tegenover de Spanjaarden, maar ook voor zijn verdraagzaamheid – bijvoorbeeld tegenover de katholieken. Een krachtdadig leiderschap was haar zelf niet vreemd, maar ze pleitte toch voor verdraagzaamheid. Ze waarschuwde in de jaren dertig voor het opkomende fascisme.

U verwijst naar Willem van Oranje als de grondlegger van de staat, maar de monarchie is toch maar 200 jaar oud?

Alberts: De Oranjes traden eerst op als stadhouder. Ze waren daarna zelfs een tijd prinsen zonder ambt. Maar als het moeilijk ging, werd er toch altijd weer om Oranje geroepen. Toen de toenmalige prins Willem na de Franse tijd in 1813 naar Nederland terugkeerde, lag het voor de hand dat Nederland een koninkrijk zou worden. Zeker met het idee dat Nederland met België en Luxemburg zou worden verenigd: daar paste een koninkrijk bij. Willem wilde dat, en de koningen en keizers op het Congres van Wenen wilden dat ook. Het was de mode van de tijd. Toen België in opstand kwam en Neder-land werd gehalveerd, was Willem I wel bang dat hij zijn troon zou verliezen. Nederland was opnieuw maar zo groot als in de tijd van de oude republiek. Kon je daar nog koninkje van zijn? Die vraag hield hem bezig.

Wat betekenen die historische wortels voor al die mensen die op Koninginnedag met oranje opblaashamers en hoeden de polonaise dansen?

Alberts: Dat is een goede vraag. Er is een soort traditioneel orangisme dat werd gedragen door de orthodoxe protestanten. Die zagen zich als een door God uitverkoren volk en onder het gezag van Oranje geplaatst. Die groep weegt nu in de samenleving niet zwaar genoeg meer om het koningshuis te dragen. Tegelijk groeide er sinds het einde van de negentiende eeuw een nieuw orangisme, dat ook is gevoed door liberale politici. Nederland was misschien nog sterker verzuild dan Vlaanderen. Mensen waren van de wieg tot het graf gereformeerd, katholiek of rood. Iedereen bleef in zijn eigen zuil. Dat was zeker voor liberalen een probleem, want zij hadden het idee dat ze alle burgers moesten opvoeden tot kleine liberalen.

Met de koningin als een bindende factor?

Alberts: Willem III liet bij zijn dood in 1890 een dochtertje van tien na, Wilhelmina. Hij was een buitengewoon impopulaire, opvliegende man die niet op zijn taak berekend was. De socialisten noemden hem Koning Gorilla. Er zijn prachtige verhalen bekend van ministers die niet bij hem naar binnen durfden, omdat ze iedere keer weer verrot werden gescholden. Zijn jonge weduwe, de Duitse prinses Emma uit het politiek onbetekenende vorstendommetje Waldeck-Pyrmont, werd koningin-regentes. Zelfs de orthodoxe protestanten geloofden op dat moment niet meer in de monarchie: zij vonden dat vrouwen niet op de troon konden zitten. Maar de liberalen zagen in dat jonge koninginnetje en in die jonge weduwe een prachtig symbool van nationale eenheid. In een heuse marketingoperatie avant la lettre zijn die twee, Emma en Wilhelmina, het hele land door gereisd. Emma presenteerde de jonge koningin in alle provincies. Dat hadden de Oranjes in geen decennia gedaan. Uit die tournee groeide mettertijd Koninginnedag en dat is nu een volksfeest waar mensen naar uitkijken.

Koningin Juliana die spruitjes schoonmaakt in de tv-show van Barend Servet. Zou het kunnen dat het gemakkelijker is om van een koningin te houden dan van een koning?

Alberts: Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix. Nederland kent sinds 1890 alleen vrouwelijke staatshoofden en dat heeft zeker bijgedragen tot de acceptatie. Ik moet wel zeggen dat Beatrix een veel afstandelijker koningin werd dan Juliana. Die wou heel erg gewoon zijn, en dat was ook overdreven. Ze was natuurlijk niet gewoon. Maar het was een koningin die je eigen oma kon zijn, en zo zag ik haar als kind ook.

Tegelijk schrijft u dat de monarchie alleen kan bestaan als er afstand is. Is dat nog mogelijk, afstand in de tijd van Facebook en Twitter?

Alberts: Dat is een vraag die ik me ook stel. Alles wat hoog is, wordt laag en andersom. Gezag is niet meer heilig, en dat is ook goed. Maar het is in deze tijd heel erg doorgeslagen. Het was opvallend tijdens de uitzending op de Nederlandse publieke omroep, toen de abdicatie van Beatrix werd aangekondigd. Iedereen had alleen lof over het koningshuis en de koningin. De internetberichten en tweets die werden voorgelezen, waren ook allemaal lovend. Tot je zelf op het internet ging kijken. Daar stonden heel andere dingen. Daar was het van: ‘laat ze oprotten, die poppenkast’. De balans is in werkelijkheid wankel geworden. Precies daarom blijft die afstand van belang.

Betekende het koningschap van Beatrix toch een stijlbreuk met Juliana?

