Door de Palestijnen alle hoop op een eigen staat te ontnemen, werkte hij de radicalisering in de hand. Door de partij Het Joodse Huis in zijn regering op te nemen, maakte hij extreemrechts salonfähig. En nu kan premier Benjamin Netanyahu geen kant meer op.
Sinds begin oktober vielen bij Palestijnse aanslagen minstens dertig doden aan Palestijnse kant en zeven aan Israëlische zijde. Voor velen is dit het begin van een nieuwe intifada. Voor Naftali Bennett, minister van Onderwijs en partijleider van Het Joodse Huis, is het de bevestiging van wat hij altijd al wist: Arabieren kun je niet vertrouwen, er moeten meer nederzettingen komen en de Westelijke Jordaanoever moet worden geannexeerd.
Twee weken geleden stond Bennett met hoog opgestroopte hemdsmouwen voor de residentie van de eerste minister in Jeruzalem. Door de microfoon riep hij naar de omstanders dat men de vijand moet uitroeien, en dat tegen de ‘laffe Arabische terreur’ zich een golf van ‘Joodse moed en heldendom’ zal verheffen.
Naftali Bennett (43), de ‘Netanyahu met keppeltje’ geldt als een politiek talent. Hij is een van de stichters van het nieuwe extreemrechts, samen met Ayelet Shaked (39), die minister van Justitie is. Beiden maakten carrière in de hightechsector, beiden werkten op het kabinet van Netanyahu en beiden kregen het met hem aan de stok. Ze namen een onbeduidende kolonistenpartij over en herdoopten die tot Het Joodse Huis. Met zijn mix van steedse nonchalance en een ultrarechtse ideologie werd Het Joodse Huis in korte tijd een van de invloedrijkste partijen in Israël.
Bennett en Shaked staan voor een nieuwe, zelfbewuste generatie politici. Ze zijn jong, gehaaid en radicaal. Doelgericht werken ze hun agenda af: Israël moet allereerst een Joodse staat zijn, een democratie in dienst van de meerderheid. In vrede geloven ze niet, en de Westelijke Jordaanoever willen ze in geen geval opgeven. De opleving van het geweld zien ze als een kans om de oude leidinggevende elite uit te dagen.
Premier Benjamin Netanyahu, de grote winnaar van de verkiezingen in maart, staat er dezer dagen helemaal alleen voor. Van alle kanten wordt hij belaagd. De rechtervleugel in zijn eigen Likoed-partij wil dat hij harder doorduwt, de internationale gemeenschap eist net dat hij rust brengt. Een alternatief voor de huidige coalitie heeft hij niet, onderhandelingen met de Arbeiderspartij zijn mislukt.
Netanyahu heeft deze situatie aan zichzelf te danken. Hij heeft het land steeds verder naar rechts gedreven en wordt nu door die rechterzijde onder druk gezet. Hij deed allerlei beloftes aan de kolonisten, die zij nu ingewilligd willen zien. Hij ondernam te weinig tegen de ondermijning van zijn eigen partij door ultrarechts. En door Bennetts partij Het Joodse Huis in zijn regering op te nemen, maakte hij extreemrechts salonfähig.
Tegelijk creëerde de premier jarenlang een klimaat van wantrouwen tegenover de Palestijnen. Hoe meer tijd er verstrijkt en hoe meer kolonisten zich op de Westelijke Jordaanoever vestigen – hun aantal is sinds 2009 gestegen van 280.000 tot 400.000 – hoe onwaarschijnlijker een Palestijnse staat wordt.
Niets te verliezen
Zoals aan Israëlische kant extreemrechts almaar aan invloed won, zo ontstond aan Palestijnse kant een spiegelbeeld: een generatie van gefrustreerden die gelooft dat ze nauwelijks ietste verliezen heeft. In onderhandelingen geloven ze niet meer, hun eigen president Mahmoud Abbas nemen ze niet serieus. Degenen die aanslagen plegen zijn jong, vaak goed opgeleid, vol haat en woede. Meestal handelen ze alleen. Maar radicale organisaties als Hamas proberen in de spits van de aanvalsgolf te komen.
Eén vonk volstond om de woede te laten uitbarsten: de valse geruchten dat Israël de moslims de Tempelberg wilde ontnemen. Sindsdien wakkeren via YouTube en Facebook verspreide berichten de ongeregeldheden aan.
Israël reageert met harde hand. De meeste daders van de aanslagen worden niet aangehouden maar neergeschoten. De anderen wordt hun verblijfsvergunning afgenomen, hun bezittingen worden in beslag genomen, hun huizen vernield. Het leger smoort protesten in de kiem, de Arabische wijken van Jeruzalem zijn afgesloten.
