In Antwerpen is straathoekwerk nagenoeg afgeschaft, in Gent en Mechelen zetten ze er wel op in. Sommigen vinden de aanpak te vrijblijvend of passief, anderen noemen het de enige manier om contact te houden met mensen en jongeren die anders uit de boot vallen. Drie straathoekwerkers over hun job.
Vincent Detaye (34) Mechelen ‘Soms moet je creatief zijn’
‘Het is een troef als je wat van straatcultuur of hiphop kent als je een goed contact wilt met kwetsbare jongeren die moeilijk te bereiken zijn. Soms moet je creatief zijn. Omdat in sommige Mechelse buurten weinig ontmoetingsplaatsen zijn, hebben we een enorme opblaasbare fauteuil gekocht. Die zetten we op straat neer. De ene keer komen jongeren er spontaan bij zitten, de andere keer zit je een uur alleen.
Is er vertrouwen, dan kun je iets aankaarten, maar ook hun spreekbuis zijn. Toen de stad klachten kreeg over overlast in station Nekkers-poel, kon ik erover praten met de jongeren die er rondhingen. Ze begrepen het wel, maar vroegen of er geen andere ontmoetingsplek kon worden gecreëerd.
Ons contact is niet vrijblijvend, maar wel onvoorwaardelijk. Er zijn al zo veel mensen die hen veroordelen. Wij niet, anders ben je ze kwijt. Toen een kerel zijn probatievoorwaarden geschonden had, moest hij naar psychiatrie of de gevangenis. Door slechte ervaringen met psychiatrie, heeft hij voor de gevangenis gekozen. Ik had het hem afgeraden, maar ben hem wel jarenlang blijven bezoeken. Hij apprecieerde het dat hij toch zijn eigen keuze mocht maken.’
Johan Ciers (44) Gent ‘Ik laat de deur altijd op een kier’
‘Als ik een jongere zie opduiken bij daklozen, leg ik contact. Redt die het daar wel? Ik probeer er te zijn voor wie zich in de steek gelaten voelt en nergens anders terechtkan. Iemand die op zijn achttiende op straat belandt. Jongeren met psychische of drugsproblemen of beperkte intellectuele capaciteiten. Ik laat de deur altijd op een kier. Ongeacht hoe vaak iemand faalt of verdwijnt.
Dat straathoekwerk een open aanbod is zónder verplichtingen is essentieel. Bij resultaatgericht werk blijven mensen bij wie je geen resultaat boekt in de kou staan. Bij ons niet, wij zoeken samen uit wat ze nodig hebben. Dat is niet altijd wat de goegemeente denkt. Soms laat iemand een sociale woning schieten omdat zijn huisdier niet mee mag. Vaak is het hun enige vriend.
Voor mijn groep is de wereld te complex geworden. Eenvoudige jobs zoals manusje-van-alles zijn overal weggerationaliseerd. Waar krijgen zij dan nog een plaats? Je kunt maar het verstand en de opvoeding gebruiken die je hebt gekregen.
Soms leidt onze aandacht tot iets moois. Zoals een schizofrene jongen die weer saxofoon begint te spelen. Soms niet. Dan maak je iemands doodsprentje en schrijf je uitvaartteksten omdat anders niemand iets zegt op die begrafenis.’
Koen Spiessens (33) Boom ‘Ik hou hen ook een spiegel voor, zoals een vriend’
‘Een straathoekwerker is geen hulpverlener. Jongeren kunnen niets van mij verkrijgen en hoeven dus niet bij mij in de gunst te komen. Dat maakt de relatie eerlijker. Eenmaal er vertrouwen is, kun je in de diepte werken. Een jongere die spijbelde, vertelde me na een tijd waarom. Hij wou voor zijn zusje zorgen omdat zijn mama daar door alcoholproblemen niet toe in staat was. In een vertrouwensrelatie kun je hen ook confronteren met bepaald gedrag, hen een spiegel voorhouden, vragen stellen. Zoals een vriend dat kan.
Ik heb jongeren gesteund om een documentaire te maken. Zij wilden oudere buurtbewoners, die soms bang waren van de allochtone jongens die bij het pleintje rondhingen, tonen wie ze echt zijn. Tijdens de opnames had je de aanslag op Charlie Hebdo en in de Bataclan. Velen voelden zich geviseerd, maar ze wilden positief blijven.
Ze krijgen met vooroordelen af te rekenen, maar reageren er met humor op. Toen er eentje in de bus van een oude man de vraag kreeg wat hij van de IS dacht, kaatste hij de bal terug. Of hij dan van die man mocht weten wat hij van pedofiele pastoors vond? Schitterende reactie, toch?’
Door NATHALIE CARPENTIER, foto’s FRANKY VERDICKT