De paleisrevolutie binnen de Belgische wielerbond roept voorlopig nog meer vragen op dan dat ze antwoorden geeft.
De vaudeville in de Belgische Wielrijdersbond begon eind december. Bij de verkiezingen in de BWB-afdeling Brabant voelde uittredend voorzitter Ernest De Vuysthoe de oppositie zich wapende. De wielergroepen uit het Pajottenland en het Hageland verenigden zich en stemden massaal op oppositiekandidaat André Van Lint. De Vuyst zegde vroegtijdig zijn mandaat op en trok zich terug uit de verkiezing, nog voor de stemmen geteld waren.
Voor de overkoepelende nationale federatie leek er in eerste instantie niets aan de hand, maar in januari kwam de hetze tegen De Vuyst in een stroomversnelling terecht. Tegenkandidaten verweten de voorzitter overigens voor het eerst sinds vier jaar dat hij dictatoriaal regeerde, geen inspraak duldde en halsstarrig weigerde de basis te raadplegen. De BWB-afdelingen van de verschillende Vlaamse provincies keerden de voorzitter één na één de rug toe, de Waalse afdelingen zouden later volgen. De Vuyst werd weggestemd in de Algemene Raad van februari, die de kandidaten voor het voorzitterschap moest vastleggen. Hij kon nog wel aan de verkiezingen deelnemen door gebruik te maken van zijn herverkiesbaarheidsrecht als uittredend voorzitter, maar hij hield de eer aan zichzelf en trok zich voor de eerste kiesronde terug.
Laurent De Backer is nu de nieuwe voorzitter, Jean Bollen zit de nationale sportcommissie voor en Louis De Laat blijft penningmeester.
De Belgische Wielrijdersbond bevindt zich nu in een overgangsfase, heet het nog maar eens. De grootse plannen die de BWB ontvouwde in het laatste jaar De Vuyst-heerschappij, staan echter wel op de helling. Hoe het met de nieuwe politiek in het jeugdwielrennen moet, is een raadsel. Ook de bondscoaches hebben er het raden naar of de planning, oorspronkelijk uitgetekend voor de komende vijf wielerseizoenen, effectief het volgende wielerjaar haalt. In het post- Museeuw-jaar zit zelfs de profsectie van de bond er verweesd bij. Sinds Eddy Merckx het voorbeeld van De Vuyst volgde en ontslag nam als bondscoach, heeft de BWB ook geen nationale selectieheer meer. De BWB-top steekt de kop in het zand en doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Wachtend, ongetwijfeld, tot de stukjes van de moeilijke bestuurspuzzel vanzelf in het juiste vakje vallen.