MIA DE SCHAMPHELAERE

Elf jonge CVP-verkozenen willen het systeem van parlementaire onschendbaarheid afschaffen. Het is achterhaald en nadelig, zegt volksvertegenwoordiger Mia De Schamphelaere als één van hen.

“In feite pleiten twee soorten argumenten voor de opheffing van het systeem van onschendbaarheid : gewijzigde omstandigheden en het feit dat onschendbaarheid nadelig is voor de werking van het parlement. We moeten het kader situeren waarin het systeem is ingevoerd : België, 1831, een jonge parlementaire demokratie, die zich wilde afzetten tegen een regime met een vorst die alles besliste. Het parlement zetelde toen enkele weken per jaar en buiten de sessies gold de onschendbaarheid gewoon niet. Dat is kompleet veranderd. Verkozenen zijn het jaar rond beschermd, behalve voor kortere periodes, vlak vóór verkiezingen. Plus ligt de rol van de media heel anders. Ze hebben veel meer invloed dan eertijds.

De onschendbaarheid is ook nadelig voor de werking van het parlement en voor het inzicht in de demokratie. Het publiek krijgt de indruk dat parlementsleden genieten van een privilege, dat ze als het ware straffeloos zijn. Bovendien is er de behandeling ; wanneer een procedure ingeleid wordt tegen een parlementslid, buigen de speciale kommissies zich daarover en dat brengt enorm veel mediabelangstelling met zich mee. Bij een gewone afwikkeling van de procedure zou daar veel minder aandacht aan worden geschonken. Burgers kunnen alleen in vertrouwen de uitspraken van magistraten afwachten ; dat moet ook kunnen voor parlementsleden.

Wij willen slechts één uitzondering op de regel : aanhoudingen. Een parlementslid moet daartegen beschermd worden. Het parlement is namelijk samengesteld via de wil van het volk, dat dus ook beslist over de meerderheid. Het is denkbaar dat door de aanhouding van één lid, die meerderheid niet meer zou kunnen funktioneren. “

FRED ERDMAN

SP-senator en jurist Fred Erdman voelt niets voor de afschaffing van de onschendbaarheid van parlementsleden. Wel voor de wijziging van de procedure. Laat de verkozenen zelf beslissen, zegt hij.

“Het gaat om een vrij gratuite benadering ; een parlementslid kan zomaar geen afstand doen van zijn onschendbaarheid, want je raakt aan de bescherming en de goede werking van een instelling als geheel. Een parlementslid kan niet vervolgd worden voor wat hij zegt en doet. Geef je dat op, dan belemmer je ook nog eens het recht op vrije meningsuiting. Iedereen weet hoe cruciaal de aanwezigheid of de stem van één parlementslid kan zijn en wat er kan gebeuren als die in een gerechtelijke procedure verwikkeld zit. Maar elke burger kan ook elke andere burger rechtstreeks dagvaarden. Iedereen kan dus ook uit wraak of op grond van louter politieke motieven om de haverklap een parlementslid dagvaarden. Dat kan toch de bedoeling niet zijn ?

Het voorstel spreekt zichzelf tegen. Het streeft naar gelijkschakeling van burgers en parlementsleden, maar niet bij aanhoudingen. Wil het gerecht een parlementslid aanhouden, sorry, eventjes wachten. Dat kan dus niet. Er is nu ook een voorstel om de voorzitters van de assemblées te laten fungeren als een soort filter. Dat gaat niet. Zij zijn qualitate qua de vertegenwoordigers van een hele instelling.

Wat we nu in praktijk krijgen, met opheffingen en medialekken, is een dubbel proces. Van enige diskretie is geen sprake meer. Daar moet je iets aan doen, maar het principe van de onschendbaarheid hoort te blijven, je moet alleen sleutelen aan de procedure. Voor mij krijgen parlementsleden zelf initiatiefrecht. Waarom moeten familieruzies en ongevallen breed in de krant komen ? Keer de bestaande regel om en laat het parlementslid kiezen of hij de bescherming van zijn instelling wil inroepen. Met wanneer hij dat wèl doet het risico op publiciteit rond zijn zaak. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content