De roep van rechts om een grotere militaire operatie hield Netanyahu tot nu toe tegen. Maar hoelang nog? De populariteit van de premier daalt zienderogen, aangezien zijn belangrijkste belofte toch altijd was dat hij zijn land zou behoeden voor terreur. Maar wat dat betreft, hebben de Israëli’s intussen meer vertrouwen in minister van Onderwijs Bennett dan in hun regeringsleider.
De akkoorden van Osloen de terugtrekking uit de Gazastrook werden door heel wat jonge Israëli’s ervaren als een vergissing, die tot meer terreur zou leiden. Vrede met de Palestijnen vinden ze onrealistisch. Ze voelen zich ten onrechte veroordeeld door de internationale gemeenschap. Linkse activisten en politici zien ze als verraders. Ze zijn niet altijd religieus, maar ze willen Israël Joodser maken. Dat alles verbindt het nieuwe extreemrechts met de oude kolonistenbeweging.
Minister van Justitie Ayelet Shaked is het beste voorbeeld van die nieuwe alliantie. Ze is opgegroeid in het rijke noorden van Tel Aviv en is niet religieus, maar ze vindt haar waarden terug in het religieuze zionisme. Ze staat in hoog aanzien bij de rabbijnen, precies omdat ze als niet-religieus vrouwelijk gezicht hun belangen verdedigt. Zo is ze naast Bennett opgeklommen tot het nieuwe icoon van ultrarechts.
Een jaar geleden, toen ze nog geen minister was, deelde ze op Facebook een racistische tekst waarin de auteur Palestijnse kinderen omschreef als ‘kleine slangen’ en eiste dat ook de vrouwen zouden worden ‘uitgeroeid’. Intussen is ze voorzichtiger, maar haar taalgebruik blijft brutaal. ‘We moeten dingen doen die hen pijn doen’, zei ze onlangs over de Palestijnen. Hoe men de terreur moest aanpakken? Door de bouw van nederzettingen.Of een politieke oplossing niet beter zou zijn? ‘De vraag naar een Palestijnse staat is momenteel irrelevant, dat weet toch iedereen.’ Het isde vanzelfsprekendheid van zulke uitspraken die doet schrikken.
Hooggerechtshof
Maar extreemrechts stelt zich niet tevreden met het meeregeren als kleine broer: het wil de staat omvormen. Het eerste doelwit is het Hooggerechtshof. Uitgerekend de minister van Justitie wil de macht van het Hooggerechtshof inperken, ze werkt aan een wet die het parlement in staat stelt om de bezwaren van de juristen te omzeilen. Shaked en haar mensen beschouwen democratie als macht van de Joodse meerderheid, waaraan universele waarden en individuele rechten ondergeschikt moeten zijn. In dat beeld past het eveneens door Shaked geëiste wetsvoorstel dat Israël tot een ‘Joodse natiestaat’ moet uitroepen – en daarmee moslims, christenen en andere minderheden uitsluit, toch meteen twintig procent van de bevolking.
Voorlopig remt Netanyahu zijn minister van Justitie nog af, omdat hij Shaked geen triomf wil gunnen. Maar haar standpunten worden gesteund door grote delen van de bevolking.
‘De hele rechterzijde is veranderd’, zegt politiek wetenschapper Gayil Talshir. ‘Rechts is niet groter dan vroeger, maar het wordt extremer.’ Terwijl Netanyahu de oorspronkelijke nationaal-liberale traditie van Likoed vertegenwoordigt, glijdt de partij af in etnisch-nationalistische richting.
Het is een duivelskring van de radicalisering: almaar meer burgers dragen wapens uit zelfverdediging. Onderhand gaan ook jonge Israëli’s Palestijnen met messen te lijf. Rechts-radicaal gepeupel trekt door Jeruzalem en brult: ‘Dood aan de Arabieren!’ Israëli’s steken moskeeën en Palestijnen in brand, de binnenlandse geheime dienst heeft nu zelfs een afdeling ‘Joodse terreur’.
Na bijna een halve eeuw bezetting, na jaren van politiek immobilisme en mislukte vredesprocessen gebeurt nu waarvoor al zo lang werd gewaarschuwd: Israël wordt een gespleten staat waarin niet alle burgers gelijk zijn, en wantrouwen, haat en vergelding heersen.
DOOR NICOLA ABÉ – © Der Spiegel
Rechts-radicaal gepeupel trekt door Jeruzalem en schreeuwt: ‘Dood aan de Arabieren!’