– burgemeester van Sinjar. Eén dag na de bevrijding aangesteld.
‘Het is fantastisch wat de Peshmerga en de Amerikanen hebben gedaan. Maar nu staan we voor een gigantisch moeilijke taak. Bijna driekwart van de stad is zwaar verwoest, vooral door de luchtbombardementen van de Amerikanen. De heropbouw kost pakken geld, terwijl we totaal geen zekerheid hebben of de Iraakse overheid die zal betalen. Ik heb juist een vergadering gehad met een groep ingenieurs van de elektriciteitsmaatschappij. Ze gaan zo snel mogelijk beginnen aan het herstel. Daar heeft de regering in elk geval wel geld voor beloofd. Maar voor de rest? Ik vrees ervoor. De bewoners vragen me of het zin heeft terug te keren. Wat kunnen ze doen in hun verwoeste woning als er geen geld is voor reconstructie? Ik weet niet wat ik tegen hen moet zeggen, ik ben pas vandaag begonnen als burgemeester en de problemen stapelen zich op. Maar ik relativeer het door de gedachte dat alles beter is dan voorheen. We zijn arm en dakloos, maar we zijn tenminste vrij.
‘Ik heb ook de verhalen gehoord over de plundering. Jezidibewoners zouden de huizen leeghalen van Arabische stadsgenoten, uit wraak voor hun loyaliteit aan de IS. Ik heb het zelf niet gezien, ik denk niet dat het klopt. De veiligheidsdiensten zijn 24 uur per dag aanwezig, ze moeten voorkomen dat de boel wordt leeggestolen. Los daarvan, de woede over wat de IS de jezidi’s heeft aangedaan, is niet meer dan normaal. Ik ben zelf jezidi, ik was er als eerste bij toen we ’s morgens vroeg de stad binnengingen, na de Amerikaanse luchtbombardementen. Ik zag de IS wegrennen en hoorde ze roepen, onder andere in het Russisch. Er zaten heel wat buitenlandse strijders in Sinjar.’
‘We hebben de overwinning behaald zonder hulp van andere troepen op de grond. Er is blijkbaar een overeenkomst met de PKK gesloten dat de Peshmergastrijders zelf de stad zouden bevrijden. Wij hebben de PKK en de YPG (Syrisch-Koerdische strijders nvdr) in Kobani geholpen. Dit keer hielpen zij ons. Maar ze moeten ons de overwinning wel gunnen. Het is onze stad en onze grond, niet van de PKK.
Genocide op jezidi’s
‘Nu Sinjar bevrijd is, wordt pas duidelijk wat voor beestachtigheden de jihadisten hebben uitgehaald. De Islamitische Staat heeft een genocide uitgevoerd op de jezidi’s. Er zijn twee massagraven ontdekt: een aan de rand van de stad en een vijftien kilometer naar het zuiden. We verwachten nog minstens vijftien tot twintig nieuwe massagraven te ontdekken. In het graf aan de stadsrand zouden 78 vrouwen liggen, allemaal boven de 40 jaar. Voor de IS waren ze niets waard: te oud om als seksslavin te gebruiken. En omdat ze jezidi’s zijn – in de ogen van de IS ‘duivelaanbidders’ – wilden de jihadisten van hen af. Vorig jaar zijn ze gedood.
Het tweede graf is buiten de stad gevonden, vijftien kilometer zuidwaarts. Daar liggen vermoedelijk 60 mannen, vrouwen en kinderen. Vier kilometer verder zit de IS. Niet met velen vermoeden we, hooguit een paar strijders. Maar het moet zijn dat ze ons hebben gezien bij het graf want een paar uur later vuurden ze mortieren af. Angst dat ze terugkeren, heb ik niet. Het is overduidelijk dat de IS de strijd aan het front zwaar aan het verliezen is. Ze zijn domweg te zwak om terug te komen.’