Alberts: Juliana was in haar contacten met de politiek ook professioneel. Oud-politici zegden me dat ze haar werk bij het formeren van kabinetten buitengewoon goed deed. Maar ze had een veel gewonere uitstraling. Beatrix had zich duidelijk voorgenomen: dit moet zakelijker.

Het was Beatrix die midden jaren negentig het zetje gaf dat tot de paarse regering van Wim Kok leidde, een coalitie van sociaaldemocraten en liberalen.

Alberts: Het is nog altijd een mysterie hoe dat is gegaan. Het was de eerste regering sinds de Eerste Wereldoorlog zonder christendemocraten. Ze wilde, denk ik, ook niet per se een links kabinet. Maar de christendemocraten kampten met een enorme crisis van leiderschap waarbij premier Ruud Lubbers zijn eigen kroonprins, Elco Brinkman, in de rug schoot. Daartegenover stond de minister van Financiën, de sociaaldemocraat Wim Kok, die meer op zijn taak berekend leek. Er was één cruciaal moment. Iedereen lag met elkaar overhoop, en Bea-trix probeerde de impasse te doorbreken door Kok te vragen om een ontwerp van regeerakkoord te schrijven met een financieel kader, waarbij andere partijen vervolgens konden aanschuiven. Dat kon ook het CDA zijn, maar het werd de liberale VVD. Was dat het linkse hart van Beatrix? Het was meer een gevoel van: er moet iemand komen met genoeg gezag om het land te leiden.

Het Huis van Oranje heeft nogal wat schandalen gekend, maar kwam daar altijd mee weg. En als puntje bij paaltje kwam, waren het sociaaldemocratische premiers die voor het koningshuis in de bres sprongen.

Alberts: Tot drie keer toe sinds de Tweede Wereldoorlog. Dat is opmerkelijk omdat de sociaaldemocraten van oudsher een republikeins programma hebben. Bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina bleef de socialistenleider Pieter Troelstra weg uit protest. In 1918 heeft hij zelfs nog de revolutie uitgeroepen. Een dramatische vergissing, want een groot deel van Nederland bleek toch Oranjegezinder dan hij had gedacht. Dat geldt zelfs voor republikeinen. De cabaretier Wim Kan maakte ooit de grap: ‘Laten we de republiek maken, maar dan wel met Juliana als president.’

De man van Juliana – en vader van Bea-trix – prins Bernhard kwam destijds in opspraak omdat hij steekpenningen van de Amerikaanse vliegtuigfabriek Lockheed had aanvaard. Had de Lockheed-affaire het einde van de Nederlandse monarchie kunnen betekenen?

Alberts: Het scheelde toen maar een haar. Hoewel ze waarschijnlijk afkeurde wat haar gemaal had gedaan, had koningin Juliana de sociaaldemocratische premier Joop den Uyl duidelijk gemaakt dat ze zou aftreden als Bernhard strafrechtelijk vervolgd zou worden. En dat niet alleen: het lag zeer voor de hand dat ook de dochters van Juliana die nog voor troonopvolging in aanmerking kwamen solidair zouden zijn gebleven met hun vader. Als het kabinet toen had besloten de vervolging van Bernhard door te zetten, had Nederland geen staatshoofd meer gehad. Dat zou tot een enorme crisis hebben geleid, want de tijd was voorbij dat je zomaar een prins uit Duitsland kon plukken om op de Nederlandse troon te zetten. Den Uyl heeft toen echt een huzarenstukje uitgehaald door Bernhard zijn militaire rang en zijn uniform te ontnemen en verder de hele affaire met de mantel der liefde te bedekken.

De Oranjes zijn puissant rijk. Maar is geld toch niet de achilleshiel van het Nederlandse koningshuis?

Alberts: Ik denk dat ze zelf ook wel in de gaten hebben dat ze zich niet al te veel strapatsen kunnen veroorloven. Willem-Alexander moet vooral uitkijken dat hij zich niet ontwikkelt tot een soort jetsetkoning – hij en Maxima hebben een kosmopolitische mentaliteit die in Nederland niet altijd geapprecieerd wordt. Toen Maxima gezegd had dat de Nederlandse identiteit niet bestaat, luidde de kritiek ook: dat kan zij makkelijk zeggen, zij reist de hele wereld over, maar voor de gewone Nederlander bestaat Nederland wel degelijk, met alle problemen die daarbij horen.

Had Willem-Alexander het aanvankelijk niet moeilijk om zijn lotsbestemming te aanvaarden?

Alberts: Hij zat er niet op te wachten. Het zal je ook maar gebeuren dat je toekomst al zo vroeg vaststaat. In interviews heeft Willem-Alexander altijd gezegd: als ik de liefde van mijn leven vind, dan heeft dat prioriteit. Hij was zeker bereid geweest voor Maxima zijn troon op het spel te zetten.

Wordt Maxima zijn geheim wapen?

