Zonder snelle, ingrijpende maatregelen dreigt het inwoneraantal van Estland over enkele decennia te halveren. Maar voorlopig geen nood: de economie bloeit en de vrije markt draait op volle toeren. Een gesprek met EU-ambassadeur Väino Reinart.
Economisch lijkt het een succesverhaal. Estland, met zijn 1,4 miljoen inwoners een van de kleinste toetreders tot de Europese Unie, raasde na zijn onafhankelijkheid in sneltreinvaart naar een economische heropleving. Er werd een schoktherapie toegepast: een munthervorming halveerde de inkomens. Gevolg: de Esten zagen hun spaargeld verdwijnen als sneeuw voor de zon, er heerste armoede en die bleef ook bestaan. Maar Estland groeide wel uit tot een open economie. ‘ The Wall Street Journal rangschikt Estland bij de meest vrije markten van de hele wereld’, bloklettert de officiële website van Estland. ‘Het vormt een van de meest dynamische en de meeste competitieve groeimarkten van Centraal- en Oost-Europa’, citeren ze trots. Het is zélfs ‘het op één na minst corrupte land van Centraal- en Oost-Europa, na Slovenië’.
Maar, de leiders van Estland waarschuwden er zelf al voor, het succes zou wel eens van korte duur kunnen zijn. De Baltische staat vecht om te overleven. Want de demografische bom tikt: volgens cijfers van de VN zou het bevolkingsaantal van Estland tegen 2050 zo goed als gehalveerd kunnen zijn. Meer nog, als er geen doortastende maatregelen worden doorgevoerd, is het land volgens het VN-scenario tegen het einde van de 21e eeuw zelfs helemaal ontvolkt. Het geboortecijfer bedraagt slechts 1,2 kinderen per vrouw, terwijl er minstens 2 nodig zijn om het bevolkingsaantal stabiel te houden.
‘Ik denk niet dat Estland wat dat betreft uniek is’, relativeert de Estse ambassadeur bij de Europese Unie, Väino Reinart. ‘We kampen met dezelfde problemen als de andere ontwikkelde landen. Trouwens, wat is de waarde van dergelijke statistieken? Na de Tweede Wereldoorlog wezen ze uit dat Estland nu al lang verdwenen zou moeten zijn.’ Duizenden Esten werden toen naar Siberische werkkampen gedeporteerd en anderen vluchtten naar het Westen. ‘U kunt het zelf vaststellen’, zegt Reinart cynisch. ‘We bestaan nog altijd.’
En economisch doet Estland het intussen uitzonderlijk goed.
väino reinart: In 2003 kenden wij een groei van 5 procent, in de beste jaren was dat zelfs 10 procent en meer. Die groei hebben we te danken aan twee factoren. Ten eerste zijn er de nieuwe technologieën en het internet: bijna een op twee inwoners heeft een aansluiting. Ten tweede is Estland economisch zeer liberaal. Vooral het belastingsysteem biedt ons land een grote concurrentiekracht. Er geldt een vlak tarief voor de inkomstenbelastingen van 26 procent. En wie bedrijfswinsten opnieuw investeert, betaalt geen belastingen. We trekken daarmee grote investeerders aan, voornamelijk uit Zweden en Finland. Het levert ons een tweede plaats op onder de nieuwe lidstaten wat betreft de investeringen per hoofd van de bevolking.
Tot veel bijkomende privatiseringen hebben die investeringen echter niet geleid. De grote meerderheid van de bedrijven was al in de eerste helft van de jaren negentig door privé-maatschappijen opgekocht. Enkele telecombedrijven kwamen nadien zogezegd nog in privé-handen terecht, maar in werkelijkheid werden ze overgenomen door de regeringen van de Scandinavische landen.
Economisch heeft Estland inderdaad een enorme sprong gemaakt. Toch komt de toetreding van de Baltische staten volgens sommigen te vroeg, onder meer vanwege de problemen met de Russische minderheden.
reinart: Als ik vaststel hoe het er toegaat in de Europese landen die een veel kleiner percentage immigranten tellen dan Estland, denk ik niet dat wij een probleem hebben. Sinds het begin van de jaren negentig is er bij ons geen enkel verslag van etnisch geweld opgemaakt, terwijl er zich tal van etnische clashes voordoen in de bestaande lidstaten.
Ook de Europese Commissie ziet niet langer een probleem. Ze heeft vastgesteld dat we de criteria van Kopenhagen vervullen. Ook de meeste Esten maken zich weinig zorgen over de minderheden. Onze bevolking van 1,4 miljoen telt honderd verschillende nationaliteiten en etnische groepen, maar er is een grote mate van tolerantie. Al in 1925 werd een wet goedgekeurd over de Culturele Autonomie voor Nationale Minderheden. Vandaag kunnen minderheidsgroepen onderwijs genieten in hun eigen taal. Ongeveer 28 procent van alle leerlingen in Estland loopt school in het Russisch. Wie de Estse nationaliteit wil verwerven, moet wel een taalexamen afleggen. Hij moet bovendien aantonen dat hij de grote lijnen van de Estse grondwet kent.
160.000 van de in totaal 350.000 Russen hebben niet de Estse nationaliteit en zijn staatloos. Ze beschikken alleen over een ‘grijs paspoort’ dat hen uitsluitend toegang verleent tot de andere Baltische staten.
reinart: Ze hebben visa nodig voor de andere Europese landen, precies zoals dat ook geldt voor de inwoners van andere landen. Niemand verhindert hen om de Estse of de Russische nationaliteit aan te vragen. We kunnen hen daartoe alleen maar aanmoedigen.
De oostelijke grens, 450 kilometer lang, vormt mee de nieuwe grens van de Europese Unie.
reinart: Volgens deskundigen is die grens na de Finse de best bewaakte EU-grens met Rusland. Ze werd trouwens grondig gecontroleerd vooraleer onze inwoners zich zonder visa door de verschillende EU-lidstaten mochten bewegen. Vandaag is ze met hoogtechnologisch bewakingsmaterieel uitgerust. Er zijn infrarode camera’s geïnstalleerd, microgolfsensoren, radarpatrouillesystemen en er kunnen MiG-helikopters worden ingezet. Zelfs een kleine vos die de grens oversteekt, kun je van op acht kilometer afstand detecteren. De criteria voor de EU-buitengrenzen zijn wel degelijk vervuld.
Estland wil heel snel tot het wisselkoersmechanisme EMSII toetreden?
reinart: De nationale munt, de kroon, is sinds zijn invoering gekoppeld aan de Duitse mark. Toen Duitsland lid werd van de eurozone, werd ook de kroon fictief gekoppeld aan de euro. In die zin gebruikt Estland de euro technisch gezien al sinds hij werd ingevoerd. Ons land voldoet ook helemaal aan de criteria van Maastricht. We kunnen tot de eurozone toetreden zodra die optie openstaat. Het is nog niet definitief beslist, maar onze centrale bank en de regering zijn bereid om in 2006 tot het wisselkoersmechanisme toe te treden.
Ingrid Van Daele