Op 6 mei beginnen in 6000 bedrijven de sociale verkiezingen. In de media is daar echter weinig van te merken, en ook bij de werknemers is het enthousiasme matig.

Kranten, radio en televisie lijden al een paar maanden aan verkiezingskoorts. Geen kandidaat kan zuchten noch kuchen of hij haalt het nieuws. Het gaat dan wel altijd over de lijstvorming voor de regionale en Europese verkiezingen van 13 juni, en niet over de sociale verkiezingen die op donderdag 6 mei in de ondernemingen van start gaan. De vakbonden stellen dan zo’n 1200 kandidaat-werknemersvertegenwoordigers voor, maar dat schept weinig ‘nieuws’. De sociale berichtgeving heeft nu eenmaal aan belang ingeboet, de internationale conjunctuur zit tegen en twee regeringen met Guy Verhofstadt (VLD) hebben het sociaal overleg in het land een flinke knauw gegeven.

Toch onderschatten noch de directies noch de vakbonden de impact van de vierjaarlijkse sociale verkiezingen. Er zijn 1,4 miljoen werknemers uit 6000 bedrijven bij betrokken, zowel in de commerciële als in de non-profitsector. (Voor ambtenaren geldt een ander vertegenwoordigingssysteem – in overheidsdienst houden ze niet erg van verkiezingen.)

Voor de kandidaten is de inzet van de verkiezingen een plaatsje in een van de overlegorganen: in de ondernemingsraad van bedrijven met honderd en meer werknemers, en in het comité voor preventie en bescherming op het werk bij ondernemingen vanaf vijftig werknemers. Om die vertegenwoordiging is het allemaal te doen, al gelden de verkiezingen voor de drie grote vakbonden natuurlijk ook als maatstaf voor de onderlinge machtsposities.

Over dat laatste kunnen enige voorspellingen worden gewaagd. Het ACV, dat in de voorbije periode al de meerderheid van de zetels bezette, zal waarschijnlijk stabiliseren. Het is voor de christelijke vakbond met zijn dominante positie moeilijk nog explosief te groeien.

Het ABVV gaat er wellicht opnieuw op achteruit, na een al vele jaren dalende tendens. De socialistische bond kampt bovendien met een interne crisis. Voorzitter Mia De Vits is er met slaande deuren vertrokken – iets wat nooit eerder gebeurde – en trekt nu de SP.A-lijst voor de Europese verkiezingen. De relaties tussen de Vlamingen en de Walen in het rode vakverbond zijn op zijn minst verzuurd te noemen, en aan de herrie over enkele financiële schandalen komt nog altijd geen eind. Het zijn geen troeven om kiezers te overtuigen.

Net zoals vier jaar geleden haalt de liberale ACLVB iets van zijn grote achterstand op ACV en ABVV in. Zijn discrete voorzitter Guy Haaze speelde het sluw: meer kandidaten in meer ondernemingen, dat moet meer stemmen opleveren.

Corporate governance

Nochtans hadden de vakbonden het niet gemakkelijk om kandidaten te vinden. Sociale secretariaten bevestigen dat in vele ondernemingen de kandidatenlijsten niet vol geraakten. En in een heleboel bedrijven zullen er zelfs geen verkiezingen doorgaan, wegens onvoldoende kandidaten. De vakbonden ontkennen het probleem – het opstellen van de kandidatenlijsten is al een verkiezing op zich.

De strijdlust is in de ondernemingen sterk afgenomen door de dreiging van werkloosheid, de losse en deeltijdse arbeidsovereenkomsten en het massaal vervroegd lozen van ouderen. Nochtans zijn de taken van de overlegorganen niet gering. De beide raden vervullen bijvoorbeeld een belangrijke taak in het voorkomen van bedrijfsconflicten. De ondernemingsraden spreken een woordje mee over zaken zoals de werkgelegenheidsprogramma’s of het arbeidsreglement, adviseren de bedrijfsleiding en krijgen zelfs vergaande financiële en economische informatie over hun onderneming.

De vakbonden noemen dat de democratisering van het bedrijfsleven, maar het zou ook om goede corporate governance kunnen gaan. De comités voor preventie en bescherming op het werk spelen (in tegenstelling tot het vroegere comité voor veiligheid en gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen) een sleutelrol in het voorkomen van de arbeidsongevallen en de strijd tegen de stress.

Ondanks de stilte in de buitenwereld zijn de sociale verkiezingen een periode van hoogconjunctuur voor de bonden. Het kost hen ook handenvol geld: het ACV spendeert 1,25 miljoen euro aan zijn verkiezingscampagne, het ABVV 1 miljoen euro, de ACLVB 750.000 euro. En dat is dan nog zeer bescheiden in vergelijking met het geld dat de bedrijven uitgeven aan de ingewikkelde verkiezingsoperatie: 125 miljoen euro in totaal, zo raamt het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).

Hoewel de verkiezingen een aangelegenheid zijn van de individuele bedrijven, voeren de bonden een nationale campagne. Het ACV pakt uit met de slogan ‘Uw job, ons werk’, het ABVV belooft ‘Wij kiezen voor u’ en de ACLVB beschrijft zichzelf als ‘De vakbond van de toekomst’.

De christen-democratische, de socialistische en de liberale vakbond, die zich min of meer van hun politieke familie hebben losgescheurd, hebben met de politiek gemeen dat ze zich allemaal in het centrum zijn gaan nestelen. De grote verschillen zijn vervaagd, het gaat veelal om een imago- en stijlverschil.

Moeilijk najaar

De overheid doet er alles aan om de werknemers op het belang van de sociale verkiezingen te wijzen. Stemmen is namelijk niet verplicht. De participatiegraad zal dan ook een indicator zijn van de vakbondsinvloed in het bedrijfsleven.

In tegenstelling tot de politieke verkiezingen kunnen ook niet-Europese werknemers mee hun vertegenwoordigers kiezen. Jongeren hebben een beschermde plaats, maar de positie van de kaderleden blijft rommelig – vaak wordt hun vertegenwoordiging via huislijsten gearrangeerd. Dat er geen overlegorganen bestaan in kleinere ondernemingen, begint nu wel stilaan een probleem te worden. België krijgt van Europa tot maart 2005 de tijd om de Europese richtlijn over de syndicale vertegenwoordiging in kmo’s met minder dan 50 werknemers uit te voeren. Het overleg daarover tussen de werkgevers en de vakbonden is echter afgesprongen.

De sociale verkiezingen lopen nog tot 19 mei. De bonden sloten alvast een protocol om elkaar niet meer met gedeeltelijke uitslagen te pesten: daar liep de vorige keer zelfs de minister van Werkgelegenheid in verloren. Nu maakt staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk Kathleen Van Brempt (SP.A) op 22 mei, samen met de sociale partners, de uitslag bekend – als er tegen dan al voldoende is geteld tenminste.

Daarna maken de bonden zich op voor het najaarsoverleg, waar de eindeloopbaanproblematiek en het centraal akkoord (over de loonnorm) op tafel komen. In tussentijd zullen enkele belangrijke vragen een antwoord krijgen. Hoe evolueert het VBO onder zijn nieuwe baas Rudi Thomaes? Vindt het ABVV een compromisfiguur als opvolger voor voorzitter De Vits? En ook: hoe ziet het politieke landschap eruit na de Vlaamse en Europese verkiezingen van 13 juni?

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content