Alberts: Zeker – en in dat opzicht is ze te vergelijken met de vader van Willem-Alexander, wijlen prins Claus. Toen Beatrix destijds voor Claus gekozen had, stond het land op stelten: wéér een Duitser! Daar is achteraf niets van blijven hangen: zelfs doorwrochte republikeinen vonden Claus een aardige kerel met het hart op de goede plaats. Maxima speelt in dat opzicht een vergelijkbare rol. Als dochter van een politicus die onder de militaire dictatuur in Argentinië heeft gediend, was ze aanvankelijk zeer omstreden, maar ze heeft intussen de harten van de Nederlanders veroverd: ze is een soort modelallochtoon geworden, die een belangrijke rol kan spelen om in een verdeelde natie de boel bij elkaar te houden.

Was Willem-Alexander als student in Leiden inderdaad zo’n losbol als zijn bijnaam Prins Pils lijkt te suggereren?

Alberts: Hij had inderdaad de reputatie een feestbeest te zijn. Hij reed ook weleens een auto in de prak. Net als zijn grootvader houdt hij van vliegen en stoerejongensdingen. Maar hij was zeker geen domme student en bleek ook geïnteresseerd in levensbeschouwelijke kwesties.

Royaltywatchers noemen hem ‘koppig, driftig en onbuigzaam’. Is hij karakterologisch wel geschikt voor het koningschap?

Alberts: Zijn grootste probleem is dat hij misschien nog meer dan zijn moeder bereid is zeer ver te gaan in het afschermen van zijn privéleven. Koningin Beatrix vond bijvoorbeeld dat ze in het Oostenrijkse Lech kon gaan skiën op het moment dat Jörg Haider daar aan de macht was gekomen en in Nederland werd nagedacht over een boycot. Ook Willem-Alexander en Maxima hebben de neiging te zeggen: dit is privé, dit is van ons, hier heeft niemand iets mee te maken. Toen ze een paar jaar geleden in Mozambique een vakantiehuis aanschaften, waar ze in alle privacy hun tijd konden doorbrengen met hun vrienden, kwam daar een enorme heisa van. Willem-Alexander zal toch moeten beseffen dat alles wat een monarch doet een staatszaak is.

Heeft hij de politieke antenne van zijn moeder?

Alberts: Er zijn nogal wat mensen die daaraan twijfelen. Maar zoiets kan groeien natuurlijk. Hij is in ieder geval goed voorbereid: hij heeft zware internationale functies bekleed, zowel bij het IOC (Internationaal Olympisch Comité) als bij de Verenigde Naties, waar hij een voortrekkersrol heeft gespeeld op het vlak van watermanagement.

Wordt hij meer dan een lintjesknipper?

Alberts: Sowieso. Tot nader order maakt de Nederlandse koning nog altijd deel uit van de regering en blijft hij het recht houden ministers van adviezen te voorzien of te waarschuwen als er in zijn ogen iets misgaat. Je moet die rol niet onderschatten: bewindslieden die in het paleis op bezoek komen, zijn altijd nog onder de indruk.

Maar bij een regeringsvorming benoemt de Nederlandse vorst niet langer de informateur of de formateur. Dat doet voortaan de Tweede Kamer.

Alberts: Ja, maar die kwestie is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Het staatsrecht in Nederland is niet in de grondwet geregeld, maar berust voornamelijk op gewoonterecht. Vorig jaar haalde D66, de partij die altijd voor staatkundige hervorming is geweest, met de steun van de PVV van Geert Wilders zijn slag binnen en is het reglement van orde van de Tweede Kamer gewijzigd, waardoor het bij de laatste regeringsvorming niet langer de koningin was die de formateur aanwees maar de Tweede Kamer zelf. Dat is goed gegaan, omdat de uitslag van de verkiezing zo duidelijk was en het van meet af aan vaststond dat de VVD en de PvdA samen zouden gaan regeren. Maar als de kaarten ingewikkelder hadden gelegen, had je de situatie van een Poolse landdag kunnen krijgen. Koningin Beatrix heeft in het verleden de formatie een paar keer vlot moeten trekken. Waarschijnlijk is het niet, maar je kunt nooit helemaal uitsluiten dat de politieke partijen in de toekomst nog eens met hangende pootjes bij koning Willem-Alexander aankloppen.

Waarom wil hij koning Willem-Alexander genoemd worden en niet gewoon koning Willem IV?

Alberts: Dat was op zijn dertigste nog het plan, maar Willem IV klinkt nogal archaïsch en Willem-Alexander is toch een moderne vent. In de privésfeer is Alex ook zijn roepnaam. En misschien heeft hij zich gerealiseerd in welke traditie hij zou terechtkomen als opvol-ger van Koning Gorilla. Misschien is hij intussen toch meer zichzelf geworden.

Jaco Alberts, De Nederlandse monarchie. 200 jaar Koninkrijk in acht affaires, VBK Media, Diemen, 180 blz., 24,95 euro.

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK

‘Nederland kent sinds 1890 alleen vrouwelijke staatshoofden. Dat heeft zeker bijgedragen tot de acceptatie van de monarchie.’

‘Maxima is een soort modelallochtoon geworden, die een belangrijke rol kan spelen om in een verdeelde natie de boel bij elkaar te houden.’

‘Je moet de rol van de koning hier niet onderschatten: bewindslieden die in het paleis op bezoek komen, zijn altijd nog onder de indruk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content